ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1602 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 155-2010

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1602
Datum uitspraak: 28-03-2011
Datum publicatie: 26-04-2011
Zaaknummer(s): M 155-2010
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie:   Het is de taak van een advocaat om ook een negatief advies, hoe moeilijk en teleurstellend hij dit voor zijn cliënt ook vindt, zo spoedig mogelijk aan zijn cliënt te berichten. Door zijn cliënte een jaar lang aan het lijntje te houden, niet die voortvarendheid betracht die van een advocaat verwacht mag worden. Advocaat behoort zijn cliënt in ieder geval te informeren omtrent de termijn ten aanzien van de verdeling van de pensioenrechten en deze termijn veilig te stellen. Per toeval cliënte informeren in een kapperszaak betaamt een advocaat niet.   klacht gegrond; enkele waarschuwing

 M 155 - 2010

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

Beslissing

inzake

de klacht van

Mevrouw X

verder te noemen: klaagster

tegen

Y

verder te noemen: verweerder

1. Verloop van de procedure

1.1       Bij brief van 28 juli 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de door klaagster op 25 maart 2010 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

1.2.      De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 7 februari 2011.

Ter zitting zijn klaagster en verweerder verschenen.

2. De feiten

2.1       Verweerder heeft klaagster bijgestaan tijdens een echtscheiding- en boedelscheidingprocedure. Klaagster heeft zich in juli 2008 tot een andere advocaat gewend, waarna verweerder zijn werkzaamheden voor klaagster heeft beëindigd.

3. De klacht

3.1       De klacht luidt als volgt:

  1. Verweerder is inactief geweest in de afwikkeling van de boedelscheiding inclusief vennootschap onder firma

  2. Verweerder berichtte klaagster pas na ca. één jaar na de echtscheiding terloops in de kapperszaak van haar dochter –in aanwezigheid van derden- dat hij de procedure juridisch niet zag zitten;

  3. Verweerder heeft zich onder druk laten zetten of omkopen door de ex-echtgenoot van klaagster.

3.2.      Klaagster licht haar klacht als volgt toe:

Verweerder was aanvankelijk overtuigd van het feit dat klaagster nog niet vervulde rechten had uit de boedelscheiding en de vennootschap onder firma en adviseerde haar daarom niet op de uitnodiging van de notaris in te gaan om de boedelscheiding af te wikkelen. Verweerder adviseerde klaagster toen om een civiele procedure te starten. Een jaar later berichtte hij klaagster in de kapsalon van de dochter van klaagster plotseling dat hij de kans op succes in een civiele procedure gering achtte en dat de aan een dergelijke procedure kosten voor klaagster hoog zouden zijn.

4. Het verweer

4.1       Klaagster was onder huwelijkse voorwaarden met koude uitsluiting gehuwd. Verweerder heeft klaagster uiteindelijk, gelet op de hoge procesrisico’s, geadviseerd geen civiele procedure te starten. Verweerder heeft lang nagedacht of hij klaagster niet toch kon helpen. Hij heeft onder meer de jurisprudentie bijgehouden, specifiek om te bezien of er een mogelijkheid was om klaagster te helpen.

Het is juist dat verweerder in de kapsalon van de dochter aan klaagster heeft medegedeeld geen juridische mogelijkheden voor haar te zien. Verweerder betwijfelt of derden dit gesprek hebben gehoord, in ieder geval wisten zij niet waarover het gesprek ging. Verweerder achtte de kans van slagen in een civiele procedure te gering en het risico op een proceskostenveroordeling te groot. .

4.2. Verweerder is niet omgekocht of onder druk gezet door de wederpartij. Verweerder heeft geen nadere uitleg aan klaagster kunnen geven, omdat zij zich onmiddellijk tot een andere advocaat heeft gewend .

5. Beoordeling van de klacht

5.1       Vast staat dat verweerder in de zaak van klaagster een jaar lang heeft nagedacht alvorens haar te adviseren geen civiele procedure op te starten. De raad overweegt dat het de taak is van een advocaat om ook een negatief advies, hoe moeilijk en teleurstellend hij dit voor zijn cliënt ook vindt, zo spoedig mogelijk aan zijn cliënt te berichten. Het is dan aan de cliënt om zich bij dit advies neer te leggen, dan wel zich tot een andere advocaat te wenden.

5.2.      Verweerder heeft een jaar lang niets ondernomen en het –beweerdelijk- bij nadenken gelaten. Van verweerder had in ieder geval verwacht mogen worden dat hij klaagster op de hoogte had gesteld van de termijn ten aanzien van de verdeling van de pensioenrechten, alsmede dat hij deze termijn veilig had gesteld. Verweerder heeft, door klaagster een jaar lang aan het lijntje te houden, niet die voortvarendheid betracht die van een advocaat verwacht mag worden, wat verweerder tuchtrechtelijk valt te verwijten.

De raad zal onderdeel 1 van de klacht gegrond verklaren.

5.3.      De wijze waarop verweerder klaagster op de hoogte heeft gebracht van zijn negatief procesadvies acht de raad niet betamelijk en getuigt van een weinig professionele houding.

Van een advocaat mag worden verwacht dat hij zijn advies schriftelijk aan zijn cliënt toestuurt, dan wel tijdens een persoonlijk onderhoud nader toelicht, met een schriftelijke bevestiging daarvan. Het betaamt een advocaat niet om zijn advies, bij een toevallige ontmoeting in een kapperszaak, aan zijn cliënt te berichten. Dit geldt temeer in geval van een negatief advies in een zaak waaraan voor zijn cliënt grote gevolgen zijn verbonden.

Gelet op het grote belang van klaagster bij het al dan niet starten van een civiele procedure ten aanzien van de boedelverdeling, had het op de weg van verweerder gelegen uit eigen beweging contact op te nemen met klaagster om zijn advies nader toe te lichten.

De raad zal onderdeel 2 van de klacht gegrond verklaren.

5.4.      Het derde onderdeel van de klacht is, zoals klaagster ter zitting naar voren heeft gebracht, gebaseerd op vermoedens van klaagster. Zij stelde dit niet hard te kunnen maken. Nu verweerder heeft betwist door de ex-echtgenoot onder druk te zijn gezet, is dit onderdeel van de klacht niet komen vast te staan en zal dit als ongegrond worden afgewezen.

6. Beslissing

De raad verklaart onderdelen 1 en 2 van de klacht gegrond en legt ter zake aan verweerder de maatregel van enkele waarschuwing op.

De raad wijst onderdeel 3 van de klacht als ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, en mrs. P.J.W.M. Theunissen, L.W.M. Caudri, R.G.A.M. Theunissen en L.R.G.M. Spronken leden, in tegenwoordigheid van

mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 maart 2011

Griffier                                                            voorzitter

Verzonden op: 29 maart 2011.

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

  1. Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

  1. Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

  1. Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.