ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1463 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 85-2010

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1463
Datum uitspraak: 07-02-2011
Datum publicatie: 26-03-2011
Zaaknummer(s): B 85-2010
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Geheimhoudingsplicht
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Het is de taak en de plicht van een advocaat de belangen van zijn cliënt te behartigen. Het staat een advocaat vrij namens zijn cliënt in een strafprocedure een verzoek tot het opleggen van een straat- en contactverbod te vorderen. Belangen van klager als wederpartij zijn niet nodeloos geschaad. Een advocaat schendt zijn geheimhoudingsplicht niet door een zaak met een kantoorgenoot, die tijdelijk voor hem waarneemt, te bespreken. Op de waarnemend kantoorgenoot rust dezelfde geheimhoudingsplicht. Ongegrond

B 85 - 2010

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

Beslissing

inzake

de klacht van

A

verder : klager

gemachtigde:     B

tegen

C

verder te noemen: verweerster

1. Verloop van de procedure

1.1       Bij brief van 21 april 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Breda de door klager op 28 juli 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

1.2       De raad heeft voorts kennis genomen van de navolgende stukken:

            - brief dd. 20 september 2010 van klager, met bijlage

1.3       De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 6 december 2010. Ter zitting waren de gemachtigde van klager en verweerster aanwezig.

2. De feiten,

2.1.      Verweerster stond de ex-echtgenote van klager bij in een strafrechtelijke procedure, waarin klager als verdachte terecht stond. De ex-echtgenote van klager heeft zich in deze procedure als benadeelde partij gevoegd. Verweerster heeft de ex-echtgenote van klager hierin bijgestaan en bij brief dd. 16 mei 2008 het standpunt van haar cliënte aan de rechtbank kenbaar gemaakt. Verweerster verwees in deze brief naar het rapport van de psychotherapeute, verder te noemen mevrouw X.

2.2.      Bij brief dd. 14 april 2009 heeft verweerster namens haar cliënte verzocht om als bijzondere voorwaarde bij een deels voorwaardelijke straf een contactverbod aan klager op te leggen om hem ervan te weerhouden nog contact te leggen met de cliënte van verweerster en hun beider kinderen.

3. De klacht

1.                  Verweerster heeft een kopie van het strafdossier van klager verstrekt aan de benadeelde partij en aan een derde;

2.                  Verweerster heeft in de strafzaak tegen klager bij de rechtbank een verzoek ingediend om klager een contactverbod op te leggen; een dergelijk verzoek hoort niet in een strafzaak thuis;

3.                  Verweerster heeft in de kort geding procedure een rapport van mevrouw X gebruikt zonder haar toestemming en haar aangezet tot schending van haar geheimhoudingsplicht;

4.                  Verweerster heeft haar eigen geheimhoudingsplicht geschonden door informatie te delen met haar kantoorgenoot;

5.                  Verweerster heeft zich grievend jegens klager uitgelaten.

4. Het verweer.

4.1. Verweerster trad op als advocaat van de wederpartij. Verweerster diende de belangen van haar cliënte te behartigen en mocht daarbij afgaan op de informatie die zij van haar cliënte ontving. Zij heeft de belangen van klager daarbij niet op ontoelaatbare wijze geschaad.

4.2.      De cliënte van verweerster had een zelfstandig recht op kennisneming van het aan verweerster als advocaat van de benadeelde partij toegezonden (gedeelte van) het strafdossier. Kennisname van het procesdossier was nodig om de belangen van de benadeelde partij goed te kunnen behartigen. De cliënte van verweerster diende voorbereid worden op de strafzitting en de mogelijke uitkomst van de zaak. Vastgesteld moest worden wat de rechtstreekse schade uit de ten laste gelegde feiten was. Hiervoor diende de cliënte van verweerster als benadeelde partij rechtstreeks kennis te nemen van het strafdossier.

4.3.      Verweerster heeft geen kopie van het strafdossier aan derden verstrekt. Ook aan haar kantoorgenoot heeft zij geen kopie verstrekt. Wel heeft deze inzage gehad in het strafdossier. Een kantoorgenoot valt bovendien niet onder de categorie derden. Er is geen regel die verbiedt dat binnen een advocatenkantoor over een zaak overleg wordt gevoerd. Bovendien dient een kantoorgenoot in geval van waarneming op de hoogte te zijn van het betreffende dossier. De kantoorgenoot van verweerster heeft immers tijdens haar vakantie als waarnemer opgetreden en een kort geding ter zake een contactverbod tegen klager aanhangig gemaakt. Voor deze procedure was het noodzakelijk dat de kantoorgenoot van verweerster kennis nam van het strafdossier, nu het contactverbod was gestoeld op de vermeende strafbare feiten door klager.

4.4.      Verweerster trof het rapport van mevrouw X in het aan haar toegezonden (gedeelte van het) strafdossier aan. Verweerster heeft geen gebruik gemaakt van deze rapportage. Verweerster was niet aanwezig bij het verhoor van mevrouw X. Er is geen sprake van  aanzetten tot het schenden van de geheimhoudingsplicht door mevrouw X.

4.5.      Het stond verweerster vrij om namens haar cliënte een verzoek in te dienen om ex artikel 14c van het wetboek van strafrecht een contactverbod aan klager op te leggen.

4.6.      Verweerster diende in het belang van haar cliënte de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij en het verzoek tot het opleggen van een contactverbod zo volledig mogelijk te onderbouwen.

5. Beoordeling van de klacht

5.1.            De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling

van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

5.2.            Het was de taak en plicht van verweerster de belangen van haar cliënte te behartigen.

In dat kader stond het verweerster vrij namens haar cliënte in de strafzaak een verzoek tot het opleggen van een contactverbod bij de rechtbank in te dienen, alsmede om in verband met de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij de visie van haar cliënte aan de rechtbank en het openbaar ministerie over te brengen. Dat de beweringen die verweerster namens haar cliënte naar voren heeft gebracht klager onaangenaam hebben getroffen acht de raad begrijpelijk, maar dit betekent niet dat verweerster zich nodeloos grievend jegens klager heeft uitgelaten. Dat klager in de strafzaak is vrijgesproken houdt verband met de beoordeling van het aangedragen bewijsmateriaal. Het feit dat klager is vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten, betekent niet dat verweerster had moeten weten dat de door haar cliënte aangedragen informatie dus onjuist was. Niet gebleken is dat verweerster de belangen van klager nodeloos heeft geschaad.

5.3.      Het stond verweerster vrij een kopie van het strafdossier van klager aan haar cliënte te verstrekken. De cliënte van verweerster was als benadeelde partij in de strafrechtelijke procedure tegen klager procespartij. In dat kader is het begrijpelijk dat de cliënte van verweerster bij de strafzitting aanwezig wenste te zijn, en dat zij voor een goede voorbereiding van de strafzitting over het strafproces diende te beschikken. 

5.4.      De rapportage van mevrouw X maakte deel uit van het aan verweerster toegezonden (gedeelte van het)strafdossier. Het stond verweerster daarom vrij in haar brief dd. 16 mei 2008 aan de rechtbank daarnaar te verwijzen. Dat verweerster mevrouw X heeft aangezet tot schending van haar geheimhoudingsplicht is niet gebleken. Verweerster heeft haar cliënte niet bijgestaan tijdens het kort geding, zodat het onderdeel van de klacht ter zake van het kort geding jegens verweerster niet tot gegrondheid kan leiden.

5.5.      Verweerster heeft niet gehandeld in strijd met haar geheimhoudingsplicht door het strafdossier te bespreken met haar kantoorgenoot, die wegens vakantie voor haar waarnam in de kort geding procedure. Een advocaat dient bij afwezigheid voor vervanging zorg te dragen. Op de door de advocaat aangezochte vervangende advocaat rust dezelfde geheimhoudings-plicht. Overigens strekt de bij wet voor advocaten geregelde geheimhoudingspicht zich alleen uit tot datgene wat de cliënt de advocaat heeft toevertrouwd.

5.6.      Op grond van al het bovenstaande is niet gebleken dat verweerster als advocaat van de benadeelde partij in de strafrechtelijke procedure tegen klager een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. De raad zal de klacht in alle klachten als ongegrond afwijzen.

6. Beslissing

De raad wijst de klacht in alle onderdelen als ongegrond af.

Aldus gegeven door mrs. P.M. Knaapen, voorzitter, P. van Hoef, L. Caudri, E.J.P.J.M. Kneepkens en R.G.A.M. Theunissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2011.

Griffier                                                  voorzitter

Verzonden op: 8 februari 2011.

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

  1. Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

  1. Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

  1. Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.