ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1337 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M103-2010

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1337
Datum uitspraak: 31-01-2011
Datum publicatie: 09-02-2011
Zaaknummer(s): M103-2010
Onderwerp: Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: De advocaat privé
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Gedragsregel 2 brengt met zich mee dat een advocaat een professionele distantie ten aanzien van de zaak dient te bewaren. Hoewel het ongewenst was dat verweerder tijdens de zitting overwegend zelf het woord heeft gevoerd en zelf een akte heeft opgesteld, heeft hij daarmee niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld, nu hij het advies van de deken heeft opgevolgd en zich door een advocaat heeft laten bijstaan. Ongegrond.

M103-2010 

Raad van Discipline

In het ressort ’s-Hertogenbosch

Beslissing

inzake

de klacht van:

de heer mr. A,

klager,

gemachtigde:

de heer mr. B

tegen

de heer mr. C.

verweerder,

−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−

1.         Verloop van de klachtprocedure.

Bij schrijven van 1 juni 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de stukken in bovenvermelde klachtzaak aan de raad doen toekomen welke stukken vermeld zijn in de bij voormelde brief gevoegde inventarislijst.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 november 2010, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 5 oktober 2010, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 15 november 2010.

Bij de mondelinge behandeling is klager vergezeld van zijn gemachtigde verschenen. Verweerder is niet verschenen.

2.         De feiten

2.1       Het volgende is komen vast te staan:

Nadat verweerder als advocaat van zichzelf en van zijn vennootschappen een         gerechtelijke procedure jegens klager aanhangig had gemaakt, heeft de deken           verweerder bij brief d.d. 22 juni 2009 geadviseerd om zich in verband met de aanhangig gemaakte procedure te laten bijstaan door een onafhankelijke advocaat, niet zijnde een kantoorgenoot van hem.

2.2       Na het dekenadvies heeft verweerder mr. X als advocaat in de arm genomen. Blijkens het proces-verbaal van een comparitie van partijen op 9 september 2009 heeft niet mr. X, maar verweerder vrijwel uitsluitend inhoudelijk het woord gevoerd. Voorts is daarna een akte op het briefpapier van verweerder zelf ingediend.

3.         De klacht

3.1       De klacht houdt het volgende in:

             Verweerder treedt feitelijk op als advocaat van zichzelf en zijn vennootschappen, hoewel de deken hem eerder heeft geadviseerd zich te laten bijstaan door een        onafhankelijk advocaat.

4.         Het verweer

4.1       Het standpunt van verweerder houdt in:       

In de zaak waarom het gaat treedt verweerder niet op als advocaat, maar is hij de cliënt. Tijdens de comparitie van partijen heeft de rechter gemeend de vragen aan verweerder zelf te moeten stellen. Daar is niets op tegen. Het had dan op de weg gelegen van de advocaat van klager om op dat moment in te grijpen. Nadat verweerder de vragen had beantwoord, waren er geen vragen voor zijn advocaat meer over. Door drukke werkzaamheden over en weer kon verweerder eerst op het laatste moment met zijn advocaat overleggen over de akte. In     telefonisch overleg met zijn advocaat heeft verweerder toen voorgesteld om de akte zelf      op te stellen. Daarom is de akte ook op zijn kantoorpapier afgedrukt, zij het op naam van zijn advocaat.

5.         Beoordeling van de klacht

5.1       De raad overweegt dat gedragsregel 2 met zich meebrengt dat de advocaat een      professionele distantie ten aanzien van de zaak dient te bewaren. Uit de overgelegde    stukken blijkt dat de deken eerder naar aanleiding van een klacht van klager tegen verweerder een dekenadvies heeft uitgebracht. De deken achtte het niet ondenkbeeldig dat verweerder het zicht op zijn eigen postie als privépersoon en zijn verantwoordelijkheden als advocaat in het geschil     met klager zou verliezen als hij zou optreden als behandelend advocaat van hemzelf en twee door hem gecontroleerde vennootschappen. De          deken heeft verweerder geadviseerd zich te laten bijstaan door een onafhankelijke advocaat, niet zijnde een kantoorgenoot.

5.2       Vervolgens heeft verweerder een advocaat in de arm genomen. Verweerder heeft  erkend dat hij ter zitting, waar hij vergezeld van zijn advocaat is verschenen,  vrijwel uitsluitend het woord heeft gevoerd. Voorts heeft verweerder erkend dat hij een akte        in naam van zijn advocaat heeft opgesteld, op zijn kantoorpapier heeft afgedrukt en       heeft ingediend.

5.3       De raad stelt vast dat verweerder het advies van de deken formeel heeft opgevolgd.          Hoe ongewenst het ook is dat verweerder vervolgens zelf ter zitting overwegend het woord heeft gevoerd en zelf een akte heeft opgesteld, de raad is van oordeel dat verweerder daarmee niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het optreden van een advocaat als privé-persoon in een gerechtelijke procedure behoort niet tot het terrein             dat door het advocatentuchtrecht wordt bestreken. Uitsluitend indien de advocaat zich     in die hoedanigheid zou misdragen en daardoor het vertrouwen in de advocatuur zou schaden kan er voor tuchtrechtelijke toetsing aanleiding zijn. Daarvan is echter niet gebleken.

6.         Beslissing

De raad verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter en mrs. P.J.W.M. Theunissen, M.B.Ph. Geeraedts, R.G.A.M. Theunissen, J.D.E. van den Heuvel, leden,alsmede mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, ter openbare zitting van de raad d.d.

mr. Th.H.G. van de Langenberg,                                             mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans,

griffier.                                                                                                voorzitter.

Verzonden op: 1 februari 2011.

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per Post.

     Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.     Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.     Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.