ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1330 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M106-2010

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1330
Datum uitspraak: 31-01-2011
Datum publicatie: 09-02-2011
Zaaknummer(s): M106-2010
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Onvoldoende belangenbehartiging is niet gebleken. Een advocaat dient zijn cliënt steeds op de hoogte te houden van de voortgang van de zaak. Als niet althans onvoldoende weersproken is in deze komen vast te staan dat de strategie van aanpak voldoend is besproken en dat klaagster daarmee akkoord was. Ongegrond.

M 106-2010

Raad van Discipline

In het ressort ’s-Hertogenbosch

Beslissing

inzake

de klacht van:

mevrouw X

klaagster,

tegen

mw. mr. Y

verweerster

----------------------------------------------------------------

1.         Verloop van de klachtprocedure.

Bij schrijven van 4 juni 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de stukken in bovenvermelde klachtzaak aan de raad doen toekomen welke stukken vermeld zijn in de bij voormelde brief gevoegde inventarislijst.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 november 2010, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 5 oktober 2010, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 15 november 2010.

Bij de mondelinge behandeling zijn klaagster en verweerster verschenen.

2.         De feiten

2.1       Het volgende is komen vast te staan:

Verweerster heeft klaagster vanaf mei 2006 bijgestaan in een kwestie ter zake de gevolgen van een medische behandeling door een waarnemend huisarts. Verweerster heeft drie toevoegingen aangevraagd in de zaken tegen de waarnemend huisarts, de huisarts en het ziekenhuis. Verweerster heeft haar medisch adviseur ingeschakeld en de waarnemend huisarts en de huisarts aansprakelijk gesteld. In september 2009 heeft verweerster de behandeling van de zaken neergelegd en overgedragen aan de opvolgend advocaat.

3.         De klacht

3.1       De klacht houdt het volgende in:

Verweerster heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt doordat:

1.      klaagster nooit heeft gesproken met de door verweerster ingeschakelde medisch

adviseur;

2.      het concept-deskundigenbericht pas op 10 september 2009 aan klaagster is verstrekt, terwijl het rapport gedateerd is op 7 augustus 2009;

3.      door verweerster onzorgvuldig in dossiers is gewerkt en zij klaagster alleen maar heeft tegengewerkt;

4.      aan klaagster is toegezegd dat haar voorschotten zouden worden betaald;

5.      verweerster heeft geweigerd het ziekenhuis voor het medisch tuchtcollege te dagen;

6.      verweerster de factuur van de deskundige ter betaling heeft doorgezonden naar de opvolgende advocaat van klaagster.

4.         Het verweer

4.1       Het standpunt van verweerster houdt in:     

Ad 1

Verweerster heeft nooit toegezegd dat haar medisch adviseur klaagster zou zien. Het is aan de medisch adviseur zelf om te bepalen of hij een cliënt wil zien.

Ad 2

Verweerster heeft het concept-deskundigenbericht eerst op 10 september 2009 ontvangen. Klaagster heeft wel gereageerd op het deskundigenbericht, maar de deskundige heeft om hem moverende redenen afgezien van het opnemen van het commentaar in zijn rapportage.

Ad 3

Verweerster heeft gehandeld zoals behoort te worden gehandeld in een medische aansprakelijkheidszaak.

Ad 4

Verweerster heeft niet toegezegd dat er bevoorschot zou worden. Verweerster heeft vanaf het begin duidelijk gemaakt dat eerst aansprakelijkheid moet worden erkend alvorens schade wordt vergoed.

Ad 5

Verweerster heeft niet geweigerd het ziekenhuis voor het medisch tuchtcollege te dagen. Bovendien staat het klaagster vrij dat alsnog te doen.

Ad 6

Dit is juist. Het stond deze advocaat vrij deze nota te retourneren hetgeen hij ook heeft gedaan, waarna verweerster deze nota alsnog heeft voldaan en deze kan doorbelasten aan klaagster.

5.         Beoordeling van de klacht

5.1.      De klacht heeft betrekking op de kwaliteit van de dienstverlening van verweerder. De raad overweegt dat de advocaat voor de wijze waarop hij de belangen van zijn cliënt heeft behartigd ten volle verantwoordelijk is. De tuchtrechter dient in dit opzicht te beoordelen of sprake is van enig handelen of nalaten van de advocaat in strijd met de zorg die de advocaat behoort te betrachten ten opzichte van degenen wier belangen hij of zij behartigt of behoort te behartigen.

5.2.      Uitgangspunt daarbij is dat een advocaat voor het - in overleg met zijn cliënt- te voeren beleid een ruime mate van vrijheid toekomt en dat in het algemeen een tuchtrechtelijke maatregel eerst geïndiceerd kan zijn indien de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt of adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad.

5.3.      De tuchtrechter toetst in volle omvang, maar hij zal bij zijn beoordeling rekening houden met de vrijheid die de advocaat dient te hebben met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt, alsmede met de keuzes waarvoor de advocaat bij de behandeling van een zaak kan komen te staan. Dat kan, bij voorbeeld, met zich meebrengen dat niet iedere misslag of verzuim aanstonds leidt tot een tuchtrechtelijk verwijt. Ook is van belang hoe de advocaat, kort gezegd, met zijn cliënt heeft gecommuniceerd. Gedragsregel 8 bevat met betrekking tot die communicatie een belangrijke richtlijn. De advocaat dient zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Waar nodig ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil, dient hij belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen. De raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

5.4       Klachtonderdeel 1

Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht blijkt dat de medisch adviseur klaagster niet heeft gezien. Dit is naar het oordeel van de raad echter niet aan verweerster te wijten. Het is immers aan de medisch adviseur om te bepalen of en wanneer hij het noodzakelijk acht een cliënt te zien. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.

5.5       Klachtonderdeel 2

De raad acht aannemelijk dat verweerster het concept deskundigenbericht eerst op 10 september 2009 heeft ontvangen. Dit blijkt immers ook uit de faxprint behorend bij het bericht. Verweerster treft hiervoor dan ook geen verwijt. Ook dit onderdeel van de klacht is ongegrond.

5.6       Klachtonderdeel 3

De raad is van oordeel dat uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht niet is gebleken dat verweerster de belangen van klaagster niet naar behoren heeft behartigd. Uit de overgelegde stukken blijkt welke werkzaamheden verweerster voor klaagster heeft verricht en dat verweerster klaagster voortdurend van de voortgang van de zaak op de hoogte heeft gehouden. Als niet dan wel onvoldoende weersproken is voorts komen vast te staan dat verweerster de strategie van aanpak met klaagster heeft besproken en dat klaagster daarmee akkoord was. De raad is derhalve van oordeel dat dit klachtonderdeel ongegrond moet worden verklaard.

5.7       Klachtonderdeel 4

Uit de overgelegde stukken blijkt geenszins dat verweerster aan klaagster heeft toegezegd dat er voorschotten zouden worden betaald. Integendeel, uit de producties 32 en 33 blijkt juist dat verweerster klaagster heeft gewezen op de onmogelijkheid van een voorschot. Ook dit onderdeel van de klacht is derhalve ongegrond.

5.8       Klachtonderdeel 5

Naar het oordeel van de raad is verweerster erin geslaagd aannemelijk te maken dat de strategie daaruit bestond dat eerst de civielrechtelijke weg zou worden bewandeld en daarna mogelijk de tuchtrechtelijke weg. Derhalve is niet komen vast te staan dat verweerster heeft geweigerd om de kwestie voor te leggen aan het medisch tuchtcollege. Dit klachtonderdeel moet derhalve ongegrond worden verklaard.

5.9       Klachtonderdeel 6

Het is juist dat verweerster de nota van dr. R aan de opvolgend advocaat heeft doorgestuurd, maar nadat de opvolgende advocaat de nota aan verweerster had geretourneerd, heeft verweerster de nota voldaan, waartoe zij krachtens gedragsregel 32 ook gehouden was. Verweerster treft hier geen tuchtrechtelijk verwijt. Ook dit onderdeel van de klacht moet dan ook omgegrond worden verklaard.

5.10     De raad komt tot de slotsom dat de klacht in al haar onderdelen ongegrond is.

6.         Beslissing

De raad verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter en mrs. P.J.W.M. Theunissen, M.B.Ph. Geeraedts, R.G.A.M. Theunissen, J.D.E. van den Heuvel, leden, alsmede mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, ter openbare zitting van de raad d.d.

mr. Th.H.G. van de Langenberg,                                          mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans,

griffier.                                                                                  voorzitter.

Verzonden op: 1 februari 2011.

 Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.   Per Post.

     Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.   Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.   Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.