ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2437 Raad van Discipline 's-Gravenhage 3611/11.13

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2437
Datum uitspraak: 05-12-2011
Datum publicatie: 09-02-2012
Zaaknummer(s): 3611/11.13
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Klacht gegrond, zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Klacht dat de advocaat heeft nagelaten beroep in te stellen tegen een beslissing van het UWV; dat de advocaat klaagster niet heeft geïnformeerd over de beslissing op bezwaar, lange tijd onbereikbaar was, een gemaakte afspraak niet is nagekomen en klaagster daarna onjuist heeft geïnformeerd over de beslissing op bezwaar. Klacht in alle onderdelen gegrond. Beslissing hangt samen met twee andere beslissingen, in een waarvan als maatregel schrapping van het tableau wordt opgelegd. Ambtshalve uitspraak ex artikel 48 lid 7 Advocatenwet.

PROCEDUREVERLOOP

1.1 Bij brief van 2 juni 2010 heeft klaagster een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.

De deken heeft het dossier aan de Raad toegezonden op 7 januari 2011.

1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet ter inzage hebben gelegen.

1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 3 oktober 2011. Ter zitting is klaagster verschenen. Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

FEITEN

2.1 Verweerder is als advocaat van klaagster opgetreden in een bezwaarschriftprocedure betreffende een besluit van het UWV d.d. 27 april 2009 over de vaststelling van klaagsters dagloon (Ziektewet).

2.2 Op 2 juni 2009 heeft verweerder het bezwaarschrift bij het UWV ingediend.

2.3 Bij brief van 6 juli 2009 heeft het UWV aan verweerder gevraagd om binnen tien dagen te laten weten of hij gebruik wilde maken van een hoorzitting in het kader van de bezwaarprocedure. Hierop heeft verweerder niet gereageerd.

2.4 Vanaf 18 augustus 2009 heeft klaagster regelmatig getracht, veelal telefonisch, om van verweerder informatie te krijgen over de stand van de bezwaarschriftprocedure.

Klaagster heeft verweerder in april 2010 tweemaal te spreken gekregen. Bij die gelegenheden deelde verweerder mee dat hij het dossier niet bij de hand had, respectievelijk dat klaagsters bezwaar gegrond was verklaard. Verweerder zegde klaagster toe haar nader te informeren.

2.5 In mei 2010 heeft verweerder, naar aanleiding van een telefonisch verzoek van klaagster, aan klaagster meegedeeld dat hij eind augustus 2009 een brief van het UWV had ontvangen en dat klaagster de bezwaarprocedure had gewonnen. Klaagster zou volgens verweerder een kopie daarvan hebben gekregen.

2.6 Klaagster heeft in mei 2010 tevergeefs getracht de bespreking met verweerder te houden.

2.7 Klaagster heeft in juni 2010 naar aanleiding van een verzoek aan het UWV een kopie ontvangen van de beslissing op het bezwaar. Deze is gegeven op 25 augustus 2009. In de beslissing is het bezwaar van klaagster ongegrond verklaard.

2.8 Verweerder heeft zich op 28 september 2010 als advocaat van het tableau laten schrappen.

KLACHT

3.1 De klacht houdt in:

a. dat er door nalatigheid van verweerder geen beroep is ingesteld tegen de beslissing op bezwaar;

b. dat verweerder klaagster niet tijdig op de hoogte heeft gesteld van de beslissing;

c. dat verweerder lange tijd (telefonisch) onbereikbaar was;

d. dat verweerder in april 2010 klaagster telefonisch heeft meegedeeld dat het bezwaar gegrond was verklaard;

e. dat een afspraak die klaagster uiteindelijk met verweerder had gemaakt op 27 mei 2010 werd geannuleerd;

f. dat verweerder op een nieuw afgesproken datum, 31 mei 2010, zonder af te zeggen, niet is verschenen.

VERWEER

4. Ondanks diverse verzoeken en rappellen van de deken heeft verweerder niet op de klacht gereageerd.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

5.1 Bij de beoordeling staat voorop dat de advocaat gehouden is de hem opgedragen zaken zorgvuldig te behartigen.

Voorts is van belang dat de advocaat zijn cliënt op de hoogte dient te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken en dat hij deze, waar nodig ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil, schriftelijk aan zijn cliënt dient te bevestigen.

5.2 Bij de beoordeling neemt de Raad voorts in aanmerking dat verweerder de stellingen en verwijten van klager niet heeft weersproken.

5.3 Uit de stukken blijkt dat verweerder klaagster zonder meer in het ongewisse heeft gelaten over de beslissing in de bezwaarprocedure, en dat hij heeft verzuimd om klaagster een kopie te sturen van die beslissing.

5.4 Verweerder heeft ook nagelaten klaagster te informeren over de mogelijkheid van het instellen van hoger beroep.

Uit de door klaagster door eigen toedoen van het UWV verkregen beslissing blijkt voorts dat verweerder geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om in de bezwaarprocedure te worden gehoord. Daaromtrent heeft verweerder geen overleg met klaagster gevoerd.

5.5 Door de verzuimen van verweerder is klaagster de mogelijkheid ontnomen om hoger beroep in te stellen.

5.6 Uit onderdeel d van de klacht, welk onderdeel evenmin als de andere klachtonderdelen door verweerder is weersproken, blijkt voorts dat verweerder klaagster zelfs onjuist heeft geïnformeerd over de beslissing in de bezwaarprocedure.

5.7 De klachtonderdelen e en f, die niet door verweerder zijn weersproken, geven er blijk van dat verweerder onzorgvuldig te werk is gegaan.

5.8 Gelet op de stukken komt de Raad tot de slotsom dat de klacht in alle onderdelen gegrond is.

5.9 De Raad vindt de aard en de ernst van de nalatigheden aanleiding om, met toepassing van artikel 48, lid 7 van de Advocatenwet, ambtshalve uit te spreken dat verweerder jegens klager niet de zorgvuldigheid heeft betracht die bij een behoorlijke rechtshulpverlening betaamt.

MAATREGEL

6.1 In de onderhavige klachtzaak is gebleken van een ernstig tekort schieten in de rechtshulpverlening, waardoor de belangen van de cliënt zijn of kunnen worden geschaad.

In de zaak met nummer R.3622/11.24 legt de Raad als maatregel mede voor de onderhavige zaak de maatregel van schrapping van het  tableau op. Om die reden wordt in de onderhavige zaak volstaan met gegrondverklaring zonder het afzonderlijk opleggen van een maatregel.

BESLISSING

7.1 De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

 verklaart de klacht in alle onderdelen gegrond;

 spreekt ambtshalve uit dat verweerder niet de zorgvuldigheid heeft betracht die bij een behoorlijke rechtshulpverlening betaamt.

Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, voorzitter, mr. J.P.M. Borsboom, mr. P.O.M. van Boven-de Groot, mr. P.S. Kamminga en mr. L.Ph.J. baron van Utenhove, leden, in aanwezigheid van mr. P. Rijpstra, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 5 december 2011.

griffier          voorzitter

Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tot 15.00 uur.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.