ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2407 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3682/11.84

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2407
Datum uitspraak: 19-12-2011
Datum publicatie: 08-02-2012
Zaaknummer(s): R. 3682/11.84
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Klachten dat de advocaat klager niet heeft geïnformeerd over zijn werkzaamheden, een dagvaarding heeft uitgebracht zonder instructie en dat hij stelt afspraken te hebben gemaakt met klager over de kosten, zonder dat klager daar iets van bekend is. De advocaat heeft niet doen blijken dat hij klager op de hoogte heeft gehouden van het verloop van de werkzaamheden. Daardoor is de door de advocaat beweerde afspraak over het aanleveren van stukken, welke afspraak door klager betwist is, niet komen vast te staan. Ook heeft de advocaat niet doen blijken van de beweerdelijk schriftelijk vastgelegde opdracht. Een door de advocaat uitgebrachte dagvaarding behelst een andere vordering dan de met klager besproken vordering. Voor die andere vordering heeft klager geen toestemming gegeven. Klacht in alle onderdelen gegrond. Berisping.

PROCEDUREVERLOOP

1.1 Per fax van 19 november 2010 heeft klager, op basis van eerdere brieven aan het bureau van de Raad van Toezicht, gezonden in de weken van 27 september en 4 oktober 2010, een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.

De deken heeft het dossier aan de Raad toegezonden op 11 april 2011.

1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet ter inzage hebben gelegen.

1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 31 oktober 2011, alwaar klager is verschenen, alsmede verweerder, vergezeld van mr. x, advocaat te Den Haag.

FEITEN

2.1 Klager is bestuurder van een stichting, hierna: Stichting X.

2.2 Klager is, al dan niet als bestuurder van Stichting X, in geschil geraakt met Y N.V. Het geschil betreft een door klager gestelde schade als gevolg van het niet verkrijgen van communicatieaansluitingen van Y N.V. Klager heeft de schade begroot op € 500.000,--.

2.3 Verweerder heeft klager terzake van voormeld geschil bijgestaan. Hij heeft een opdracht tot dienstverlening aanvaard van Stichting X.

2.4 Klager heeft een bedrag van € 7.500,-- in verband met de behandeling van de zaak aan verweerder betaald. Tussen klager en verweerder is in geschil of het hier gaat om de betaling van een voorschot dan wel om een gedeeltelijke betaling van een vast overeengekomen bedrag voor de werkzaamheden van verweerder. Volgens verweerder was dit laatste het geval en zijn honorarium en verschotten, totaal belopende € 8.587,75 gedeeltelijk met een voorschotbedrag van € 7.500,-- betaald.

2.5 Verweerder heeft uit naam van Stichting X op 27 februari 2009 de wederpartij gedagvaard tegen de rolzitting van 11 maart 2009 van de Rechtbank

’s-Gravenhage.

2.6 Op 2 maart 2009 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen klager en verweerder.

2.7 Tijdens de comparitie van partijen in voormelde procedure heeft verweerder zich onttrokken aan de zaak.

2.8 Verweerder heeft het door klager betaalde bedrag aan hem terugbetaald.

KLACHT

3.1 De klacht behelst de volgende verwijten:

a. verweerder heeft klager onvoldoende geïnformeerd over zijn werkzaamheden;

b. verweerder heeft een dagvaarding aangebracht zonder uitdrukkelijke instructie van klager;

c. verweerder stelt afspraken te hebben gemaakt met klager over de door verweerder in rekening te brengen kosten, zonder dat klager daar iets van bekend is.

VERWEER

4. Verweerder heeft zich gemotiveerd tegen de klacht verweerd, op welk verweer de Raad hierna waar nodig zal ingaan.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

5.1 Bij de beoordeling geldt als uitgangspunt dat de advocaat de hem verleende opdracht zorgvuldig dient uit te voeren en dat hij zijn cliënt op de hoogte dient te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Waar nodig ter voorkomen van misverstand, onzekerheid of geschil, dient hij belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen.

Klachtonderdeel a

5.2 Verweerder heeft het in dit klachtonderdeel aangevoerde verwijt niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken. Verweerder heeft geen stukken in het geding gebracht waaruit kan blijken dat hij klager op de hoogte heeft gehouden van het verloop van de werkzaamheden.

Verweerder heeft gesteld dat hij bij aanvang van de zaak met klager de afspraak heeft gemaakt dat klager stukken zou aanleveren, in het bijzonder een verklaring van de accountant, waarmee de vordering jegens de wederpartij kon worden onderbouwd. Verweerder heeft nagelaten om, tegenover de betwisting van klager, deze door hem gestelde afspraak met stukken te onderbouwen. Daar het gezien de aangehaalde regel op de weg van verweerder lag om van belang zijnde afspraken met klager schriftelijk te bevestigen, komt het niet vastleggen daarvan voor risico van verweerder.

Voor zover verweerder zich had willen beroepen op een schriftelijke opdrachtbevestiging, had het op zijn weg gelegen dat stuk in het kader van het dekenonderzoek dan wel voorafgaande aan de zitting in het geding te brengen. Het aanbod, door verweerder ter zitting gedaan, om de overeenkomst alsnog over te leggen, acht de Raad tardief. Verweerder stelde geen overeenkomst bij zich te hebben.

Ten slotte is van belang dat verweerder ter zitting heeft verklaard dat hij niet heeft gereageerd op klagers brief van 19 januari 2009, waarin klager verzocht om over het verloop van zijn zaak te worden geïnformeerd.

5.3 Gezien het voorgaande is klachtonderdeel a gegrond.

Klachtonderdeel b

5.4 Verweerder heeft naar aanleiding van dit klachtonderdeel aangevoerd dat hij zich naar het bureau van Stichting X heeft begeven, alwaar hij met klager heeft gesproken, waarbij de afspraak zou zijn gemaakt dat verweerder een dagvaarding zou uitbrengen in een procedure tot verkrijging van een verklaring voor recht in plaats van de oorspronkelijk door klager gewenste vordering tot schadevergoeding van € 500.000,--.

Verweerder heeft – slechts – overgelegd de eerste pagina van een dagvaarding welke op 27 februari 2009 ten verzoeke van de Stichting X is betekend en waarbij de wederpartij werd gedagvaard voor de Rechtbank ’s-Gravenhage.

5.5 Klager heeft betwist dat hij op het bureau van Stichting X een bespreking met verweerder heeft gevoerd en heeft betwist dat hij verweerder opdracht heeft gegeven om een dagvaarding uit te brengen in een procedure waarin een verklaring voor recht werd gevraagd in plaats van de oorspronkelijke vordering tot schadevergoeding.

5.6 Tegenover de betwisting van klager heeft verweerder zijn verweer niet aannemelijk gemaakt. Ook hier geldt dat het op de weg van verweerder had gelegen om de door hem gestelde afspraken schriftelijk te bevestigen, en dat het ontbreken daarvan voor risico van verweerder komt.

5.7 Gelet op het voorgaande moet het ervoor worden gehouden dat verweerder de dagvaarding heeft uitgebracht zonder opdracht van klager.

Aldus doende heeft verweerder verwijtbaar onzorgvuldig gehandeld.

5.8 Klachtonderdeel b is gegrond.

Klachtonderdeel c

5.9 Bij de beoordeling van dit klachtonderdeel geldt naast het voormelde uitgangspunt ook de regel dat de advocaat gehouden is tot nauwgezetheid en zorgvuldigheid in financiële aangelegenheden.

5.10 Tegenover het verwijt in dit klachtonderdeel heeft verweerder niet aannemelijk gemaakt dat hij met klager duidelijke afspraken heeft gemaakt over de kosten van zijn bijstand.

Hetgeen bij klachtonderdeel a is overwogen met betrekking tot de door verweerder gestelde schriftelijke overeenkomst, is hier eveneens van toepassing.

5.11 Gelet op het voorgaande heeft verweerder verwijtbaar onzorgvuldig gehandeld op het punt van vastleggen van afspraken over de kosten van de dienstverlening.

5.12 Klachtonderdeel c is gegrond.

MAATREGEL

6.1 De Raad neemt in aanmerking dat verweerder zich blijkens het door hem gevoerde verweer veel te weinig bewust is geweest van zijn verantwoordelijkheden en verplichtingen als advocaat.

In dit verband is het de Raad opgevallen dat verweerder zelfs ter zitting de door hem gestelde overeenkomst van opdracht niet voorhanden had.

De Raad acht, gelet op de aard en de ernst van de begane overtredingen, de hierna vermelde maatregel passend en geboden.

BESLISSING

7.1 De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

 verklaart de klacht in alle onderdelen gegrond;

 legt als maatregel op een berisping.

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mr. W.J. Hengeveld, mr. P.J.E.M. Nuiten, mr. G.J. Schipper en mr. C.A. de Weerdt, leden, in aanwezigheid van mr. P. Rijpstra, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 december 2011.

griffier          voorzitter

Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiter¬lijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipli¬ne.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tot 15.00 uur.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.