ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2406 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3836/11.238

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2406
Datum uitspraak: 09-12-2011
Datum publicatie: 08-02-2012
Zaaknummer(s): R. 3836/11.238
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Een advocaat is niet gehouden een zaak te behandelen, waarvan hij meent dat deze niet kansrijk is. Uit de correspondentie volgt niet dat de advocaat klager heeft toegezegd dat hij zonder meer hoger beroep namens hem zou instellen. De advocaat heeft aangegeven dat hij eerst klager zal adviseren over de kansen op succes in hoger beroep.   De advocaat is bij zijn onderzoek van het procesdossier tot het inzicht gekomen dat hij een hoger beroep in klagers zaak moest afraden. Dit laatste staat de advocaat vrij. Een advocaat dient zijn cliënt ook te behoeden voor een procedure die zeer waarschijnlijk zal leiden tot een teleurstellend resultaat, waaronder een kostenveroordeling. Verweerder heeft het negatief hoger beroep advies tijdig aan klager doen toekomen, zodat klager nog gelegenheid had zich voor een second opinion.   De klacht is als kennelijk ongegrond afgewezen.

Verloop van de procedure

1 Bij klachtbrief van 9 mei 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Na het door de wet voorgeschreven onderzoek, verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam, is het dossier op 10 november 2011 bij de Raad van Discipline binnengekomen.

Inhoud van de klacht

2 Klager verwijt verweerder dat hij zich niet heeft gehouden aan klagers opdracht tot het instellen van hoger beroep tegen L. B.V..

De feiten

3 Uit de stukken blijkt het volgende:

- Bij vonnis van 18 februari 2011 van de Rechtbank Rotterdam, sector kanon, locatie Rotterdam is de vordering van L. B.V. op klager grotendeels toegewezen en klagers tegenvordering ter zake schadevergoeding/smartgeld op L. B.V. afgewezen.

- Klager heeft zich hierop tot verweerder gewend met het verzoek in hoger beroep zijn belangen te behartigen.

- Verweerder heeft een lichte adviestoevoeging aangevraagd en verkregen.

- Bij brief van 15 maart 2011 heeft verweerder klager bevestigd dat hij klager in eerste instantie zal adviseren over de kansen op succes in hoger beroep.

- Bij brief van 12 april 2011 heeft verweerder klager een negatief advies gegeven omtrent het voorgenomen hoger beroep. Verweerder heeft klager voorts bericht dat hij geen hoger beroep voor klager zal instellen en over zal gaan tot sluiting van het dossier.

- De hoger beroepstermijn verstreek op 18 mei 2011.

Beoordeling van de klacht

4.1 Vooropgesteld wordt dat een advocaat niet gehouden is een zaak te behandelen, waarvan hij meent dat deze niet kansrijk is. Uit de brieven van 15 maart en 12 april 2011 volgt niet dat verweerder klager heeft toegezegd zonder meer hoger beroep namens hem in te stellen. Integendeel, verweerder heeft aangegeven dat hij eerst klager zal adviseren over de kansen op succes in hoger beroep.

4.2 Verweerder heeft klager naar behoren, uitgebreid, gemotiveerd en tijdig geadviseerd. Verweerder is bij zijn onderzoek van het procesdossier tot het inzicht gekomen dat hij een hoger beroep in klagers zaak moest afraden. Dit laatste staat verweerder vrij. Een advocaat dient zijn cliënt ook te behoeden voor een procedure die zeer waarschijnlijk zal leiden tot een teleurstellend resultaat, waaronder een kostenveroordeling. Verweerder heeft het negatief hoger beroep advies tijdig aan klager doen toekomen, zodat klager nog gelegenheid had zich voor een second opinion tot een andere advocaat te wenden. 

4.3 Gelet op het voorgaande dient de klacht als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

Beslissende

Wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

Aldus gedaan door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage op 9 december 2011.

Plv. Voorzitter