ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1786 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3573/10.203

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1786
Datum uitspraak: 16-05-2011
Datum publicatie: 13-07-2011
Zaaknummer(s): R. 3573/10.203
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Door advocaat gemaakte fout leidt niet tot gegrondheid van de klacht. De advocaat heeft per direct excuses gemaakt en er zijn voor klager geen negatieve consequenties uit de fout voortgekomen.

PROCEDUREVERLOOP

1.1 Bij brief van 2 juli 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerster. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.

Het dossier is door de Raad ontvangen op 30 november 2010.

1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.

1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 14 maart 2011 .

Ter zitting is klager, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Verweerster is verschenen en werd ter zitting bijgestaan door mr. B.F. Desloover, advocaat te Rotterdam.

FEITEN

2.1 Verweerster heeft de behandeling van klagers strafzaak overgenomen van mr. P.

2.2 De raadkamerzitting van het hoger beroep van het bevel gevangenhouding heeft op 10 juni 2010 plaatsgevonden. Verweerster was bij de behandeling niet aanwezig.

2.3 De raadkamerzitting is vervolgens aangehouden tot 24 juni 2010.

2.4 De opvolgend advocaat van verweerster heeft deze zitting bijgewoond.

KLACHT

3. Klager verwijt verweerster fouten te hebben gemaakt; zij was namelijk niet aanwezig op de zitting in de raadkamer van het Hof. Verweerster heeft klager op 5 juni 2010 bezocht en verteld dat de zitting bij de raadkamer van het Hof op 11 juni 2010 zou plaatsvinden. Op 6 juni 2010 had klager echter de oproep ontvangen, waaruit volgde dat de zitting was bepaald op 10 juni 2010. Klager heeft deze oproep op 7 juni 2010 aan verweerster laten zien. Toch was verweerster op 10 juni 2010 niet aanwezig geweest. De zitting is vervolgens aangehouden tot 24 juni 2010, waardoor klager langer in bewaring moest blijven.

VERWEER

4. Verweerster heeft gesteld dat klager haar vanuit de penitentiaire inrichting heeft benaderd om de behandeling van de zaak over te nemen van mr. P. Telefonisch had mr. P. verweerster laten weten dat de betreffende zitting bij het Hof op 11 juni 2010 zou plaatsvinden. Van de Rechtbank Rotterdam had verweerster vernomen dat op die datum ook de raadkamerzitting met betrekking tot de verlenging van de gevangenhouding zou plaatsvinden. Verweerster heeft vervolgens contact opgenomen met de parketten en geregeld dat klager vanuit Den Haag naar Rotterdam vervoerd zou worden. Verweerster heeft klager hiervan op de hoogte gesteld tijdens een gesprek op 7 juni 2010. Verweerster heeft in de loop van de week de oproep van mr. P. ontvangen doch verzuimd te controleren of de datum in haar agenda en in de oproep dezelfde waren. Door deze vergissing is het kunnen gebeuren dat verweerster niet is verschenen ter raadkamer van het Hof op 10 juni 2010. Verweerster heeft op 11 juni 2010 de kwestie persoonlijk met klager besproken en haar excuses aangeboden voor het misverstand.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

5. Verweerster heeft erkend dat zij een fout heeft gemaakt. Verweerster heeft erop gewezen dat de voormalig advocaat van klager in dit kader niets te verwijten valt. Uit de stukken en de behandeling ter zitting is de Raad gebleken dat verweerster heeft ingezien dat zij een fout heeft gemaakt. De Raad is voorts gebleken dat voor klager geen negatieve consequenties uit de fout van verweerster zijn voortgevloeid. Gelet op het vorenstaande en het feit dat verweerster passende ruiterlijke excuses heeft gemaakt acht de Raad de klacht ongegrond.

BESLISSING

6. De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

 - verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mr. W.P. Brussaard, mr. A.J.N. van Stigt, mr. L.Ph.J. baron van Utenhove en mr. C.A. de Weerdt, leden, en mr. M. Boender-Radder, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 mei 2011.

griffier          voorzitter