ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2205 Raad van Discipline Arnhem 11-121

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2205
Datum uitspraak: 20-10-2011
Datum publicatie: 30-11-2011
Zaaknummer(s): 11-121
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Klachten waarbij klager geen belang heeft
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Klacht is kennelijk niet-ontvankelijk. Klager is als buurman van verweerders cliënt niet in een tuchtrechtelijk relevant belang getroffen.

11-121

BESLISSING VAN DE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

[ ]

      wonende te [  ]

      hierna te noemen: klager

      tegen

      mr. X

      advocaat te [  ]         hierna te noemen: verweerster

1. Op 2 augustus 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerster. De klacht is door mr. H.H. Tan, Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht, onderzocht. Na afronding van het onderzoek is de klacht bij brief van 6 oktober 2011 ter kennis gebracht van de Raad van Discipline. De brief van de Deken is op 7 oktober 2011 bij de Raad binnengekomen.

2. De klacht is door de Deken als volgt samengevat.

Klager verwijt verweerster dat zij zich laatdunkend, intimiderend en onnodig grievend tegenover hem zou hebben uitgelaten. Volgens klager heeft verweerster aldus de norm van artikel 46 Advocatenwet overschreden.

3. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Zij heeft aangevoerd dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht omdat klager geen procespartij is in de in zijn klacht genoemde procedures. Verder is niet gebleken dat enig belang van klager zelf is geschaad. Daarnaast voert verweerster aan dat zij de belangen van haar cliënte heeft behartigd, zoals dat ook haar taak is. Daarbij heeft zij niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.

4. De klacht heeft de volgende achtergrond.

Verweerster staat de buurvrouw van klager bij in een echtscheidingsprocedure. Klager onderhoudt contacten met de ex-echtgenoot van zijn buurvrouw en voelt zich als buurman persoonlijk betrokken bij de zaak. Klager heeft e-mails verzonden aan het mailadres van verweerster en verweerster heeft hierop gereageerd. De inhoud van haar reactie is aanleiding voor de klacht.

5. De voorzitter is van mening dat op de klacht met toepassing van art 46 g Advocatenwet kan worden beslist.

6. Bij de beoordeling van de klacht is van belang dat de Advocatenwet niet een klachtrecht in het leven heeft geroepen voor een ieder, doch slechts voor degene die door een handelen of nalaten van een advocaat in zijn of haar belang getroffen is. Klager is geen procespartij noch is gebleken dat enig belang van klager zelf is geschaad. Dat klager een buurman is van een cliënte van verweerster en als zodanig persoonlijk betrokken is bij de gang van zaken maakt dat niet anders.

Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing:

De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven op 20 oktober 2011 door mr. S.H. Bokx-Boom, voorzitter van de Raad van Discipline in het rechtsgebied van het Gerechtshof te Arnhem en in afschrift verzonden op 24 oktober 2011.

Voorzitter