ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2231 Raad van Discipline Amsterdam 11-026A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2231
Datum uitspraak: 06-12-2011
Datum publicatie: 06-12-2011
Zaaknummer(s): 11-026A
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Klacht gegrond, zonder maatregel
Inhoudsindicatie:  Klacht tegen eigen advocaat. Beroepsfout door niet binnen de wettelijke termijn beroep in te stellen tegen de beslissing op bezwaar van het UWV. Advocaat heeft direct na ontdekken fout cliënt benaderd en hem hierover geïnformeerd. Klacht gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 6 december 2011

in de zaak 11-026A

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 25 januari 2011 binnengekomen klacht van:

de heer

klager

tegen:

mevrouw mr.

verweerster

1. Verloop van de procedure

1.1. Bij brief van 24 januari 2011, door de raad ontvangen op 25 januari 2011, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2. De klacht is behandeld ter zitting van 3 oktober 2011 in aanwezigheid van partijen, waarbij klager ter zitting werd bijgestaan door zijn schoonzoon, de heer H. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3. De raad heeft kennisgenomen van de in § 1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad en van de bij die brief gevoegde stukken genummerd 1 t/m 9 met bijlagen.

2. Feiten

2.1. Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.

2.2. Bij beslissing van 19 augustus 2010 heeft het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) aan klager medegedeeld dat hij vanaf 27 augustus 2010 geen recht (meer) had op een uitkering op grond van de Ziektewet. Bij beslissing van 1 oktober 2010 heeft het UWV het bezwaar van klager tegen voormelde beslissing van 19 augustus 2010 ongegrond verklaard.

2.3. Klager heeft verweerster verzocht beroep in te stellen tegen voormelde beslissing op bezwaar. Bij faxbrief van 14 november 2010 heeft verweerster namens klager beroep ingesteld. Bij brief van 17 november 2010 is verweerster echter door de rechtbank erop gewezen dat het beroep niet is ingesteld binnen de wettelijke termijn.

2.4. Verweerster heeft op 19 november 2010 eerst de heer H. – die optrad als aanspreekpunt van klager – en later klager zelf telefonisch op de hoogte gebracht van haar fout en haar excuses aangeboden. Diezelfde dag heeft verweerster klager ook schriftelijk bevestigd dat zij te laat beroep had ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het UWV. Zij heeft klager geïnformeerd over de gevolgen ervan en hem gewezen op de mogelijkheid haar aansprakelijk te stellen voor de schade die klager mogelijk hierdoor zou lijden. Ook heeft verweerster klager gewezen op de mogelijkheid een klacht in te dienen.

2.5. Klager heeft verweerster bij brief van 24 november 2010 aansprakelijk gesteld.

3. Klacht

3.1. De klacht jegens verweerster houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld, doordat zij namens klager te laat beroep heeft ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het UWV. Als gevolg hiervan kan klager geen aanspraak meer maken op een Ziektewet-uitkering, aldus klager.

4. Beoordeling van de klacht

4.1. Voorop gesteld wordt dat een advocaat is gehouden bij de aan hem/haar toevertrouwde zaken de grootst mogelijke zorg te betrachten. Daaronder valt in ieder geval het tijdig instellen van een rechtsmiddel, als met de cliënt is afgesproken dat een rechtsmiddel zal worden ingesteld. Verweerster heeft erkend dat zij niet tijdig beroep heeft ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het UWV, terwijl klager hierom wel had verzocht. Door de beroepstermijn ongebruikt te laten verstrijken, is verweerster in de jegens haar cliënt te betrachten zorg ernstig tekortgeschoten. De klacht is derhalve gegrond.

5. Maatregel

5.1. Verweerster is ernstig tekortgeschoten in de zorg voor haar cliënt. Haar kan echter worden nagegeven dat zij na ontdekking van haar verzuim geen enkele poging heeft gedaan die tekortkomingen te verhullen. Zoals in de feiten is uiteengezet, heeft verweerster eerst de heer H. en vervolgens klager zelf opgebeld en hun van haar fout op de hoogte gebracht. Zij heeft haar excuses aangeboden. Diezelfde dag heeft verweerster klager ook schriftelijk bevestigd dat zij te laat beroep had ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het UWV. Zij heeft klager geïnformeerd over de gevolgen ervan en hem gewezen op de mogelijkheid haar aansprakelijk te stellen voor de schade die hij mogelijk hierdoor zou lijden. Ten slotte heeft verweerster in onderhavige klachtprocedure direct en openlijk toegegeven een fout te hebben gemaakt door te laat beroep in te stellen. In het licht van het voorgaande is de raad van oordeel dat een gegrondbevinding van de klacht zonder oplegging van een maatregel volstaat.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht gegrond.

Aldus gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mr. M.A. le Belle, mr. A.G. van Marwijk Kooy, mr. M.W. Schüller en mr. A.M. Vogelzang, leden, bijgestaan door mr. E.J.M. van Rijckevorsel-Teeuwen als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 december 2011.

voorzitter           griffier

Deze beslissing is in afschrift op 6 december 2011 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline door:

- verweerster

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076 – 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie

076 - 548 4607.