ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0230 Accountantskamer Zwolle 11/2129 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0230
Datum uitspraak: 16-01-2011
Datum publicatie: 23-01-2011
Zaaknummer(s): 11/2129 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: Klacht gegrond met doorhaling
Inhoudsindicatie:  Nadere maatregel wegens het niet betalen van een door de Accountantskamer opgelegde geldboete: doorhaling

ACCOUNTANTSKAMER

BESLISSING van 16 januari 2012 in de zaak met nummer 11/2129 Wtra Ak, welke zaak ingevolge artikel 5, vierde lid Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) is voortgevloeid uit de zaak met nummer 11/277 Wtra AK van

de voorzitter van het KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS  (NIVRA) ,

kantoorhoudende te Amsterdam,

K L A G E R ,

t e g e n

drs. Y ,

registeraccountant,

wonende te [woonplaats],

B E T R O K K E N E .

1. Het verloop van de procedure

1.1 De Accountantskamer heeft kennisgenomen van:

-          haar beslissing van 17 juni 2011 waarbij aan betrokkene - onder meer - de maatregel van een boete van € 6.000,00 is opgelegd;

-          de last tot tenuitvoerlegging van haar voorzitter d.d. 17 augustus 2011;

-          de door haar voorzitter aan betrokkene bij brief van 27 september 2011 geboden laatste gelegenheid tot betaling binnen een termijn van 2 weken;

-          de oproep van betrokkene d.d. 19 oktober 2011 voor het horen van haar ter openbare zitting van 5 december 2011 betreffende de eventuele ambtshalve oplegging van de maatregel van een (tijdelijke) doorhaling van de inschrijving van betrokkene in het register en

-          het op 1 december 2011 van betrokkene ontvangen e-mailbericht, houdende een reactie op de oproep van 19 oktober 2011.  

1.2 Betrokkene is, zoals hij in zijn e-mailbericht van 1 december 2011 heeft aangekondigd, niet ter zitting verschenen.

2. De vaststaande feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting stelt de Accountantskamer het volgende vast.

2.1 Betrokkene is sinds 10 juni 1992 ingeschreven in het accountantsregister bij het NIVRA. Hij is thans accountant in business.

2.2 Bij uitspraak van 17 juni 2011 is aan betrokkene wegens - kort weergegeven - het niet naleven van zijn PE-verplichtingen en het niet voldoen aan zijn informatieverplichting jegens het NIVRA onder meer de maatregel opgelegd van een geldboete van € 6.000,00. Deze beslissing is op 30 juli 2011 onherroepelijk geworden.

2.3 Bij last tot tenuitvoerlegging d.d. 17 augustus 2011 is betrokkene de gelegenheid geboden om de geldboete uiterlijk te voldoen op 15 september 2011. Betrokkene heeft niet op die last gereageerd en daar evenmin gevolg aan gegeven.

2.4 Vanwege het uitblijven van betaling is betrokkene bij brief van 27 september 2011 door de voorzitter van de Accountantskamer gewezen op artikel 5 van de Wet tuchtrechtspraak accountants dat bepaalt dat bij niet tijdige betaling (alsnog) aan betrokkene de maatregel van (tijdelijke) doorhaling kan worden opgelegd. Betrokkene is daarop verzocht om binnen twee weken een betalingsbewijs over te leggen dan wel alsnog binnen die termijn voor betaling zorg te dragen en van die betaling de Accountantskamer kennis te geven. Betrokkene heeft op die brief evenmin gereageerd.

2.5 Bij brief van 19 oktober 2011 is betrokkene opgeroepen voor de zitting van 5 december 2011.

2.6 Betrokkene heeft in een e-mailbericht van 1 december 2011 gereageerd en daarin onder meer naar  voren gebracht dat hij in verband  met een ontslag en een dreigende  alimentatieclaim na een echtscheiding lange tijd geen of een gering inkomen heeft genoten en daardoor geen PE-activiteiten heeft kunnen ontplooien en de boete niet heeft kunnen betalen, dat hij sinds kort weer actief is in de sfeer van het financieel management, dat hij alsnog bereid is om de boete te voldoen doch dat hij daarvoor nog enige maanden tijd nodig heeft.

3. De gronden van de beslissing

Omtrent het niet (tijdig) voldoen aan de last tot tenuitvoerlegging overweegt de Accountantskamer het volgende.

3.1 Betrokkene heeft de ontvangst van de last tot tenuitvoerlegging en van de brief van 27 september 2011 erkend. Hij heeft voorts niet betwist dat hij aan die last en die brief geen gevolg heeft gegeven en evenmin anderszins op die stukken heeft gereageerd. Hij heeft in zijn e-mailbericht te kennen gegeven dit onzorgvuldig van zichzelf te vinden en zulks te betreuren.

3.2 Wat er ook zij van de omstandigheden waarin betrokkene ten tijde van de overtredingen waarvoor aan hem een boete is opgelegd, verkeerde, van betrokkene kon na de oplegging van de boete verlangd worden alles in het werk te stellen om betaling mogelijk te maken, dan wel tijdig en op de juiste wijze gedocumenteerd op de voet van het derde lid van artikel 5 Wtra om verlenging van de betalingstermijn te vragen. Dit klemt te meer nu aan betrokkene bij brief van 27 september 2011 nog uitdrukkelijk om een reactie is verzocht. Dit heeft hij nagelaten en hij heeft het op een nadere zitting van de Accountantskamer laten aankomen. Dit stilzitten levert - opnieuw - strijd op met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

3.3 Alles in aanmerking nemende acht de Accountantskamer de nadere oplegging van de in artikel 2 sub e. Wtra bedoelde maatregel van een doorhaling van de inschrijving van betrokkene in het register als bedoeld in artikel 1, onder j. van de Wtra passend en geboden, met de bepaling dat de termijn, waarbinnen betrokkene niet opnieuw in het register kan worden ingeschreven, zes maanden bedraagt. Bij dit oordeel heeft de Accountantskamer rekening gehouden met de hoogte van de niet betaalde boete, met de omstandigheid dat betrokkene herhaaldelijk is gewaarschuwd voor een ambtshalve toepassing van het bepaalde in lid 4 van artikel 5 Wtra en dat desondanks betaling van de boete is uitgebleven.

3.4 De AFM en de voorzitter van het NIVRA dienen ingevolge artikel 9, tweede lid juncto artikel 47 Wtra, zodra deze uitspraak onherroepelijk is en de voorzitter van de Accountantskamer een last tot tenuitvoerlegging heeft uitgevaardigd, er voor zorg te dragen dat de opgelegde maatregel in het register bedoeld in artikel 1, sub j. Wtra wordt opgenomen.

4. De beslissing

De Accountantskamer:

·         legt terzake aan betrokkene op de - nadere - maatregel van doorhaling van de inschrijving van betrokkene in het register bedoeld in artikel 1, onder j. Wtra, met de bepaling dat de termijn, waarbinnen betrokkene niet opnieuw in het register kan worden ingeschreven, 6 (zes) maanden bedraagt. Deze doorhaling gaat in op de tweede dag volgend op de dag waarop deze beslissing onherroepelijk is geworden én de voorzitter van de Accountantskamer een last tot tenuitvoerlegging heeft uitgevaardigd;

·         verstaat dat de AFM en de voorzitter van het NIVRA na het onherroepelijk worden van deze uitspraak en de last tot tenuitvoerlegging van de voorzitter van de Accountantskamer zorgen voor opname van deze tuchtrechtelijke maatregel in het register bedoeld in artikel 1, onder j. Wtra.

Aldus beslist door mr. W.F. Boele, voorzitter, mr. M.J. van Lee, rechterlijk lid, en prof. dr. G.C.M. Majoor RA, accountantslid, in aanwezigheid van P.M. Foppen LLB, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van de Accountantskamer van 16 januari 2012.

_________                                                                            __________

secretaris                                                                               voorzitter

Deze uitspraak is naar partijen verzonden op :______________________

Ingevolge artikel 43 Wtra, juncto artikelen 31 en 32 Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, kunnen betrokkene dan wel de voorzitter van het NIVRA tegen deze uitspraak binnen 6 weken na verzending daarvan hoger beroep instellen door het indienen van een beroepschrift bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA te Den Haag. Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en de gronden van het beroep te bevatten.