ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0152 Accountantskamer Zwolle 10/1378 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0152
Datum uitspraak: 28-03-2011
Datum publicatie: 28-03-2011
Zaaknummer(s): 10/1378 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   Declaratieklacht feitelijk ongegrond. Het leggen van conservatoir beslag (of het dreigen daarmee) ten laste van een niet betalende client is in beginsel toelaatbaar, mits de accountant daarbij een zorgvuldige afweging maakt tussen zijn belang bij betaling en het belang van die client bij het vrijelijk kunnen beschikken over het beslagene. In casu geen juiste belangenafweging voor dreigen met beslag op de privégoederen van de bestuurder van de client. Echter, gezien de bijzondere omstandigheden van het geval toch geen tuchtrechtelijk vergrijp.  

ACCOUNTANTSKAMER

BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra)

v an 28 maart 2011 in de zaak met nummer 10/1378 Wtra AK van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Y ,

gevestigd te (plaats),

K L A A G S T E R ,

raadsvrouw: mr. C. Tomas,

t e g e n

Y ,

accountant-administratieconsulent,

kantoorhoudende te (plaats),

B E T R O K K E N E ,

raadsman: mr. B. Anik.

1. Het verloop van de procedure

1.1 De Accountantskamer heeft kennis genomen van het op 17 augustus 2010 ingekomen klaagschrift van 16 augustus 2010, met bijlagen, nader toegelicht bij brief van 26 augustus 2010, en van het op 5 november 2010 ingekomen verweerschrift van betrokkene van dezelfde datum.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de Accountantskamer van 6 december 2010, op welke zitting aanwezig waren - aan de zijde van klaagster - haar bestuurder de heer A en diens partner, tot bijstand vergezeld van hun raadsvrouw, mr. C. Tomas, advocaat te Oosterbeek, en - aan de zijde van betrokkene - Y AA in persoon, tot bijstand vergezeld van zijn raadsman, mr. B. Anik, advocaat te Arnhem.

1.3 Partijen hebben op deze zitting hun standpunten toegelicht, doen toelichten en geantwoord op vragen van de Accountantskamer.

2. De vaststaande feiten

Op grond van de inhoud van de gedingstukken en aan de hand van het verhandelde ter zitting stelt de Accountantskamer het volgende vast.

2.1 Betrokkene is lid van de NOvAA en werkzaam als openbaar accountant-administratieconsulent bij het kantoor Accountants en Belastingadviseurs te (plaats) (hierna: Accountants1).

2.2 Klaagster heeft in 2007 haar accountantswerkzaamheden ondergebracht bij Adviseurs en Accountants (hierna: Adviseurs1 ). Klaagster is in februari 2007 met Adviseurs1 overeengekomen dat zij daarvoor (vooralsnog) maandelijks een bedrag van € 500,-- (exclusief BTW) zou betalen en zij heeft dat ook telkens voldaan. Op 28 juni 2007 zond Adviseurs1 het bestuur van klaagster een offerte met - onder meer - als inhoud:

“Onze afspraak met betrekking tot de facturering van de door ons geleverde diensten is in

februari gemaakt op grond van de toen uitgewisselde gegevens. Aan de hand van de

verwerking tot op heden, hebben wij een beter inzicht van de werkzaamheden. Zoals

afgesproken willen wij een nieuwe overeenkomst voorleggen.

Algemeen

In 2006 bent u uw bedrijf Z gestart in (plaats). Over het boekjaar 2006 is door B een rapport samengesteld dat door ons is nagezien. De door ons geconstateerde verschillen zullen wij in het boekjaar 2007 corrigeren. Hierdoor is het niet nodig om een nieuw rapport samen te stellen, wat extra kosten met zich zou meebrengen. De correcties zijn vooral zaken die als privé uitgaven zijn geboekt, terwijl het zakelijke kosten moeten zijn. De netto loonadministratie sluit niet aan en de ingediende omzetbelasting en loonheffingen zijn vermoedelijk niet correct met de werkelijke gedane opgaven. Deze correcties zullen wij echter in 2007 rechttrekken.

De aangiften vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting 2006 zullen door ons worden verzorgd. Tevens zal een publicatierapport en een AVA vergadering door ons worden voorbereid.

2007

In de loop van dit jaar is vastgesteld dat het inboeken van de administratie door Adviseurs1 zal worden gedaan. Momenteel wordt deze bijgewerkt tot en met mei, waarna deze administratie per maand zal worden bijgehouden. U dient hiertoe maandelijks de administratie aan te leveren, zodat wij deze kunnen boeken.

De volgende werkzaamheden zullen periodiek voor u worden verricht:

Boeken administratie per maand 10 uur is 10 x € 50,- is per jaar      € 6.000,00

Verzorgen loonadministratie 110 per jaar x € 12.50              € 1.375,00

Samenstellen jaarrapport B.V.                                                            € 1.200,00

Verzorgen aangifte vennootschapsbelasting                                €    450,00

Verzorgen aangiften inkomstenbelasting                                       €    295,00

Samenstellen Publicatierapport                                                          €    250,00

Samenstellen AVA vergadering                                                         €    150,00

Totaal regulier jaarwerk                                                                           € 3.720,00

De afspraak die wij hadden gemaakt voor € 500,- per maand was mede ingegeven door het

feit dat wij in het begin veel extra werk moesten leveren. Eind juni is deze fase voorbij en is de administratie t/m mei ingeboekt.

De opstelling van de voorzienbare werkzaamheden over de komende periode tot en met juni 2008 zijn als volgt:

Aangifte vennootschapsbelasting 2006                                             €      450,00

Aangifte Inkomstenbelasting 2006                                                       €      295,00

Administratie 2007 inboeken t/m mei                                                €    2.500,00

Administratie inboeken juni t/m december 2007                        €   3.500,00

Jaarwerk zoals boven omschreven                                                      €   3.720,00

Loonadministratie                                                                                         €    1.375,00

inboeken administratie januari t/m juni 2008                                  €   3.000,00

Totaal te factureren juli 2007 t/m juni 2008                                   € 14.840,00

Reeds gefactureerde boekingen exact                                                €   1.287,50

Resteert                                                                                                                € 13.552.50

Dit is per maand € 1.129,38

Wij stellen het volgende voor: Vanaf 1 juli 2007 t/m 1 juni 2008 wordt maandelijks € 1.130,-- gefactureerd voor bovengenoemde werkzaamheden. De vaste facturen t/m juni 2007 blijven gehandhaafd. De opstartkosten voor Adviseurs1 waren veel hoger dan is berekend, maar dat boeken wij af terwille van een goede samenwerking. U ontvangt een creditnota voor de rekening d.d. 5 april ad. € 825,· excl. btw en voor de factuur dd 12 juni voor de berekening inzake huurcontract ad € 209,50 excl. btw.

Wij geven u in overweging om bijgaande machtiging te gebruiken voor de komende 12 maanden. Wij zullen dan zorgen voor de maandelijkse afboeking van de betaling.

Indien wij van u opdrachten ontvangen die niet onder deze regeling vallen, zullen wij de kosten van tevoren met u overleggen.”

Deze offerte was ondertekend door C AA.

2.3 Er zijn in 2007 accountantswerkzaamheden voor klaagster uitgevoerd en blijkens de bij productie 10 van het klaagschrift gevoegde grootboekkaart van rekening 4755 “Accountantskosten” uit de boekhouding van klaagster, heeft klaagster in de periode april t/m december 2007 meer dan € 10.000,-- aan accountantskosten betaald.

2.4 Per brief van 2 november 2007 heeft Adviseurs1 klaagster - onder meer - bericht:

-          dat de directie van Adviseurs1 had besloten een samenwerkingsverband aan te gaan met Accountants1;

-          dat op korte termijn de organisaties van Adviseurs1 en Accountants1 volledig zouden worden samengevoegd en geïntegreerd;

-          dat deze samenwerking perfect zou worden op 1 april 2008 wanneer de nieuwe gezamenlijke locatie aan de (straat) te (plaats) zou worden betrokken;

-          dat de beide vennoten van het kantoor de activiteiten van Adviseurs1 zouden voorzetten binnen het nieuwe samenwerkingsverband, waarmee gewaarborgd was dat zij klaagster zowel op korte als op lange termijn optimaal van dienst konden zijn;

-          dat daarnaast de uurtarieven van de werknemers op een gelijk niveau lagen, zodat op dit gebied geen veranderingen zouden optreden;

-          dat klaagster in de aankomende periode van de ontwikkelingen op hoogte zou worden gehouden.

Deze brief was ondertekend door mr. D FB en C AA.

2.5 Per brief van 15 september 2008 heeft betrokkene namens Accountants1 klaagster - onder meer - bericht dat de heer C AA zijn werkzaamheden bij Accountants1 niet wenste te continueren en dat, indien en voor zover klaagster de relatie met Accountants1 wenste te beëindigen, men dit gaarne zou vernemen. Mede naar aanleiding hiervan heeft op 24 oktober 2008 een bespreking plaatsgevonden tussen betrokkene en (bestuurders van) klaagster, waarbij de werkzaamheden van de heer C AA voor klaagster aan de orde kwamen. Na een globale beoordeling door betrokkene van de financiële administratie van klaagster over 2008 werd duidelijk dat die administratie bij voorkeur opnieuw diende te worden ingeboekt. Toezending door Accountants1 van de maandelijkse factuur van € 500,-- (excl. BTW) aan klaagster werd stopgezet. Klaagster heeft in 2008 zeven van die facturen van € 500,-- (excl. BTW) voldaan, alsmede een factuur voor werkzaamheden inzake de oprichting van een andere B.V. (Holding B.V.1) en een factuur voor de salarisadministratie, alle tezamen een totaalbedrag van € 4.168,14 belopend.

2.6 Na de bespreking van 24 oktober 2008 heeft, na regelmatige contacten tussendoor, op 30 december 2008 een uitgebreide bespreking ten kantore van betrokkene plaatsgevonden tussen klaagsters bestuur en betrokkene en diens medewerkster E waarbij de uitvoering van de werkzaamheden van Accountants1 voor klaagster aan de orde zijn gekomen. Na die bespreking heeft klaagster op 5 januari 2009 de administratie door betrokkene laten ophalen. Vervolgens zijn door betrokkene en diens kantoor werkzaamheden voor klaagster verricht en zijn resultaten daarvan door betrokkene aan klaagster opgeleverd en door haar akkoord bevonden.

2.7 Bij brief van 23 april 2009 heeft betrokkene namens Accountants1 klaagster een factuur gezonden voor de “verrichte werkzaamheden in de periode t/m maart 2009, conform bespreking 30 december 2008”. Met die factuur werd een bedrag van in totaal € 9.600,-- (11.424,00 incl. BTW) aan klaagster in rekening gebracht voor:

- verwerken van de financiële administratie 2008 (€ 2.700),

- verwerken van de salarisadministratie (€ 1.500),

- samenstellen van de jaarrekening 2008 van Holding B.V.1  (€ 1.600),

- samenstellen van de jaarrekening 2008 van klaagster (€ 2.900),

- opstellen van de aangifte vennootschapsbelasting 2008 (€ 300),

- opstellen van de aangiften inkomstenbelasting 2008 (€ 400) en

- opstellen van de notulen en de publicatiestukken 2008 (€ 200).

In de begeleidende brief bij deze factuur verklaarde betrokkene zich bij voorbaat akkoord met een betaling ervan door klaagster in 12 maandelijkse termijnen van  € 952,--. Na protesten van klaagster tegen deze factuur hebben daarover besprekingen tussen klaagster en betrokkene plaatsgevonden. Deze hebben niet geresulteerd in betaling van de factuur door klaagster en bij brief van 21 mei 2010 is klaagster door Accountants1 een kopie van de factuur van 23 april 2009 gezonden. In deze brief stond vermeld:

“Enige tijd geleden heeft de heer Y bij u in de zaak een bespreking met u gevoerd en de openstaande posten alsmede de onderbouwing van deze posten met u besproken.

Hieruit is naar voren gekomen dat de werkzaamheden overeenkomstig de afspraken aan u in rekening zijn gebracht.

Helaas geeft u geen enkel gevolg aan uw verplichting om de facturen te betalen noch hier-over te communiceren. Wij berichten u dat wij u aan de verplichting houden om de facturen te betalen.

Alle werkzaamheden zijn verricht en overeenkomstig gefactureerd, u heeft ruimschoots de

gelegenheid gehad facturen te bestrijden of te betwisten, wij hebben niets van u vernomen.

Vanaf de vervaldatum zullen wij u tevens de wettelijke rente in overeenstemming met onze algemene voorwaarden in rekening brengen.

Wij stellen u in de gelegenheid uiterlijk 31 mei a.s. met een betalingsvoorstel te komen.

Separaat hebben wij bijgevoegd de rente nota over de periode tot en met maart 2010.

Voor de volledigheid sturen wij tevens een kopie van de openstaande nota.

Indien en voor zover u wederom nalaat te reageren en niet voor genoemde datum met een passend aflossingsschema komt, zullen wij het dossier uit handen geven aan de gerechts-deurwaarder waarbij alle bijkomende kosten vanzelfsprekend ook voor u rekening komen.

Wij vertrouwen erop dat u niet zover zult laten komen en met een passend voorstel komt.”

2.8 Klaagster heeft hierop haar advocaat laten reageren per brief van 3 juni 2010, waarin tot de slotsom werd gekomen dat klaagster nog slechts een bedrag van € 2.000,-- (te vermeerderen met BTW) aan Accountants1 verschuldigd was. Op deze brief heeft de advocaat van klaagster een e-mail aan Accountants1 doen volgen, waarin werd verzocht klaagster een creditfactuur ad € 11.424,-- en een nieuwe factuur ad € 2.000,-- (te vermeerderen met BTW) te zenden.

2.9 Accountants1 heeft hierop laten weten niet langer bereid te zijn de loonadministratie voor klaagster te verzorgen, waarop de advocaat van klaagster reageerde met brieven van 7 juli 2010 en 16 juli 2010, waarin - onder meer - Accountants1 aansprakelijk werd gehouden voor eventuele door klaagster te lijden schade en werd medegedeeld dat klaagster de mogelijkheden onderzocht om een klacht tegen betrokkene in te dienen. Hierop is door Accountants1 geantwoord met een brief van 23 juli 2010, inhoudende:

“Naar aanleiding van uw schrijven van 3 juni 2010 berichten wij u als volgt;

U bevestigt dat cliënte in 2007 opdracht heeft verstrekt aan Adviseurs en Accountants1 (hierna te noemen Adviseurs1). U bevestigt dat cliënte vanaf 2007 steeds een factuur heeft ontvangen van Finmaat ad € 500,00 per maand exclusief BTW.

Uw informatie is echter niet volledig en niet correct. De € 6.000,00 per jaar waaraan u refereert, is namelijk slechts afgesproken voor het verwerken van een financiële administratie, hetgeen los staat van overige werkzaamheden zoals:

- het voeren van een salarisadministratie

- het samenstellen tot een jaarrekening

- het verzorgen van de aangiften vennootschapsbelasting

- het verzorgen van de aangiften inkomstenbelasting

- het opstellen van publicatiestukken

Wij sluiten als bijlage 1 bij de offerte van Adviseurs1 d.d. 28 juni 2007. Als bijlage 2 sluiten wij bij de grootboekkaart van X BV "accountantskosten" over 2007 met een saldo van € 11.337,01. Hieruit blijkt dat de offerte d.d. 28 juni 2007 feitelijk werd gevolgd en deze betrof meer dan alleen € 500,- per maand (€ 6.000,00 per jaar). Een opsomming van de werkzaamheden door Adviseurs1 in tot de werkzaamheden geven wij later in dit schrijven weer.

Uw stelling treft derhalve geen doel. U geeft de feitelijke situatie bewust onjuist weer.

De ingangsdatum van de samenwerking met onze organisatie is niet per 1 april 2008 zoals u aangeeft, maar per 1 januari 2008. Cliënte is hierover conform geïnformeerd.

Vanaf januari 2008 ontving cliënte facturen van onze organisatie, allereerst ten bedrage van € 500,-- per maand exclusief BTW. De eerste betaling hiervan ontvingen wij van cliënte op 27 maart 2008.

U geeft aan dat binnen 5 maanden na de "fusie" met onze organisatie er wederom een splitsing plaatsvond. Ook deze informatie is niet correct. Per 1 januari 2008 heeft Accountants1 alleen het klantenbestand van Adviseurs1 overgenomen.

Onze organisatie heeft de relatie in september 2008 verbroken met de heer C, voormalig behandelaar van cliënte. Cliënte is hierover inderdaad schriftelijk geïnformeerd.

Mede naar aanleiding hiervan heeft een bespreking plaatsgevonden op oktober 2008 tussen

ondergetekende en cliënte, naast het bespreken van de jaarrekening 2007, is het beëindigen van de relatie met de heer C uitgebreid aan de orde gekomen.

Tijdens dit gesprek is door cliënte namelijk een grote mate van onvrede aangegeven over de werkwijze van de heer C.

Naar aanleiding hiervan heeft ondergetekende de financiële administratie over het boekjaar 2008 globaal beoordeeld en is duidelijk geworden dat het de voorkeur genoot de administratie over het boekjaar 2008 opnieuw te boeken.

Ondergetekende heeft tevens aangegeven dat, inzake facturatie hiervan, separaat afspraken zouden moeten worden gemaakt Onze organisatie is vanaf dat moment tijdelijk gestopt met het toezenden van de maandelijkse facturen ad € 500,00 (daar wij ook de administratie niet meer verwerkten voor cliënte).

In totaal is er, in 2008, door onze organisatie 8 x een nota aan cliënte gestuurd ad € 500,00 exclusief BTW. Tevens is er 1 additionele nota verzonden inzake oprichting B.V. en tot slot 1 factuur over september 2008 inzake salarisadministratie. Totaal heeft cliënte derhalve betaald een bedrag ad € 4.168,14.

Cliënte heeft 7 facturen ad € 500,00 exclusief BTW voldaan, alsmede de additionele factuur en de factuur inzake salarisadministratie. Totaal heeft cliënte derhalve betaald een bedrag ad € 4.168,14.

U geeft aan dat onze organisatie vanaf 2009 (na opmaken van de jaarrekeningen van 2008 X B.V. en van Holding B.V.1) slechts nog een salarisadministratie voert voor cliënte, dit is correct.

U geeft aan dat er nimmer is gesproken over additionele werkzaamheden, echter dit heeft in deze context in het geheel niets te maken met de opdracht voor uitvoer van de salaris-administratie in 2009, uw stelling is dus wederom niet correct, is suggestief en treft geen enkel doel.

Na de eerder genoemde bespreking van 24 oktober 2008 is regelmatig contact met elkaar geweest omtrent het opmaken van de jaarrekeningen 2008 en het opnieuw verwerken van de financiële administratie over 2008.

Op 30 december 2008 hebben cliënte, ondergetekende en E een uitgebreide bespreking gevoerd ten kantore van onze organisatie, inzake de uitvoering van deze werkzaamheden en de kosten die hiermee gemoeid zouden gaan.

Bij deze bespreking op 30 december 2008 is duidelijk afgesproken met cliënte en cliënte is hier ook mee akkoord gegaan dat hiervoor een bedrag in rekening gebracht zou worden van € 9.600,00 exclusief BTW (welk bedrag ook feitelijk in rekening is gebracht).

Cliënte is zoals aangegeven hiermee mondeling akkoord gegaan en heeft op 05 januari 2009 de administratie bij haar thuis op laten halen door ondergetekende.

De jaarrekeningen met bijbehorende stukken zijn aan cliënte opgeleverd en akkoord

bevonden.

Op 23 april 2009 is de factuur conform gemaakte afspraak opgemaakt en verzonden met een begeleidend schrijven waarvan wij kopie bijsluiten als bijlage 3.

Uw stelling dat cliënte zeer verbaasd was een nota van een dergelijk bedrag te ontvangen is dan ook in het geheel niet correct. Niet uw cliënte kan verbaasd zijn, doch wij zijn zeker verbaasd, gezien de duidelijke mondelinge afspraken die tussen ons bestonden.

In tegenstelling tot hetgeen u beweert, heeft cliënte niet direct na ontvangst contact gezocht met onze organisatie, noch heeft cliënte, conform onze algemene voorwaarden, schriftelijk gereclameerd inzake de nota (tot op heden is dit niet gebeurd).

Nadien hebben er op verzoek van cliënte besprekingen plaatsgevonden waarbij door ondergetekende telkens werd aangegeven dat, net als in het begeleidend schrijven van 23 april 2009 (bijlage 3) al werd voorgesteld, dat wij het acceptabel zouden vinden als cliënte in termijnen betaalt, tevens werd telkens aangegeven dat er geen discussie kan bestaan omtrent de hoogte van de factuur, immers, op 30 december 2008 was hierover reeds een duidelijke afspraak gemaakt. Wel werd aangegeven dat cliënte welkom was een betalingsvoorstel te doen.

U geeft aan dat uw cliënte de verwachting had een nota te ontvangen van € 2.000, u refereert hiermede blijkbaar naar de afspraak die u zegt dat cliënte had met Adviseurs1.

Wij verwijzen in deze naar pagina 1 van ons schrijven waarbij wij onderstaand nader weergeven welke werkzaamheden door onze organisatie zijn uitgevoerd vanaf januari 2008, daarachter geven wij de bedragen weer zoals zijn geoffreerd door Adviseurs1:

Cf afspraak Adviseurs1

                                                                               €                         

Samenstellen van 1 jaarrekening 2007                                   1.200,00

Opstellen van het publicatierapport 2007                                 250,00

Opstellen van de notulen A v A                                                      150,00

Opstellen van de aangifte VPB 2007                                            450,00

Opstellen van de aangiften IB 2007                                              295,00

Salarisadministratie 12 maanden 2008                                    1.375,00

Werkzaamheden inzake oprichting BV                                   Additioneel

Verwerken financiële administratie 2008                               6.000,00

Samenstellen van 2 jaarrekeningen 2008                               2.400,00

Opstellen van 2 x publicatierapporten 2008                            500,00

Opstellen van 2 x notulen AvA                                                        300,00

Verzoek fiscale eenheid                                                                   Additioneel

Opzetten salarisadministratie holding                                       Additioneel

Opstellen van aangifte VPB 2008                                                  450,00

Opstellen van de aangiften IB 2008                                                295,00

Totaal                                                                                                       13.665,00

Hetgeen door Accountants1 is gefactureerd en betaald door cliënte blijkt uit onderstaand resumé:

                                                                       €                                 €                     

                                               Gefactureerd door Accountants1  Betaald door cliënte

8x factuur  à € 500                                         4.000,00                      3.500,00

1 x factuur additioneel inzake oprichting          550,00                        550,00

1 x factuur salarisadministratie sept 2008         118,14                        118,14

1 x factuur afwikkelen jaarwerk 2008                9.600,00                                            

    14.268,14                    4.168,14

NB alle genoemde bedragen zijn exclusief BTW.

Zoals nu zichtbaar is gemaakt, bestaat er een aanzienlijk verschil in hetgeen is betaald door cliënte en wat door onze organisatie is uitgevoerd in overleg met cliënte en tevens is overeengekomen voor de uitvoering van de werkzaamheden.

Op basis van bovenstaande uiteenzetting hebben wij onze vordering aannemelijk gemaakt en gestaafd en is cliënte onze organisatie nog steeds schuldig een bedrag ad € 14.268,14 minus € 4.168, 14 = € 10.100,00 exclusief BTW, rente vanaf de vervaldatum en gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten.

Wij stellen cliënte voor een laatste maal in de gelegenheid om aan haar verplichtingen te voldoen jegens Accountants1, en wel binnen 5 werkdagen na dagtekening van dit schrijven. Hierna zullen wij overgaan tot beslaglegging op zowel zakelijke als privé eigendommen. Ook deze kosten komen dan voor rekening van cliënte.

2.10 Nadat (het kantoor van) betrokkene een civiele procedure tegen klaagster is begonnen en nadat in het kader daarvan conservatoir beslag was gelegd, heeft klaagster op 17 augustus 2010 bij de Accountantskamer een klacht tegen betrokkene ingediend.

3. De klacht

3.1 De klacht houdt in dat de wijze waarop Accountants1 onder verantwoordelijkheid van betrokkene is omgegaan met klaagster niet alleen uitermate onprofessioneel, maar ook onoirbaar is (in de zin van de voor betrokkene geldende gedrags- en beroepsregels, begrijpt de Accountantskamer).

3.2 De klacht behelst twee onderdelen, te weten:

-          betrokkene heeft onjuiste informatie verstrekt aan klaagster en zonder enige vooraankondiging klaagster een factuur gezonden ten bedrage van € 11.424,- of € 13.665,-, terwijl dit bijna tweemaal zo veel is als de normale jaarkosten aan accountancywerkzaamheden voor klaagster en de hoogte van de factuur bovendien onduidelijk is, nu er werkzaamheden in worden opgesomd die per keer een verschillend prijskaartje kennen en die niet vooraf met klaagster zijn besproken en/of overeengekomen, en

-          betrokkene heeft gedreigd met het leggen van beslag op zowel de zakelijke als privébezittingen van klaagster en haar bestuurders.

4. Beoordeling

Omtrent de klacht en het daartegen gevoerde verweer overweegt de Accountantskamer het volgende.

4.1 Bij de beoordeling van de klacht stelt de Accountantskamer vast dat het in de klacht aan betrokkene verweten handelen en/of nalaten zou hebben plaatsgehad na de beëindiging van de samenwerking van Accountants1 met de heer C AA (vanaf september 2008) en dat dit daarom moet worden getoetst aan de sinds 1 januari 2007 vigerende Verordening gedragscode (AA’s) (hierna:VGC) en wel in het bijzonder aan het voor iedere accountant-administratieconsulent geldende deel A en het voor openbaar accountants-administratieconsulenten geldende deel B1 daarvan.

4.2 Daarbij stelt de Accountantskamer voorop dat het in een tuchtprocedure als de onderhavige in beginsel aan klager is om feiten en omstandigheden te stellen en - in geval van (gemotiveerde) betwisting - aannemelijk te maken, die tot het oordeel kunnen leiden dat de betrokken accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

4.3 Het eerste onderdeel van de klacht ziet op het factureren van de onder 2.7 en 2.9 vermelde bedragen. Volgens het tweede onderdeel van de klacht heeft betrokkene ten onrechte gedreigd met beslaglegging. Klaagster heeft geen concrete (gedrags- of beroeps)regel genoemd die door betrokkene zou zijn geschonden. De Accountantskamer begrijpt uit klaagsters stellingen dat zij beoogt aan de orde te stellen of het handelen van betrokkene strijd oplevert met (een of meer van) de fundamentele beginselen betreffende integriteit, deskundigheid en zorgvuldigheid en professioneel gedrag als bedoeld in artikel A-100.4 onder a., c. en e. (en nader omschreven in de hoofdstukken A-110, A-130 en A-150) van de VGC. Deze beginselen zullen dan ook de toetssteen dienen te vormen bij de beoordeling van de klacht en het daartegen gevoerde verweer.

4.4.1 De kennelijk aan het eerste klachtonderdeel ten grondslag liggende stelling dat klaagster mocht menen dat zij per jaar niet meer dan € 6.000,-- aan (het kantoor van) betrokkene hoefde te betalen voor alle voor haar uit te voeren accountantswerkzaamheden, kan reeds geen stand houden in het licht van het hiervoor onder 2.3 vastgestelde, te weten dat zij alleen al over de maanden april tot en  met december 2007 meer dan € 10.000,-- aan accountantskosten heeft betaald.

4.4.2 Dat volgens klaagster de hoogte van de factuur bovendien onduidelijk is nu er werkzaamheden in worden opgesomd die per keer een verschillend prijskaartje kennen, is in het licht van hetgeen hiervoor onder 2.7 omtrent die factuur is vastgesteld en hetgeen door of namens betrokkene hiertegen is aangevoerd, naar het oordeel van de Accountantskamer niet aannemelijk geworden.

4.4.3 Dat de werkzaamheden en de kosten daarvan niet vooraf met klaagster zijn besproken en/of overeengekomen, is door betrokkene weersproken met de mededeling dat zulks wel en uitvoerig zou zijn geschied bij de uitgebreide bespreking op 30 december 2008 ten kantore van betrokkene tussen het bestuur van klaagsters en betrokkene en diens medewerkster en dat daarbij niet alleen de uitvoering van de werkzaamheden van Accountants1 voor klaagster, maar wel degelijk ook de kosten daarvan aan de orde zijn gekomen en dat over die kosten (€ 9.600,-- excl. BTW) ook een akkoord werd gesloten. Klaagster heeft dit deel van haar klacht - evenals het vorige - na weerspreking door of namens betrokkene niet nader van een feitelijke grondslag voorzien. In het licht van wat hiervoor in rechtsoverweging 4.2 voorop is gesteld en gelet op wat hierover over en weer is aangevoerd, is de Accountantskamer dan ook van oordeel dat wat klaagster betrokkene hier verwijt evenmin aannemelijk is geworden.

4.4.4 Overigens wreekt zich hier wel het achterwege laten van een schriftelijke vastlegging van de opdracht, maar volgens de hier van toepassing zijnde standaard (NVCOS) 4410 inzake “opdrachten tot het samenstellen van financiële overzichten” dient de accountant er zich slechts van te overtuigen dat er tussen de opdrachtgever en hem overeenstemming bestaat over de voorwaarden van de opdracht en wordt een schriftelijke opdrachtbevestiging niet voorgeschreven doch slechts aanbevolen. Het achterwege laten ervan levert in dit geval dan ook geen schending op van het fundamentele beginsel van “professioneel” gedrag of enige andere voor betrokkene geldende beroeps- of gedragsregel, nu niet aannemelijk is gemaakt dat betrokkene zich er niet van heeft overtuigd dat er tussen de opdrachtgever en hem overeenstemming bestond over de voorwaarden van de opdracht. Op grond van al het vorenstaande moet het eerste klachtonderdeel dan ook ongegrond worden verklaard.

4.5.1 Met betrekking tot het tweede klachtonderdeel stelt de Accountantskamer voorop dat  het leggen van conservatoir beslag ten laste van een niet betalende cliënt in beginsel toelaatbaar moet worden geacht, mits de accountant daarbij een zorgvuldige afweging heeft gemaakt tussen zijn belang bij betaling van zijn facturen en het belang van die cliënt bij het vrijelijk kunnen beschikken over het beslagene. Dat betrokkene zulk een afweging niet heeft gemaakt is gesteld noch aannemelijk geworden. Ter zitting is immers door de raadsvrouw van klaagster medegedeeld dat het conservatoir beslag (slechts) op de inventaris van klaagster is gelegd.

4.5.2 Overigens stelt de Accountantskamer vast dat klaagster zich niet beklaagt over het feit dat betrokkene te harer laste beslag heeft doen leggen, maar dat betrokkene heeft gedreigd met het leggen van beslag op zowel de zakelijke als privébezittingen van klaagster en haar bestuurders.

4.5.3 Gelet op het hiervoor onder 4.5.1 overwogene ten aanzien van het leggen van conservatoir beslag ten laste van klaagster, valt niet in te zien dat het ermee dreigen door betrokkene zonder meer als onoirbaar zou kunnen of moeten worden aangemerkt. Ook tegen het dreigen met het leggen van conservatoir beslag op privébezittingen van de bestuurders van klaagster zou onder omstandigheden na een juiste belangenafweging in beginsel geen bezwaar behoeven te bestaan. Echter, in het onderhavige geval bestond daartoe geen enkele aanleiding, althans zulk een aanleiding is gesteld noch aannemelijk geworden. Kennelijk heeft betrokkene vóór het uiten van dit dreigement dan ook geen zorgvuldige afweging gemaakt als hiervoor bedoeld.

Nu betrokkene echter de brief waarin het onderwerpelijke dreigement werd geuit niet aan klaagster zelve heeft toegezonden maar  aan haar advocaat mr. Wakim, die als jurist wist dat een bestuurder van een vennootschap slechts bij uitzondering in privé aansprakelijk is voor schulden van de vennootschap en die klaagster ter zake heeft kunnen geruststellen, kan dit geen gegrond tuchtrechtelijk verwijt jegens betrokkene opleveren en moet ook dit klachtonderdeel ongegrond worden verklaard.

4.6 Nu ook overigens niet is gebleken of aannemelijk geworden dat betrokkene in de onderhavige zaak heeft gehandeld in strijd met de voor hem geldende regelgeving, dient op grond van al het hiervoor overwogene als volgt te worden beslist.

5. Beslissing

De Accountantskamer verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

Aldus beslist door mr. M.B. Werkhoven, voorzitter, mr. H. de Hek en mr. E.A. Maan, (rechterlijke leden), prof. dr. G.C.M. Majoor RA en P. van de Streek AA, (accountantsleden), in aanwezigheid van W. Welmers, secretaris en uitgesproken in het openbaar op 28 maart 2011.

_________                                                                              __________

secretaris                                                                                voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op:_______________________

Ingevolge artikel 43 Wtra, juncto artikelen 31 en 32 Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, kunnen klaagster en/of betrokkene dan wel de voorzitter van de NOvAA tegen deze uitspraak binnen 6 weken na verzending daarvan hoger beroep instellen door het indienen van een beroepschrift bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, postbus 20021, 2500 EA te Den Haag. Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en de gronden van het beroep te bevatten.