ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0772 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW362.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0772
Datum uitspraak: 30-12-2011
Datum publicatie: 30-08-2012
Zaaknummer(s): GDW362.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Ten onrechte gelegd beslag. Klacht gegrond. Geen maatregel omdat de gerechtsdeurwaarder het beslag terstond heeft opgeheven en aan klaagster de kosten van de Bank heeft vergoed.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 30 december 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 362.2011 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 26 mei 2011 heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 21 juni 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 6 december 2011 waar klaagster en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 30 december 2011.

1. De feiten

a)      De gerechtsdeurwaarder heeft op 6 april 2011 een vonnis betekend aan klaagster met bevel tot betaling van de proceskosten.

b)      Op 6 mei 2011 heeft klaagster de gerechtsdeurwaarder om een betalingsregeling verzocht, waarna de gerechtsdeurwaarder op 10 mei 2011 de betalingsregeling aan klaagster heeft bevestigd.

c)      Bij exploot van 16 mei 2011 is ten laste van klaagster beslag gelegd onder de ING bank.

d)     Bij brief van 19 mei 2011 heeft klaagster bezwaar gemaakt tegen het gelegde beslag waarna dit door de gerechtsdeurwaarder is opgeheven.

e)      Op 27 mei 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder de door de bank ingehouden kosten aan klaagster vergoed.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder - kort samengevat – dat deze onterecht beslag heeft gelegd. Haar zakenrekening is door het beslag belast voor een bedrag van € 2720,48, een bedrag dat overigens slechts ten dele op haar rekening stond. Pas op 25 mei 2011 is het saldo van de beslagen rekening vrijgegeven.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat aan klaagster een vonnis is betekend met bevel tot betaling voor de proceskosten. Na een beslagwaarschuwing op 6 mei 2011 heeft klaagster een verzoek voor een betalingsregeling gedaan. Die regeling is op 10 mei 2011 aan klaagster bevestigd. Het dossier is echter niet uit de beslagroute gehaald waardoor abusievelijk beslag is gelegd ten laste van klaagster. Na een telefoontje van klaagster is terstond aangegeven dat door een miscommunicatie de betalingsregeling niet goed is verwerkt en ten onrechte beslag is gelegd. Een medewerker heeft klaagster zijn verontschuldigingen aangeboden. Het beslag is dezelfde dag opgeheven. De administratieve afwikkeling bij ING heeft enige dagen op zich laten wachten. De door ING bij klaagster in rekening gebrachte kosten zijn door de gerechtsdeurwaarder vergoed.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. De klacht is ingediend tegen het kantoor van de gerechtsdeurwaarder hetgeen op grond van de wet niet mogelijk is. Gerechtsdeurwaarder [     ] heeft zich echter opgeworpen als beklaagde en wordt als zodanig aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van de beschikking al rekening gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.3 Klaagster stelt dat het beslag een bedrag heeft getroffen dat niet op haar rekening stond. Uit het overgelegde exploot blijkt dat de gerechtsdeurwaarder beslag heeft gelegd voor een bedrag van € 561,14. Uit het door klaagster ter zitting overgelegde overzicht van af- en bijschrijvingen van haar rekening valt op geen enkele wijze op te maken wat er mis is gegaan. In elk geval is niet gebleken dat, zoals door klaagster in haar brieven vermeld, de gerechtsdeurwaarder de bank heeft misleid met een vals document om haar zakenrekening te beslaan voor een bedrag van € 2.730,48. De gerechtsdeurwaarder was in het bezit van een vonnis waarin klaagster tot betaling van proceskosten was veroordeeld. 

4.4 Naar het oordeel van de Kamer is de klacht met betrekking tot het ten onrechte gelegde beslag terecht voorgesteld. De gerechtsdeurwaarder heeft dat ook erkend. In die zin dient de klacht dan ook gegrond te worden verklaard. De Kamer ziet geen aanleiding om tot het opleggen van een maatregel over te gaan. De Kamer heeft daarbij meegewogen dat de gerechtsdeurwaarder het beslag terstond heeft opgeheven en aan klaagster de kosten van de Bank heeft vergoed.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        laat het opleggen van een maatregel achterwege.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.M. Patijn en M.J-M.L. Baudoin leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 december 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.