ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0770 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW314.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0770
Datum uitspraak: 30-12-2011
Datum publicatie: 22-06-2012
Zaaknummer(s): GDW314.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Wijze van uitbrengen dagvaarding. Gelet op de ter zitting gegeven toelichting en op de overgelegde foto’s is de situatie ter plaatse verwarrend. De deur waarnaar de deurwaarder zich heeft begeven was feitelijk de achterdeur van het pand, maar dat is gezien de situatie ter plaatse niet direct duidelijk, terwijl enige aanduiding dat de brievenbus zich aan de andere zijde van het pand bevond, ontbrak. Onder die omstandigheden is het niet onbegrijpelijk dat de gerechtsdeurwaarder meende dat hij zich op het juiste adres, maar zonder brievenbus bevond. Omdat het daarvan uitgaande niet mogelijk was om het afschrift in gesloten envelop achter te laten, heeft de gerechtsdeurwaarder juist gehandeld door de dagvaarding ter post te bezorgen. Klacht ongegrond.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van  27 december 2011 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 314.2011 ingesteld door:

[     ],

in zijn hoedanigheid van directeur van [     ] BV,

klager,

in persoon verschenen,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 4 mei 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarders.

Op 7 juli 2011 is het aangehechte verweerschrift met bijlagen, van de gerechtsdeurwaarder ontvangen.

De zaak is behandeld ter zitting van 20 december 2011. Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

1.      De feiten

-          De gerechtsdeurwaarder heeft van de [     ] opdracht gekregen een vordering op klager te innen.

-          Omdat betaling ondanks diverse aanmaningen uitbleef, is klager gedagvaard om op 24 maart 2011 bij de kantonrechter te [     ] te verschijnen. Klager is daar niet verschenen waarna op 31 maart 2011 ten laste van klager een verstekvonnis is gewezen.

-          Klager en de gerechtsdeurwaarder hebben nadien gecorrespondeerd over de vraag of de dagvaarding op de juiste wijze is betekend.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat en in hoofdzaak over dat de gerechtsdeurwaarder zich door de wijze waarop hij de dagvaarding heeft uitgebracht en nadien naar klager heeft gereageerd, niet heeft gehandeld zoals het een goed gerechtsdeurwaarder betaamt.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder stelt zich primair op het standpunt dat klager niet bevoegd is tot het indienen van een klacht omdat hij niet gezien kan worden als het bestuur van [     ] BV. Subsidiair stelt de gerechtsdeurwaarder zich op het standpunt dat klager nooit (zelf) heeft gereageerd op de aan hem verzonden aanmaningen en zijn standpunt over de vordering niet aan de gerechtsdeurwaarder kenbaar heeft gemaakt. De gerechtsdeurwaarder voert voorts aan dat het hem, gelet op de zeer onoverzichtelijke situatie ter plaatse, niet kan worden verweten dat hij niet wist dat de brievenbus zich aan de andere zijde van het gebouw bevond. Gelet daarop heeft hij gehandeld volgens de in artikel 47 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering door de dagvaarding ter post te bezorgen. Omdat de gerechtsdeurwaarder de gang van zaken betreurt, heeft hij aan klager aangeboden kosteloos een dagvaarding op te stellen en aan te brengen om verzet in te stellen tegen het tegen klager gewezen verstekvonnis.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt.

4.2 Het wettelijk tuchtrecht voor beroepsbeoefenaren heeft in de eerste plaats tot doel, kort gezegd, in het algemeen belang een goede wijze van beroepsbeoefening te bevorderen. Het tuchtrecht komt tot gelding in een tuchtprocedure waarin, in het algemeen naar aanleiding van een klacht van een belanghebbende, wordt onderzocht of een beroepsbeoefenaar in overeenstemming met deze norm heeft gehandeld en, zo dit niet het geval is, of een maatregel kan worden opgelegd.

4.3 De kamer volgt de gerechtsdeurwaarder niet in zijn verweer dat klager niet bevoegd was tot het indienen van de onderhavige klacht. Niet in geschil is immers dat klager de feitelijke leiding heeft over [     ] en namens haar handelt.

4.4 De Kamer is gelet op de ter zitting gegeven toelichting en op de overgelegde foto’s van oordeel dat de situatie ter plaatse inderdaad zeer verwarrend is. De deur waarnaar de deurwaarder zich heeft begeven was feitelijk de achterdeur van het pand, maar dat is gezien de situatie ter plaatse niet direct duidelijk, terwijl enige aanduiding dat de brievenbus zich aan de andere zijde van het pand bevond, ontbrak. Onder die omstandigheden is het niet onbegrijpelijk dat de gerechtsdeurwaarder meende dat hij zich op het juiste adres, maar zonder brievenbus bevond. Omdat het daarvan uitgaande niet mogelijk was om het afschrift in gesloten envelop achter te laten, heeft de gerechtsdeurwaarder juist gehandeld door de dagvaarding ter post te bezorgen.

4.5 Voorts valt het de gerechtsdeurwaarder niet te verwijten dat de door hem op 15 maart 2011 ter post bezorgde dagvaarding klager eerst op 26 maart 2011 heeft bereikt. Van een evident leegstaand pand is geen sprake. Dat klager, zoals hij ter zitting heeft meegedeeld, eens in de week of veertien dagen controleert of daar post is bezorgd, komt voor zijn risico.

4.6 Gelet op vorenstaande kan tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de gerechtsdeurwaarder niet worden vastgesteld. Integendeel heeft de gerechtsdeurwaarder zeer behoorlijk gehandeld door aan klager aan te bieden kosteloos een verzetdagvaarding uit te brengen. Dat klager geen gebruik wenste te maken van dit aanbod, moet voor zijn rekening blijven.

5. Beslist wordt als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, en  M.J.-M.L. Baudoin , (plaatsvervangend) lid en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 december 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan klager/klaagster binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.