ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0762 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet651.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0762
Datum uitspraak: 27-12-2011
Datum publicatie: 10-04-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet651.2011
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. Klager bestrijdt dat de Algemene Voorwaarden van toepassing zouden zijn. Een tuchtrechtprocedure als deze biedt geen ruimte voor een oordeel over de redelijkheid van de aan klager in rekening gebrachte kosten. Verzet ongegrond.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 27 december 2011 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 30 augustus 2011 met nummer 347.2011 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 651.2011 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

De voorzitter heeft bij voormelde beslissing op de door klager op 20 mei 2011 ingediende klacht tegen beklaagde (hierna: de gerechtsdeurwaarder) beslist.

Deze beslissing is bij brief van 2 september 2011 aan klager verzonden. Op 14 september 2011 is het verzetschrift tegen voormelde beslissing ontvangen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 29 november 2011. Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter. Dit betekent dat het verzet ontvankelijk is.

3. De inleidende klacht

In de inleidende klacht stelt klager – samengevat – dat de gerechtsdeurwaarder afwikkelingskosten in rekening brengt. Klager stelt dat afgesproken was dat deze kosten op de schuldenaar zouden worden verhaald. Daarnaast deelt klager mee dat hij tegen een vordering van het CJIB die in handen is gegeven van [     ] verweer zal voeren.

4. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen voor zover hier van belang:

4.3 (…) De gerechtsdeurwaarder heeft uitgebreid en gemotiveerd verweer gevoerd en de voor deze zaak relevante stukken overgelegd. Hieruit kan niet worden opgemaakt dat de gerechtsdeurwaarder bij de executie fouten heeft gemaakt.

4.4 De gerechtsdeurwaarder betwist voorts uitdrukkelijk dat met klager in afwijking van de geldende algemene voorwaarden afspraken zijn gemaakt over de verschuldigde afwikkelingskosten. Nu klager zijn standpunt niet nader heeft onderbouwd en ook niet aannemelijk is dat klager, tegenover deze betwisting, zijn stelling op dat punt nader zal kunnen onderbouwen, kan niet worden vastgesteld wie hier het gelijk aan zijn zijde heeft. Omdat enig klachtwaardig handelen op dit punt niet kan worden vastgesteld, dient de klacht als zijnde kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

4.5  Nu klager enkel meedeelt dat hij verweer zal voeren terzake van een vordering van het CJIB en dat in een tuchtrechtprocedure als deze niet aan de orde kan komen, wordt daarop niet nader ingegaan.

5. De gronden van het verzet

Klager stelt in verzet dat hij nooit contact met de gerechtsdeurwaarder heeft gehad maar met mevrouw [     ]. Klager bestrijdt de door de gerechtsdeurwaarder in het verweerschrift gemelde gang van zaken en geeft zijn visie daarop.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Allereerst wordt opgemerkt dat een medewerker van een gerechtsdeurwaarderskantoor handelt onder verantwoordelijkheid van de aan dat kantoor verbonden gerechtsdeurwaarder. Zowel de medewerker als het kantoor (in dit geval [     ]) kan niet aangemerkt worden als beklaagde in de zin van de Gerechtsdeurwaarderswet. Daarom is de klacht gericht geacht tegen de in de aanhef genoemde gerechtsdeurwaarder.

6.2 Zoals de voorzitter al heeft vastgesteld zijn aan klager de Algemene Voorwaarden toegezonden. De in rekening gebrachte kosten komen ook redelijk  voor. Hierbij wordt nog opgemerkt dat een tuchtrechtprocedure geen ruimte biedt voor een beoordeling van die voorwaarden of de verschuldigdheid van de in rekening gebrachte kosten en dat klager zich voor een oordeel daarover tot de bevoegde burgerlijk rechter dient te wenden.

6.3 Gelet op vorenstaande werpen de door klager in verzet aangevoerde gronden naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de beslissing van de voorzitter, die de Kamer juist acht. Ook bieden deze gronden geen aanknopingspunten de motivering van de beslissing aan te passen. Het verzet kan daarom niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, en  mr. C.W. Inden en J.C.M. van der Weijden , (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 december 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.