ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0761 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW625.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0761
Datum uitspraak: 27-12-2011
Datum publicatie: 10-04-2012
Zaaknummer(s): GDW625.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. Geen aanleiding tot aanpassing van de beslissing van de voorzitter die de Kamer juist acht.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 27 december 2011 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van16 augustus 2011 met nummer 315.2011 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 625.2011 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

De voorzitter heeft bij voormelde beslissing op de door klager op 9 mei 2011 ingediende klacht tegen beklaagde (hierna: de gerechtsdeurwaarder) beslist.

Deze beslissing is bij brief van 22 augustus 2011 aan klagers gemachtigde verzonden. Op 2 september 2011 is het verzetschrift tegen voormelde beslissing ontvangen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 29 november 2011. Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

3. De inleidende klacht

In de inleidende klacht stelt klager:

‘2.1 dat na de sommatie van 30 maart 2010 zijn geen stukken meer zijn ontvangen, waaronder de overbetekening van het derdenbeslag onder het UWV. Hij is daarom niet bereid de bijkomende kosten te betalen.

2.2 Daarnaast heeft klager op 17 juli 2010 een fax aan de gerechtsdeurwaarder gestuurd met het verzoek een splitsing te geven van het loonbeslag. Hij kreeg als antwoord dat het dossier in mei jongstleden reeds was afgewikkeld en dat er geen gelden meer onder hem waren en dat het verzoek daarom niet in behandeling kon worden genomen.

2.3 Tot slot is klager van mening dat de gerechtsdeurwaarder € 205,62 aan kosten teveel in rekening heeft gebracht en dat hij schade heeft geleden wegens kosten die hij gemaakt heeft voor zijn gemachtigde. Hij vordert teruggave van het teveel ingehoudene en vergoeding van de gemaakte kosten.’

4. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen – voor zover hier van belang - :

‘4.3 Het exploot van betekening is een authentieke akte waarvan de inhoud behoudens tegenbewijs vast staat. De gerechtsdeurwaarder heeft vermeld dat hij bij overbetekening niemand heeft aangetroffen op het adres van klager. Er dient dus van uit te worden gegaan dat de gerechtsdeurwaarder wel heeft aangebeld, maar dat er kennelijk niet werd gereageerd (of niet snel genoeg naar de zin van de gerechtsdeurwaarder) en dat er daarom is overgegaan tot achterlating van het exploot in gesloten envelop. Blijkens het exploot heeft de overbeteking plaatsgevonden op 18 mei 2010 door achterlating in gesloten envelop op het adres [     ], [     ]. Dat is volgens het verweerschrift het adres waar klager bij de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven. Het beslag is rechtsgeldig gelegd omdat niet aan de sommatie is voldaan en is gezien het voorgaande rechtsgeldig overbetekend. De kosten hiervoor zijn op grond van de wet verschuldigd. Op grond van dit verweer is het enkele verwijt van klager niet voldoende om tuchtrechtelijk laakbaar handelen vast te stellen.

4.4 De gerechtsdeurwaarder heeft aangegeven dat een van zijn medewerkers klager verkeerd heeft begrepen met betrekking tot zijn verzoek om een splitsing van het loonbeslag. Dit is dan ook de reden dat in eerste instantie niet op het verzoek van klager is ingegaan. De gerechtsdeurwaarder heeft de door hem gemaakte fout erkend. Door deze fout is klager niet geschaad aangezien de fout door de gerechtsdeurwaarder is hersteld. De fout is ook niet zo ernstig dat deze niet op deze wijze opgelost kon worden.

4.5 De onderhavige procedure leent zich niet voor toekenning van schadevergoeding zo daartoe al aanleiding zou zijn.’

5. De gronden van het verzet

Klager heeft in verzet nogmaals aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder een zorgplicht heeft, die hij heeft geschonden door klager niet te wijzen op de mogelijkheden ter voorkoming van kosten.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Zoals de voorzitter al heeft overwogen is een exploot een authentiek akte waarvan de inhoud behoudens tegenbewijs vaststaat. De enkele stelling van klagers gemachtigde dat zij het exploot niet heeft aangetroffen in haar brievenbus is onvoldoende om als tegenbewijs in de hiervoor bedoelde zin te worden gezien. Voorts is hetgeen namens klager is aangevoerd onvoldoende om vast te stellen dat de gerechtsdeurwaarder dermate onzorgvuldig heeft gehandeld dat dit klachtwaardig zou zijn.

6.2 De door klager in verzet aangevoerde gronden werpen naar het oordeel van de Kamer daarom geen nieuwe licht op de beslissing van de voorzitter, die de Kamer juist acht. Evenmin bieden deze gronden aanknopingspunten om de motivering van de beslissing aan te passen.

 6.2 Het verzet kan daarom niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, en  mr. C.W. Inden en J.C.M. van der Weijden , (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 december 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.