ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0760 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet624.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0760
Datum uitspraak: 27-12-2011
Datum publicatie: 10-04-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet624.2011
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. Klager bestrijdt dat de Algemene Voorwaarden van toepassing zouden zijn. Een tuchtrechtprocedure als deze biedt geen ruimte voor een oordeel over de redelijkheid van de aan klager in rekening gebrachte kosten. Communicatie tussen een gerechtsdeurwaarder en een justitiabele dient te worden gevoerd op een wijze die in het algemeen als passend en fatsoenlijk mag worden beschouwd. Er kan verschil van inzicht bestaan over de waarde die door beide partijen aan de gebruikte bewoordingen wordt toegekend, doch de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder zich uitdrukt in een aan klager gerichte e-mail is strijdig met de hiervoor vermelde norm. Verzet en klacht op dat punt gegrond.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 27 december 2011 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 16 augustus 2011 met nummer 305.2011 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 624.2011 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

De voorzitter heeft bij voormelde beslissing op de door klager op 6 mei 2011 ingediende klacht tegen beklaagde (hierna: de gerechtsdeurwaarder) beslist.

Deze beslissing is bij brief van 22 augustus 2011 aan klager verzonden. Op 2 september 2011 is het verzetschrift tegen voormelde beslissing ontvangen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 29 november 2011. Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

3. De inleidende klacht

In de inleidende klacht stelt klager – samengevat – dat:

‘de gerechtsdeurwaarder hem een factuur stuurt die gebaseerd is op diens algemene voorwaarden. Klager stelt deze voorwaarden pas nadat het dossier is gesloten, te hebben ontvangen. Voorts is hij van mening dat de gerechtsdeurwaarder te laat reageerde op klagers voorstel om de zaak in der minne te schikken en vervolgens het overeen gekomen bedrag te lang onder zich heeft gehouden.’

4. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen – voor zover hier van belang - :

‘4.3 … De gerechtsdeurwaarder betwist dat klager de algemene voorwaarden pas heeft ontvangen nadat het dossier was gesloten, zoals klager stelt. Niet aannemelijk is dat klager zijn stelling dat dit wel het geval was nader zal kunnen onderbouwen. Voorts blijkt niet dat de gerechtsdeurwaarder te laat reageerde op klagers brieven en kan niet gezegd worden dat het onredelijk lang heeft geduurd voordat de gerechtsdeurwaarder het op 28 april 2011 overeen gekomen bedrag heeft overgemaakt, nu de gerechtsdeurwaarder meldt dat dit bedrag op 10 mei 2011 aan klager is betaald.’

5. De gronden van het verzet

Klager herhaalt in verzet dat hij de algemene voorwaarden nooit heeft ontvangen. Hij verwijst daartoe naar de bij zijn klacht reeds ingestuurde per e-mail gevoerde correspondentie. Klager stelt dat de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder reageert niet past.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 In de beslissing van de voorzitter is niet ingegaan op de klacht over de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder zich in zijn e-mail van 28 april 2011 uitlaat jegens klager. Gelet hierop dient het verzet gegrond te worden verklaard.

6.2 Van een gerechtsdeurwaarder - en overigens ook van justitiabelen - mag worden verwacht dat gecommuniceerd wordt op een wijze die in het algemeen als passend en fatsoenlijk mag worden beschouwd. Er kan verschil van inzicht bestaan over de waarde die door beide partijen aan de gebruikte bewoordingen wordt toegekend, doch de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder zich uitdrukt in zijn aan klager gerichte e-mail van 28 april 2011 is strijdig met de hiervoor vermelde norm. Daarom dient de klacht gegrond te worden verklaard. Voor het opleggen van een maatregel ziet de Kamer in dit geval geen aanleiding.

6.3 Voor een antwoord op de vraag of de Algemene Voorwaarden van toepassing zijn onder de door klager en de gerechtsdeurwaarder geschetste omstandigheden biedt een tuchtrechtprocedure als deze geen ruimte. Voor een antwoord daarop dient klager zich tot de bevoegde (burgerlijk) rechter te wenden. Wat daar echter ook van zij: de wet regelt dat een redelijke vergoeding verschuldigd is indien zoals hier, opdracht is gegeven tot het verrichten van werkzaamheden.

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet gegrond;

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     ziet geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, en  mr. C.W. Inden en J.C.M. van der Weijden , (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 december 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan klager/klaagster binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.