ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0755 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW285.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0755
Datum uitspraak: 27-12-2011
Datum publicatie: 10-04-2012
Zaaknummer(s): GDW285.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Klaagster is door de kantonrechter veroordeeld een bedrag van € 22,60 te voldoen. Klaagster weigerde de daarbij komende € 7,00 aan informatiekosten te betalen. Daarna is het vonnis betekend en loonbeslag gelegd. Klaagster ging niet in op een voorstel om enkel de kosten van betekening te voldoen. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van  27 december 2011 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 285.2011 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 3 mei 2011, heeft klaagster ook namens haar echtgenoot een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Op 5 juli 2011 is het aangehechte verweerschrift met bijlagen, van de gerechtsdeurwaarder ontvangen.

De zaak is behandeld ter zitting van 29 november 2011. Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

1. De feiten

De gerechtsdeurwaarder heeft uit hoofde van een vonnis een vordering op klaagster. Op 6 november 2009 ontvangt klaagster een brief waaruit blijkt dat de vordering is verhoogd met rente en een bedrag van € 7,00 aan informatiekosten. Klaagster maakt kenbaar dat zij het niet eens met de in rekening gebrachte informatiekosten, waarna betaling enige tijd uitblijft. Op 18 december 2010 betekent de gerechtsdeurwaarder het vonnis. Op 28 december 2010 betaalt klaagster de vordering, inclusief de rente, maar exclusief de informatiekosten en de kosten voor het exploot van betekening.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder – kort samengevat – dat de gerechtsdeurwaarder de kosten onnodig hoog laat oplopen, zich niet aan de afspraak omtrent de beslagvrije voet houdt en oneigenlijke druk uitoefent.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1       Op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. De verweervoerende gerechtsdeurwaarder is aangemerkt als beklaagde.

4.2       Het wettelijk tuchtrecht voor beroepsbeoefenaren heeft in de eerste plaats tot doel, kort gezegd, in het algemeen belang een goede wijze van beroepsbeoefening te bevorderen. Het tuchtrecht komt tot gelding in een tuchtprocedure waarin, in het algemeen naar aanleiding van een klacht van een belanghebbende, wordt onderzocht of een beroepsbeoefenaar in overeenstemming met deze norm heeft gehandeld en, zo dit niet het geval is, of een maatregel kan worden opgelegd.

4.3       Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder toegelicht dat de gemaakte kosten terzake van betekening van het vonnis noodzakelijk waren omdat klaagster, ook na uitleg over het verschuldigde, weigerde tot betaling daarvan over te gaan. Voorts deelde hij mee dat een beslagpoging is gedaan op 8 februari 2011 doch dat toen niemand is aangetroffen. Hij erkent dat in het exploot inderdaad nog de oude beslagvrije voet is vermeld, doch die is aangepast en het teveel ingehoudene is terugbetaald aan klaagster.

4.4       Zoals de gerechtsdeurwaarder stelt in het verweerschrift is het spijtig dat deze zaak op de spits is gedreven, doch niet gezegd kan worden dat de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar is. Het beslag is immers, gelet op de verschuldigdheid van de bijkomende kosten, terecht gelegd. Voorts is niet gebleken dat de in rekening gebrachte kosten niet zijn gemaakt.

4.5       Dat klaagster niet is ingegaan op het door de gerechtsdeurwaarder in zijn brief van 9 mei 2011 aan klaagster gedane voorstel dient voor haar rekening en risico te komen. Hierbij wordt opgemerkt dat dit voorstel de gerechtsdeurwaarder sierde.

5. Gelet op wat hiervoor is overwogen wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, en  mr. C.W. Inden en J.C.M. van der Weijden , (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 december 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan klager/klaagster binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.