ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0754 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW184.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0754
Datum uitspraak: 27-12-2011
Datum publicatie: 10-04-2012
Zaaknummer(s): GDW184.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Ontvankelijkheid klacht. Geen aanleiding om af te wijken van de in rechtspraak van het Gerechtshof neergelegde termijn van 3 jaar voor het indienen van een klacht. Hoger beroep ingesteld.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van  27 december 2011 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 184.2011 ingesteld door:

[     ],

wonende  te [     ],

klager,

tegen:

[     ] en [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 1 december 2010 heeft klager zich beklaagd over de gerechtsdeurwaarder en de secretaris van de Kamer verzocht hem bij te staan bij het formuleren van de klacht.

Nadat daarop was gereageerd, heeft klager zich bij brief van 20 april 2011 beklaagd over beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders.

De zaak is behandeld ter zitting van 29 november 2011. Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

1. De feiten

-           De gerechtsdeurwaarders hebben op 27 januari 2006 ten laste van klager beslag gelegd onder de [     ]bank.

-           Klager heeft de gerechtsdeurwaarders bij fax van 12 februari 2006 meegedeeld dat dit beslag ten onrechte niet aan hem was overbetekend.

-           Het beslag is nadien overbetekend en de kosten daarvan zijn aan klager in rekening gebracht.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat en in hoofdzaak over dat de gerechtsdeurwaarder die het beslag heeft overbetekend ten onrechte heeft vermeld dat hij op 13 februari 2006 het beslag heeft overbetekend en daarvoor ondanks dat die overbetekening te laat was, de kosten in rekening heeft gebracht.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder zich primair op het standpunt gesteld dat de klacht niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat hij te laat is ingediend. Subsidiair heeft de gerechtsdeurwaarder erkend dat de overbetekening te laat is gebeurd.

4. Beoordeling van de klacht

4.1       Allereerst dient te worden beoordeeld of de klacht tijdig is ingediend. Anders dan klager ter zitting heeft gesteld volgt uit de Gerechtsdeurwaarderswet geen termijn van 5 jaar voor het indienen van een klacht. Door het Gerechtshof te Amsterdam is bij arrest van 21 februari 2008 op het punt van de termijn het volgende overwogen ( LJN: BC8315).

“ De Gerechtsdeurwaarderswet kent geen termijn waarbinnen een klacht moet worden ingediend. In de verhouding tussen partijen in tuchtrechtelijke procedures als deze geldt dat de gerechtsdeurwaarder , mede gelet op het bepaalde in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens krachtens een op de behandelingstermijn van toepassing zijnde ongeschreven redelijkheidsnorm, zich in beginsel kan beroepen op een tijdsverloop tussen enerzijds het ontstaan en ter kennis van klager gekomen zijn van een klachtfeit en anderzijds het indienen van de klacht. Dit voor het geval dat het tijdsverloop de toets van de redelijkheid en de daarmee verband houdende behoorlijke procesorde niet kan doorstaan. Het komt het hof voor dat een termijn van drie jaar in tuchtprocedures tegen gerechtsdeurwaarders in het algemeen als redelijk kan worden aanvaard. Deze termijn begint te lopen op de dag waarop de klager van het handelen of nalaten van de gerechtsdeurwaarder kennis heeft genomen of heeft kunnen nemen. Hierbij neemt het hof in aanmerking dat gerechtsdeurwaarders in hoog tempo een grote hoeveelheid ambtshandelingen plegen. De herinnering aan verrichte ambtshandelingen zal als gevolg daarvan bij gerechtsdeurwaarders sneller vervagen. Hierdoor worden de gerechtsdeurwaarders bij tijdsverloop bemoeilijkt in het voeren van verweer tegen klachten.”

4.2       Klager kwam op 12 februari 2006 op de hoogte van de hier bestreden handeling. Ter zitting heeft hij aangevoerd dat het laatste contact een brief van de gerechtsdeurwaarder van 7 maart 2006 was. Gelet hierop eindigde de termijn van 3 jaar uiterlijk op 8 maart 2009.

4.3       Ook indien ervan moet worden uitgegaan dat klagers brief van 1 december 2010 ten onrechte niet als klacht is ingeschreven is de klacht ruim na de termijn van 3 jaar bij de Kamer ontvangen. Gelet daarop dient de klacht niet-ontvankelijk te worden verklaard.

4.4       Ter zitting heeft klager aangevoerd dat hij destijds geen reactie heeft ontvangen van de gerechtsdeurwaarder op zijn voornemen om een klacht in te dienen. De concrete aanleiding voor het eerst nu indienen van de klacht is ingegeven door het algemeen belang en door verhalen over gerechtsdeurwaarder van juridische vrienden en op de radio. Wat daar van moge zijn: deze redenen kunnen niet tot het oordeel leiden dat de termijnoverschrijding verschoonbaar moet worden geacht.

4.5       Gelet op vorenstaande komt wat klager overigens heeft aangevoerd niet voor bespreking in aanmerking.

5. Beslist wordt als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, en  mr. C.W. Inden en J.C.M. van der Weijden , (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 december 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan klager/klaagster binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.