Print
Download PDFECLI:NL:RBAMS:2011:YB0746 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW384.2011
| ECLI: | ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0746 |
|---|---|
| Datum uitspraak: | 20-12-2011 |
| Datum publicatie: | 28-03-2012 |
| Zaaknummer(s): | GDW384.2011 |
| Onderwerp: | Incassotraject |
| Beslissingen: | Een berisping |
| Inhoudsindicatie: | Nalaten verstrekken van informatie aan klager. Het had op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen de brief met het verzoek om informatie door te sturen naar zijn opdrachtgever. In geen enkele brief wordt klager voor informatie verwezen naar de opdrachtgever. Telkens wordt klager meegedeeld dat hij stukken tijdens de zitting kan opvragen. Eerst op 29 juni 2011 wordt klager medegedeeld dat onjuist is gehandeld en dat het dossier op verzoek van de opdrachtgever was gesloten. Het had in dit geval ook op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen klager van dit laatste op de hoogte te stellen. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 20 december 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 348.2011 ingediend door:
[ ],
wonende te [ ],
klager,
gemachtigde [ ],
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde,
gemachtigde [ ].
Ontstaan en loop van de procedure
Bij brief van 19 mei 2011 heeft de gemachtigde van klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van ) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.
Bij brief van 6 juli 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 6 oktober 2011 heeft de gemachtigde van klager medegedeeld geen gebruik te maken van de mogelijkheid om ter zitting te verschijnen.
De klacht is behandeld ter zitting van 22 november 2011 waar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen.
Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
De uitspraak is bepaald op 20 december 2011.
1. De feiten
a) De gerechtdeurwaarder heeft van [ ] de opdracht ontvangen om klager te dagvaarden ter zake van een vordering op klager van [ ].
b) De gerechtsdeurwaarder heeft klager bij brief van 11 april 2011 een aanmaning verzonden.
c) Bij brief van 19 april 2011 heeft klager de gerechtsdeurwaarder om nadere informatie omtrent de vordering verzocht.
d) Bij brief van 21 april 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder klager meegedeeld dat hij stukken op kan vragen tijdens de te houden zitting.
e) Bij brief van 10 mei 2011 heeft de gemachtigde namens klager bezwaar gemaakt tegen het feit dat eerst moet worden geprocedeerd voordat stukken worden opgestuurd en nogmaals verzocht die toe te zenden.
f) Bij brief van 13 mei 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder de gemachtigde meegedeeld dat klager binnenkort een dagvaarding zal ontvangen waarin wordt gespecificeerd hoe de vordering is opgebouwd en dat klager tijdens de zitting stukken kan opvragen.
g) Bij brief van 29 juni 2011 is aan de gemachtigde van klager mede gedeeld dat het dossier in opdracht van [ ] op 18 mei 2011 is gesloten en zijn aan klager excuses aangeboden omdat de informatie waarover de gerechtsdeurwaarder beschikte niet aan hem is verstrekt. Voor nadere vragen is verwezen naar [ ].
2. De klacht
Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder weigert om voor de zitting informatie te verstrekken. Het is niet redelijk om een dergelijk verzoek terzijde te leggen en deze pas te overhandigen ter zitting. Een procedure kan dan niet worden voorkomen en klager wordt geconfronteerd met kosten die vermeden hadden kunnen worden.
3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft verweer gevoerd. Voor zover nodig zal hierna op dat verweer worden ingegaan.
4. De beoordeling van de klacht
4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet gerechtsdeurwaarders (waarnemend en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [ ] kan niet als beklaagde worden aangemerkt. Uit de door de gemachtigde overgelegde machtiging kan worden opgemaakt dat gerechtsdeurwaarder [ ] zich als beklaagde heeft opgeworpen. Zij wordt als zodanig aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.
4.2 Ter beoordeling staat of door de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld in de zin van voormeld artikel.
4.3 De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat is nagelaten de informatie die hij bezat aan klaagster te geven. De klacht is alleen al hierom terecht voorgesteld. Dat, als door de gerechtsdeurwaarder aangevoerd, het niet is toegestaan contracten op te vragen, kan niet aan klager worden tegengeworpen. Als de gerechtsdeurwaarder zoals aangevoerd slechts als rolgemachtigde fungeert, had het op zijn weg gelegen de brief met het verzoek om informatie door te sturen naar zijn opdrachtgever. Noch in de aanmaning van 11 april 2011, noch in de brieven van 21 april 2011 en van 13 mei 2011 wordt klager op enigerlei wijze verwezen naar [ ] voor informatie. Telkens wordt klager meegedeeld dat hij stukken tijdens de zitting kan opvragen. Eerst op 29 juni 2011 wordt klager medegedeeld dat onjuist is gehandeld en dat het dossier op verzoek van [ ] was gesloten. Het had in dit geval ook op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen klager van dit laatste op de hoogte te stellen. Naar het oordeel van de Kamer heeft de gerechtsdeurwaarder niet gehandeld als het een goed gerechtsdeurwaarder betaamt. De Kamer acht het handelen van de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar.
5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De Kamer ziet aanleiding om tot het opleggen van na te melden maatregel over te gaan.
BESLISSING
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart de klacht gegrond;
- legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.
Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.M. Patijn en mr. A.C.J.J.M. Seuren leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 december 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Am sterdam.