ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0737 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet569.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0737
Datum uitspraak: 13-12-2011
Datum publicatie: 28-03-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet569.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet tegen voorzittersbeslissing. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 13 december 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 569.2011 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 19 juli 2011 (zaaknummer 408.2011) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 10 augustus 2011 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 23 augustus 2011 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Op 25 oktober 2011 is van de gerechtsdeurwaarder een reactie op het verzet ontvangen. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 1 november 2011. Klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 13 december 2011.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager - kort samengevat - aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat, dat deze onjuist heeft gehandeld bij beslagleggingen op klagers uitkering en op roerende zaken.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt.

6.2 De Kamer is wel van oordeel dat het niet juist is dat de openbare verkoping die tegen 7 juli 2010 was aangekondigd, niet is doorgegaan zonder klager daarover te informeren. Dit was echter geen onderdeel van de klacht.

6.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. G.H.I.J. Hage, voorzitter, mr. C.W. Inden en mr. J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 december 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.