ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0716 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet469.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0716
Datum uitspraak: 15-11-2011
Datum publicatie: 23-03-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet469.2011
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Verzet tegen voorzittersbeslissing. Geen aanleiding tot aanpassing van de beslissing van de voorzitter die de Kamer juist acht. Verzet ongegrond.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 15 november 2011 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 21 juni 2011 met zaaknummer 51.2011 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 469.2011 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

waarnemend-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 14 januari 2011heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 31 januari 2011heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij beslissing van 21 juni 2011 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

Bij brief van 21 juni 2011 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 24 juni 2011, ingekomen op 28 juni 2011, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Bij brieven van 14 en 19 juli 2011 hebben klager en de gerechtsdeurwaarder medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 4 oktober 2011 waar niemand is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 15 november 2011.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De inleidende klacht

In de inleidende klacht heeft verwijt klager de gerechtsdeurwaarder -kort samengevat- dat zij brutaal is en haar kandidaat-gerechtsdeurwaarder onbeschoft. De gerechtsdeurwaarder beantwoordt bewust geen brieven en e-mails beantwoord om de kosten op te laten lopen.

4. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft op de inleidende klacht overwogen dat d e gerechtsdeurwaarder gemotiveerd verweer heeft gevoerd. Uit de stukken blijkt dat brieven van klager zijn beantwoord. Dat de gerechtsdeurwaarder of (een van haar) werknemers brutaal zou zijn of onbeschoft, wordt door klager niet onderbouwd zodat wat dat betreft niets kan worden vastgesteld.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat de klacht is ingediend tegen kandidaat gerechtsdeurwaarder [     ]. Deze gerechtsdeurwaarder stond bij klager voor de deur terwijl er een verbod lag voor zijn kantoor om bij klager het pad te betreden. De gerechtsdeurwaarder heeft op de openbare weg luid verkondigd dat klager dit een bedrag van € 400,00 extra zou gaan kosten. Mede door inbreng van de ombudsman is een betalingsregeling getroffen die klager zelf al had voorgesteld. Klager voert daarnaast aan dat een gerechtsdeurwaarder geen incassozaken mag doen.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Dat de inleidende klacht is ingediend tegen gerechtsdeurwaarder [     ] volgt niet uit de bewoordingen van de klacht. De klacht begint immers met de mededeling dat klager een klacht heeft over het [     ] te [     ]. Bovendien kan die enkele stelling niet tot gegrond verklaring van het verzet leiden.  

6.2 In verzet kunnen niet voor het eerste nieuwe klachten worden ingediend. Dat een gerechtsdeurwaarder geen incassozaken mag doen, is door klager niet in de inleidende klacht naar voren gebracht en dient buiten beoordeling te blijven. Bovendien is dit standpunt onjuist.

6.3 Wat door klager verder in verzet is aangevoerd, werpt naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de zaak waarover de voorzitter heeft beslist. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter juist en het verzet dient ongegrond te worden verklaard

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. G.H.I.J. Hage, plaatsvervangend-voorzitter en mr. C.W. Inden en mr. J.J.L. Boudewijn leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 november 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de

Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.