ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0692 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet253.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0692
Datum uitspraak: 06-09-2011
Datum publicatie: 26-09-2011
Zaaknummer(s): GDWverzet253.2011
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 6 september 2011 zoals bedoeld in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met zaaknummer 253.2011 ingediend door:

[     ] en [     ],

wonende te [     ],

klagers,

tegen:

[     ],

waarnemend-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij beschikking van 12 april 2011 (zaaknummer 8.2011) heeft de voorzitter van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klagers tegen de gerechtsdeurwaarder ingediende klacht.

Bij brief van 14 april 2011 is klagers een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brieven van 16 en 17 april 2011, ingekomen op 19 april 2011, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Bij brief van 10 mei 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder een reactie gegeven op het door klagers ingestelde verzet.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 28 juni 2011 waar niemand is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 6 september 2011.

2. De gronden van het verzet

In verzet hebben klagers aangevoerd dat zij het niet eens zijn met de beslissing van de voorzitter. Klagers zijn van mening dat de vordering met betrekking tot de eigen bijdrage ook in behandeling is bij [     ] en zij wachten op antwoord van [     ] met een duidelijke uitleg van hoe het zit.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klagers hebben verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in het verzet kunnen worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klagers verwijten de gerechtsdeurwaarder in de inleidende klacht samengevat dat deze de brief van 25 november 2010 niet heeft beantwoord.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft op de inleidende klacht overwogen dat de gerechtsdeurwaarder uitgebreid en gemotiveerd verweer heeft gevoerd. Alle voor deze zaak relevante stukken zijn door de gerechtsdeurwaarder overgelegd, waaruit niet kan worden opgemaakt dat de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. Alle eerdere brieven van klagers zijn beantwoord en uit de gegeven antwoorden blijkt ook duidelijk waar de zaak over gaat. Er was voor de gerechtsdeurwaarder geen reden de brief van 25 november 2010 te beantwoorden. Het achterwege laten van een antwoord op die brief is daarom niet tuchtrechtelijk laakbaar.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

De door klagers in verzet aangevoerde grond geeft de Kamer geen aanleiding om de beslissing van de voorzitter te vernietigen. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter juist en de door klagers aangevoerde grond geeft evenmin aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. H.M. Patijn, plaatsvervangend-voorzitter, G.H.I.J. Hage, en J.C.M. van der Weijden leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 september 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de

Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.