ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0690 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW884.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0690
Datum uitspraak: 06-09-2011
Datum publicatie: 26-09-2011
Zaaknummer(s): GDW884.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   Ten onrechte aankondigen van executiemaatregelen en het duurt te lang voordat het gelegde beslag wordt opgeheven. Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat sneller wordt gereageerd nadat wordt geconstateerd dat een fout is gemaakt. De gerechtsdeurwaarder heeft weliswaar zijn excuses aangeboden maar de Kamer is van oordeel dat er sprake is van zodanige onzorgvuldigheden dat de klacht gegrond dient te worden verklaard. Er wordt een maatregel van berisping opgelegd.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 6 september 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 884.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 22 november 2010, ingekomen op 15 december 2010, heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 2 februari 2011, ingekomen op 4 februari 2011, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter zitting van 28 juni 2011 waar de gerechtsdeurwaarder is verschenen

Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 6 september 2011.

1. De feiten

a)      Op 24 september 2008 is ten nadele van klager een vonnis gewezen, welk vonnis op 17 november 2008 aan klager is betekend.

b)      Op 19 december 2008 is ten laste van klager beslag gelegd onder de sociale dienst.

c)      Bij brief van 12 februari 2009 heeft klager bezwaar gemaakt tegen het gelegde beslag.

d)     Het beslag is op 20 april 2009 opgeheven en een tweetal ontvangen bedragen is aan klager terugbetaald.

e)      Op 29 oktober 2009 is klager een brief verzonden tot betaling van een restantbedrag waarna (nieuwe) executiemaatregelen zijn getroffen.

f)       In mei 2010 is door de gerechtsdeurwaarder opnieuw beslag ten laste van klager gelegd.

g)      Bij brief van 15 november 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder klager onder meer medegedeeld dat het beslag per 13 september 2010 is opgeheven en het teveel ontvangen bedrag aan klager zou worden terugbetaald.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze de executie van het vonnis heeft voortgezet terwijl de vordering door hem al was voldaan. Nadat zijn advocaat bij de gerechtsdeurwaarder bezwaar had gemaakt werd het gelegde beslag opgeheven. Vanaf eind november 2009 werd klager wederom lastiggevallen met brieven van de gerechtsdeurwaarder. Eind 2009 werd door de gerechtsdeurwaarder aangekondigd dat er beslag op de inboedel van klager zou worden gelegd. Klager besloot thuis te wachten met de bewijzen dat hij de vordering had voldaan, maar de gerechtsdeurwaarder kwam niet opdagen. Op schriftelijke vragen van de advocaat van klager werd na lang aandringen gereageerd. In mei 2010 werd wederom beslag gelegd, welk beslag na maanden werd opgeheven Klager heeft nog steeds niet al zijn geld terugontvangen en heeft door het onterechte handelen van de gerechtsdeurwaarder extra kosten moeten maken

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat het vonnis op 24 september 2008 is gewezen. De betekening heef plaatsgevonden op 17 november 2008. Omdat betalingen niet bekend waren is op 19 december 2008 ten laste van klager beslag gelegd. Eerst bij brief van 12 februari 2009 heeft klager medegedeeld dat het verschuldigde al was voldaan voordat het beslag werd gelegd. Op 13 maart 2009 is daarvan een betalingsbewijs ontvangen en aan de opdrachtgever voorgelegd. Het beslag is vervolgens op 20 april 2009 opgeheven en een tweetal bedragen zijn aan klager terugbetaald. Een medewerker heeft echter op 29 oktober 2009 nogmaals een brief naar klager verzonden tot betaling van een restantbedrag waarop ten onrechte executiemaatregelen zijn genomen. Klager is hiervoor excuus aangeboden en alle onverschuldigde betalingen zijn aan klager terug betaald.

4. Gronden van de beslissing

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. Gerechtsdeurwaarder [     ] heeft zich opgeworpen als beklaagde en wordt als zodanig aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.3 Vast staat dat de op 20 april 2009 door een medewerker verzonden brief niet verzonden had mogen worden en de daarop genomen executiemaatregelen ten onrechte zijn genomen. Volgens vaste jurisprudentie is de gerechtsdeurwaarder verantwoordelijk voor de door zijn medewerkers gemaakte fouten en in de onderhavige zaak kan deze fout hem worden aangerekend.

4.4 Hoewel e en gerechtsdeurwaarder die een vergissing begaat of een rekenfout maakt, zich in het algemeen daarmee niet zonder meer schuldig maakt aan tuchtrechtelijk laakbaar handelen of nalaten, is dat in het onderhavige geval anders. Naar het oordeel van de Kamer zijn er onterecht executiemaatregelen aangekondigd en genomen en heeft het te lang geduurd voordat het tweede beslag werd opgeheven. Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat sneller wordt gereageerd nadat wordt geconstateerd dat een fout is gemaakt. De gerechtsdeurwaarder heeft weliswaar zijn excuses aangeboden maar de Kamer is van oordeel dat er sprake is van zodanige onzorgvuldigheden dat de klacht gegrond dient te worden verklaard.

5. Op grond van het voorgaande ziet de Kamer aanleiding om tot het opleggen van de navolgende maatregel over te gaan.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. H.M. Patijn, plaatsvervangend-voorzitter, mr. A.W.J. Ros en J.C.M. van der Weijden leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 september 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.