ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0689 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW572.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0689
Datum uitspraak: 06-09-2011
Datum publicatie: 26-09-2011
Zaaknummer(s): GDW572.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   Diverse klachtonderdelen waaronder het niet verschijnen bij een aangekondigde executoriale verkoop. Het ligt op de weg van de gerechtsdeurwaarder een klager tijdig in kennis te stellen van het feit dat een aangekondigde openbare verkoop geen doorgang kan vinden. Door de gerechtsdeurwaarder is niet nader toegelicht door welke externe omstandigheden de openbare verkoop geen doorgang kon vinden. Dit klachtonderdeel wordt gegrond verklaard. De gerechtsdeurwaarder wordt de maatregel van berisping opgelegd. De overige klachtonderdelen worden ongegrond verklaard.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 6 september 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 572.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde [     ]

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 10 augustus 2010, ingekomen op12 augustus 2010, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 19 augustus 2010, ingekomen op 23 augustus 2010, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

Bij brief van 14 februari 2011 heeft klager een nadere reactie gegeven op de brief van de gerechtsdeurwaarder van 19 augustus 2010.

Bij brief van 7 april 2011, ingekomen op 8 april 2011, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 28 juni 2011 waar niemand is verschenen

Van de behandeling ter zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 6 september 2011.

1. De feiten

a)      De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een tegen klager gewezen vonnis.

b)      Bij exploot van 2 september 2009 is het vonnis aan klager betekend.

c)      Bij exploot van 5 november 2009 is beslag op roerende zaken gelegd waarbij de verkoop is aangezegd tegen 10 december 2009. De verkoop heeft geen doorgang gevonden omdat een betalingsregeling is getroffen.

d)     De betalingsregeling werd door klager niet nagekomen zodat bij exploot van 7 april 2010 de openbare verkoop is aangezegd tegen 12 mei 2010 om 10.00 uur. Deze verkoop heeft geen doorgang gevonden.

e)      Bij brief van 6 augustus 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder een kennisgeving voorgenomen beslag op roerende zaken naar klager verzonden.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder - kort samengevat - dat:

  1. deze niet op de openbare verkoop is verschenen, waardoor klager schade heeft geleden;
  2. de dagvaarding nooit is uitgereikt en het verstekvonnis niet is betekend;
  3. er beslag is gelegd op zaken die klagers zoon nooit in zijn bezit heeft gehad, zoals een eettafel met vier stoelen en een dressoir en de beslagen zaken niet zijn gespecificeerd;
  4. klager niet is gevraagd om een verklaring van inkomsten in te vullen;
  5. de aankondiging van de openbare verkoop is niet aangeplakt;
  6. op 6 augustus 2010 is opnieuw beslag roerende zaken aangekondigd waaraan volgens klager het recht is komen te ontvallen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

3.1 De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat het vonnis aan klager is betekend en achtergelaten in een gesloten envelop. Op 5 november 2009 is globaal beslag gelegd op roerende zaken waar de gerechtsdeurwaarder ten tijde van de beslaglegging zicht op had. In het exploot staat vermeld dat de gerechtsdeurwaarder met klager heeft gesproken en daarin is tevens aangegeven welke zaken in beslag zijn genomen. Op 18 november 2009 is een regeling getroffen die door klager niet werd nagekomen. De regeling kwam daardoor te vervallen en de verkoop is doorgezet. De verkoopbiljetten zijn aangeplakt op 7 april 2010.

3.2 Bij email van 4 mei 2010 heeft klager een betalingsregeling verzocht. De mogelijkheid van het treffen van een regeling is voor klager komen te vervallen omdat klager al eerder een regeling niet was nagekomen. Wegens externe omstandigheden heeft de verkoop niet plaatsgevonden. De kosten van aanzegging van de verkoop heeft de gerechtsdeurwaarder voor zijn rekening genomen. De gerechtsdeurwaarder heeft klager op 18 augustus 2010 alsnog een regeling aangeboden.

4. Gronden van de beslissing

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Vaste rechtspraak van de Kamer is dat het op de weg van de gerechtsdeurwaarder ligt een klager tijdig in kennis te stellen van het feit dat een aangekondigde openbare verkoop geen doorgang kan vinden. Door de gerechtsdeurwaarder is niet nader toegelicht door welke externe omstandigheden de openbare verkoop geen doorgang kon vinden. Dit klachtonderdeel is terecht voorgesteld. Wat betreft de door klager gestelde schade geldt dat het tuchtrecht niet voorziet in het toekennen van een schadevergoeding.

4.3 Ten aanzien van klachtonderdelen 2.2, 2.3 en 2.5 geldt dat wat klager op die onderdelen heeft aangevoerd, niet kan leiden tot het oordeel dat door de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld. De door de gerechtsdeurwaarder uitgebrachte exploten zijn authentieke akten waarvan de bewijskracht op voorhand vaststaat. Dat klager de dagvaarding niet heeft ontvangen is onvoldoende om vast te stellen dat de dagvaarding niet op de juiste wijze is betekend. In het exploot van betekening van het vonnis staat vermeld dat een afschrift is achtergelaten in een gesloten envelop. Daaruit volgt dat het exploot op de bij de wet voorgeschreven wijze is achtergelaten. In het proces-verbaal van het leggen van beslag op roerende zaken staat voldoende specifiek omschreven op welke zaken beslag is gelegd. De door klager genoemde eettafel met stoelen staat niet in het proces-verbaal van beslag vermeld. In het exploot van 7 april 2010 staat vermeld dat het verkoopbiljet is aangeslagen zodat, nu klager niets meer heeft gesteld dan dat dit niet zo was, het ervoor moet worden gehouden dat dit wel is gedaan. Ook op dit onderdeel geldt de genoemde bewijskracht van de door de gerechtsdeurwaarder ter zake van deze aanplakking opgemaakte authentieke akte. Deze klachtonderdelen dienen ongegrond te worden verklaard.

4.4 Dat klager niet is verzocht een verklaring met betrekking tot de inkomsten en uitgaven is niet tuchtrechtelijk laakbaar. De gerechtsdeurwaarder heeft immers onderzoek gedaan naar de inkomsten van klager en op grond daarvan besloten dat een beslag op het inkomen van klager niet zinvol was.

4.5 Het stond de gerechtsdeurwaarder in beginsel vrij om naast het eerder gelegde beslag op bepaalde roerende zaken een tweede beslag te leggen op roerende zaken die niet door het eerste beslag waren getroffen. Dit klachtonderdeel acht de Kamer daarom ongegrond.

5. Op grond van het voorgaande wordt de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. De Kamer ziet aanleiding om tot het opleggen van de navolgende maatregel over te gaan.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het klachtonderdeel 2.1 gegrond;

-        legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op;

-        verklaart de klachten voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mr. H.M.Patijn, plaatsvervangend-voorzitter, mr. A.W.J. Ros en J.C.M. van der Weijden leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 september 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.