ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0675 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet153.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0675
Datum uitspraak: 12-07-2011
Datum publicatie: 26-09-2011
Zaaknummer(s): GDWverzet153.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De Kamer heeft eerder geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarders tuchtrechtelijk laakbaar hebben gehandeld door een zinloze betekening te doen. Tegen die beslissing hebben de gerechtsdeurwaarders geen beroep ingesteld. In deze situatie kan een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder zich niet verschuilen achter een voor executie vatbaar vonnis, dat stamt van vóór voormelde beslissing van deze Kamer. Door desalniettemin te volharden bij hun eis dat klager de kosten dient te betalen handelen de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar. Het enkele beroep op het feit dat het vonnis executabel is, vormt dan geen gepaste reactie. Het verzet en de klacht worden gegrond verklaard.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 juli 2011 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 8 februari 2011 met nummer 823.2010 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 153.2011 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ] en [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ] en [     ],

beklaagden,

gemachtigde [     ].

1. Verloop van de procedure

Bij voormelde beslissing heeft de voorzitter beslist op de op 9 november 2010 ingediende klacht van klager tegen de gerechtsdeurwaarder. 

De beslissing van de voorzitter is bij brief van 22 februari 2011 aan klager verzonden. Op 8 maart 2011 is het verzetschrift van klager tegen voormelde beslissing van de voorzitter ontvangen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 24 mei 2011. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt dat aan deze beslissing is gehecht.

2. De gronden van het verzet

Klager stelt zich in verzet op het standpunt – samengevat – dat de gerechtsdeurwaarders gelet op de uitspraak van deze Kamer in de verzetzaak met nummer 51.2010 tot terugbetaling van de door klager betaalde kosten dienen over te gaan, ondanks de veroordeling van klager door de kantonrechter in de kosten van betekening.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

In de inleidende klacht stelt klager – samengevat – dat de gerechtsdeurwaarders  door hun weigering tot terugbetaling van het door klager betaalde bedrag in strijd handelen met de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen:

Nu de kantonrechter de vordering heeft toegewezen en dit vonnis in kracht van gewijsde is gegaan, is het niet tuchtrechtelijk laakbaar dat de gerechtsdeurwaarders zich op dit vonnis beroepen.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1       De Kamer is op grond van wat hierna wordt overwogen van oordeel dat de beslissing van de voorzitter niet in stand kan blijven.

6.2       De gerechtsdeurwaarders hebben geen beroep ingesteld tegen de beslissing van deze Kamer van 30 maart 2010. Dat betekent dat zij zich hebben neergelegd bij het oordeel dat zij tuchtrechtelijk laakbaar hebben gehandeld doordat zij een zinloze betekening hebben verricht en klager daar van te voren niet op hebben gewezen.

6.3       In voormelde situatie kan een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder zich niet verschuilen achter een voor executie vatbaar vonnis, dat stamt van vóór  voormelde beslissing van deze Kamer. Voorop staat immers dat het de taak van een gerechtsdeurwaarder is om te controleren of inderdaad een grosse aan hem is verstrekt.

6.4       Door desalniettemin te volharden bij hun eis dat klager de kosten dient te betalen handelen de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar, zodat de klacht gegrond zal worden verklaard. In deze situatie had het immers op de weg van de gerechtsdeurwaarders gelegen om minimaal contact op te nemen met klager om tot een minnelijke oplossing van de gevolgen van hun fout te komen. Het enkele beroep op het feit dat het vonnis executabel is, vormt dan geen gepaste reactie.

6.5       Voor het opleggen van een maatregel, zoals verzocht door klager, ziet de Kamer thans geen aanleiding.

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet gegrond;

-                     vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     ziet af van het opleggen van een maatregel.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. H.M. Patijn en M. Colijn , (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter

openbare terechtzitting van 12 juli 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing  hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.