ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0672 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet121.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0672
Datum uitspraak: 12-07-2011
Datum publicatie: 26-09-2011
Zaaknummer(s): GDWverzet121.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: beslissing op verzet. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat het is ingediend buiten de termijn..

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 juli 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 121.2011 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 18 januari 2011 (zaaknummer 761.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 31 januari 2011 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 16 februari 2011 heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 31 mei 2011, alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klaagster is hoewel behoorlijk opgeroepen niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 12 juli 2011.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft het verzet niet tijdig ingesteld, namelijk niet binnen veertien dagen na 31 januari 2011. Klaagster is daarom niet-ontvankelijk in haar verzet. In haar verzet heeft klaagster aangevoerd dat de beslissing van de voorzitter pas op 2 februari 2011 aan haar verzonden is en pas ontvangen is op 3 februari 2011. De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting getoond dat de brief van 31 januari 2011 waarbij de beslissing van de voorzitter is verstuurd, op zijn kantoor op 1 februari 2011 is voorzien van een stempel van ontvangst. Er is, nu klaagster ook geen bewijs heeft overgelegd van haar standpunt, geen reden om aan te nemen dat klaagster de brief van 31 januari 2011, niet ook op 1 februari 2011 heeft ontvangen.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar verzet.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, en mr. C.W. Inden en mr. J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juli 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.