ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0671 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet110.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0671
Datum uitspraak: 12-07-2011
Datum publicatie: 26-09-2011
Zaaknummer(s): GDWverzet110.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: `Verzet tegen een voorzittersbeslissing. Het verzet wordt ongegrond verklaard.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 12 juli 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 110.2011 ingesteld door:

1. [     ] en mevrouw [     ],

wonende te [     ],

2. [     ] B.V, namens deze [     ],

3. [     ] v.o.f. namens deze [     ],

4. [     ],

wonende te [     ],

klagers,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 18 januari 2011 (zaaknummer 671.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klagers tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 31 januari 2011 is klagers een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Op 11 februari 2011 hebben klagers tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 31 mei 2011, alwaar [     ], [     ], de gemachtigde en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 12 juli 2011.

2. De gronden van het verzet

In verzet hebben klagers samengevat aangevoerd dat zij het niet eens zijn met de beslissing van de voorzitter, onder andere omdat ten onrechte is overwogen dat de gerechtsdeurwaarder verwijten van klagers gemotiveerd heeft weersproken.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klagers hebben het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in hun verzet kunnen worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klagers verwijten de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat deze bij de executie van een vonnis onrechtmatig en onzorgvuldig heeft gehandeld.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Het verzet is dan ook ongegrond.

6.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. C.W. Inden en mr. J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juli 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.