ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0654 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet56.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0654
Datum uitspraak: 21-06-2011
Datum publicatie: 11-07-2011
Zaaknummer(s): GDWverzet56.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. Aan de tweede klacht ligt een ander feitencomplex ten grondslag dan aan de eerste klacht. Het verzet is gegrond. De beschikking van de voorzitter wordt vernietigd. De klacht is ongegrond. De gestelde regeling wordt betwist en is in de klachtprocedure niet aannemelijk geworden. Het feit dat klager een schriftelijk een voorstel doet tot verrekening met door hem zelf opgestelde facturen, maakt niet dat daarmee een regeling is getroffen. Wil daarvan sprake zijn dan moet ook blijken van instemming van zijn wederpartij.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 21 juni 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 56.2011 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 21 december 2010 (zaaknummer 736.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief 14 januari 2011 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 24 januari 2011 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 10 mei 2011, alwaar de gerechtsdeurwaarder en de gemachtigde zijn verschenen. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 21 juni 2011.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. Ten onrechte is hij niet-ontvankelijk verklaard. De klacht betreft een ander feitencomplex dan zijn eerdere klacht.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat deze een beschikking van 21 mei 2008 inzake de boedelscheiding heeft ten uitvoer gelegd.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat klager opnieuw een klacht over hetzelfde feitencomplex heeft ingediend als in een eerdere klacht. De klacht is daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting meegedeeld dat de klacht betrekking heeft op twee afzonderlijke beslagen. Op grond hiervan is de Kamer van oordeel dat aan de tweede klacht een ander feitencomplex ten grondslag ligt dan aan de eerste klacht. De klacht is dus ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Het verzet is gegrond. De beschikking van de voorzitter wordt vernietigd.

6.2 De Kamer is van oordeel dat de klacht ongegrond is. Klager heeft gesteld dat een regeling is getroffen met zijn tegenpartij. Die afspraak wordt betwist en is in deze klachtprocedure niet aannemelijk geworden. Het feit dat klager een schriftelijk voorstel doet tot verrekening met door hem zelf opgestelde facturen, maakt niet dat daarmee een regeling is getroffen. Wil daarvan sprake zijn dan moet ook blijken van instemming van zijn wederpartij. Voor het overige heeft de klacht betrekking op de executie van een titel. Executiegeschillen dienen op grond van het bepaalde in artikel 438 Wetboek van burgerlijke rechtsvordering aan de voorzieningenrechter in kort geding te worden voorgelegd. Het is niet aan de Kamer daarover een oordeel uit te spreken.

6.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet gegrond;

-                     vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-                     verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. C.W. Inden en J.C.M. van der Weijden (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 juni 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.