ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0645 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW801.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0645
Datum uitspraak: 07-06-2011
Datum publicatie: 11-07-2011
Zaaknummer(s): GDW801.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   Klacht over gelegd beslag. De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht erkend. Gerechtsdeurwaarder stelt de fout te hebben hersteld maar het is niet geheel duidelijk wat hij met deze mededeling bedoelt. Het had op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen een en ander te verduidelijken. Dat geldt temeer daar de gerechtsdeurwaarder, naar aanleiding van de oproep om ter zitting te verschijnen, bij brief van 7 april 2011 om een kopie van alle stukken heeft verzocht. Na toezending daarvan heeft de gerechtsdeurwaarder de Kamer schriftelijk laten weten geen gebruik te maken van de gelegenheid om te worden gehoord. Klacht gegrond, berisping opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 7 juni  2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 801.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 2 november 2010, ingekomen op 4 november 2010 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 15 november 2010, ingekomen op 19 november 2010, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter zitting van 26 april 2011 waar niemand is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 7 juni 2011.

1. De feiten

a)      Bij brief van 6 april 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster gesommeerd tot betaling van een geldsom over te gaan. Ter voorkoming van een gerechtelijke procedure diende klaagster binnen vijf dagen een bedrag van € 129,76 te betalen.

b)     Op 21 april 2010 heeft klaagster het verschuldigde bedrag voldaan, welk bedrag op 22 april 2010 door de gerechtsdeurwaarder is ontvangen.

c)      Bij exploot van 22 april 2010 is klaagster gedagvaard om te verschijnen voor de rechtbank [     ]. Op 18 juni 2010 is klaagster bij verstek veroordeeld.

d)     Na betekening van het vonnis heeft de gerechtsdeurwaarer bij exploot van 18 oktober 2010 ten laste van klaagster loonbeslag gelegd onder haar werkgever.

e)      Bij exploot van 1 november 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder het van het beslag opgemaakte proces-verbaal aan klaagster betekend.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder samengevat dat deze onterecht beslag heeft gelegd. Klaagster erkent weliswaar te laat te hebben betaald, maar daarna heeft zij nooit meer iets van de gerechtsdeurwaarder vernomen. Klaagster heeft daarover met het kantoor van de gerechtsdeurwaarder gebeld. Klaagster begrijpt niet dat zij is gedagvaard terwijl zij had betaald. Nu moet zij een bedrag van € 449,71 betalen terwijl zij de hoofdsom al had voldaan. Klaagster acht dat niet terecht.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat ondanks de betaling de zaak op de rol is blijven staan. Aangezien nog slechts de dagvaardingskosten openstonden had de zaak van de rol moeten worden gehaald. De gerechtsdeurwaarder stelt de fout inmiddel te hebben hersteld en het dossier te hebben gesloten.

4. Gronden van de beslissing

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet (GDW) zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht erkend. De klacht dient dan ook gegrond te worden verklaard. Het is de Kamer niet geheel duidelijk wat de gerechtsdeurwaarder bedoelt met de mededeling dat de fout is hersteld. Het had op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen een en ander te verduidelijken. Dat geldt temeer daar de gerechtsdeurwaarder, naar aanleiding van de oproep om ter zitting te verschijnen, bij brief van 7 april 2011 om een kopie van alle stukken heeft verzocht. Na toezending daarvan heeft de gerechtsdeurwaarder de Kamer schriftelijk laten weten geen gebruik te maken van de gelegenheid om te worden gehoord. Dat doet vermoeden dat de gerechtsdeurwaarder de ernst van de klacht heeft onderschat.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De Kamer ziet aanleiding om de gerechtsdeurwaarder de navolgende maatregel op te leggen.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter en mr. A.W.J. Ros en M.J-M.L. Baudoin leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 juni 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.