ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0630 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet616.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0630
Datum uitspraak: 26-05-2011
Datum publicatie: 11-07-2011
Zaaknummer(s): GDWverzet616.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat dit niet binnen de termijn is gedaan.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 26 mei 2011 zoals bedoeld in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met zaaknummer 616.2010 ingediend door:

[     ] en [     ],

wonende te [     ],

klagers,

tegen:

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij beschikking van 3 augustus 2010 (zaaknummer 404.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klagers tegen de gerechtsdeurwaarder ingediende klacht.

Bij brief van 17 augustus 2010 is klagers een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 31 augustus 2010, ingekomen op 1 september 2010, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 15 maart 2011 waar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 26 mei 2011.

2. De gronden van het verzet

In verzet hebben klagers 17 gronden aangevoerd. Voordat op die gronden kan worden ingegaan, dient de Kamer allereerst de vraag te beantwoorden of het verzet tijdig is gedaan.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

3.1 Op grond van het bepaalde in artikel 39 van de Gerechtsdeurwaarders dient een tegen een beslissing van de voorzitter ingesteld verzet te worden gedaan binnen veertien dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing. Bij brief van 17 augustus 2010 is klagers een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. In die brief is medegedeeld dat de eerste dag van de termijn de dag is volgend op de dag van verzending van het afschrift van de beslissing van de voorzitter en dat het verzetschrift uiterlijk op de veertiende dag het verzet schrift in het bezit van de Kamer dient te zijn. Bij brief gedateerd 30 augustus 2010, welke brief op 1 september 2010 bij de Kamer is ingekomen, hebben klagers verzet ingesteld.

3.2. Uit het voorgaande volgt dat - nu de termijn begon te lopen op 18 augustus 2010 en eindigde op 31 augustus 2010 - klagers het verzet hebben ingesteld buiten de hiervoor genoemde termijn van veertien dagen. Klagers dienen daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard in het verzet. Bijzondere omstandigheden die maken dat het verzet wel als tijdig te zijn ingediend kan worden aangenomen, zijn gesteld noch gebleken.

4. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart klagers niet-ontvankelijk in het verzet.

Aldus gegeven door mr. G.H.I.J. Hage, plaatsvervangend-voorzitter, mrs. E.R.S.M. Marres en J.J.L. Boudewijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 mei 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de

Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.