ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0625 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW654.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0625
Datum uitspraak: 24-05-2011
Datum publicatie: 11-07-2011
Zaaknummer(s): GDW654.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   Te snel beslag gelegd na betekening van de titel zonder dat daartoe aanleiding was. Het beslag is gelegd voor een bedrag van € 2.559,85 aan achterstallige termijnen. De opbrengst van het beslag is volgens de brief van de gerechtsdeurwaarders ook gebruikt ter afboeking van nieuwe achterstallige termijnen en niet er afboeking van de kosten die verband hielden met de beslaglegging. De gerechtsdeurwaarders hebben dit laatste ook erkend en hebben toegegeven dat dit in principe niet juist is. De klacht wordt gegrond verklaard en de maatregel van berisping wordt opgelegd.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 6,4

Beschikking van 24 mei 2011 zoals bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 654.2010 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ], [     ] en [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief ingekomen op 15 september 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna ook: de gerechtsdeurwaarders.

Op 25 oktober 2010 is het aangehechte verweerschrift van de gerechtsdeurwaarders ontvangen. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 april 2011, alwaar [     ], mede namens zijn collega’s, is verschenen. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 24 mei 2011.

1. De feiten

-                     De gerechtsdeurwaarders zijn belast met de executie van een grosse van een akte van geldlening met hypotheekstelling.

-                     Op 6 juli 2010 is deze akte aan klager betekend met bevel tot betaling van de achterstallige termijnen ad € 2.559,85 vermeerderd met invorderingskosten, rente en met de kosten van dat exploot.

-                     Op 7 juli 2010 hebben de gerechtsdeurwaarders ten laste van klager beslag gelegd onder de [     ]bank. Dit beslag heeft doel getroffen.

-                     Aan klager is bij brief van 23 augustus 2010 meegedeeld dat op dat moment nog een bedrag van € 1.265,48 openstond.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarders rauwelijks beslag hebben gelegd en te veel kosten in rekening hebben gebracht.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

De gerechtsdeurwaarders hebben in hun verweerschrift weersproken dat zij te veel kosten in rekening hebben gebracht. Aangezien in de betekening de beveltermijn niet is opgenomen, is op de dag na de betekening meteen executoriaal derdenbeslag gelegd.

4. De beoordeling van de klacht

4.1. Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De gerechtsdeurwaarders hebben ter zitting toegegeven dat erg snel na de betekening tot de beslaglegging is overgegaan. Het is de Kamer niet gebleken dat daartoe enige aanleiding aanwezig was.

4.3 Het beslag is gelegd voor een bedrag van € 2.559,85 aan achterstallige termijnen. De opbrengst van het beslag ad € 3.376,67 is volgens de brief van de gerechtsdeurwaarders van 23 augustus 2010 ook gebruikt ter afboeking van € 430,34 aan nieuwe achterstallige termijnen en niet er afboeking van de kosten die verband hielden met de beslaglegging. De gerechtsdeurwaarders hebben dit laatste ook erkend en hebben toegegeven dat dit in principe niet juist is.

4.4 Het is de Kamer niet gebleken dat te veel kosten in rekening zijn gebracht.

4.5 De Kamer acht de klacht gegrond gelet op de overwegingen 4.2 en 4.3. Dat een en ander niet bewust is gedaan om klager te benadelen, zoals nog is aangevoerd, doet hieraan niet af.

4.6 De Kamer ziet gelet op de ernst van de gedragingen aanleiding tot het opleggen van na te noemen maatregel.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond, voor zover dat de hiervoor onder 4.2 en 4.3 behandelde kwesties betreft;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarders de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. H.C. Hoogeveen en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 mei 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.