ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0623 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW584.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0623
Datum uitspraak: 24-05-2011
Datum publicatie: 11-07-2011
Zaaknummer(s): GDW584.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager is onder bewind gesteld. Op verzoek van zijn gemachtigde is alle correspondentie aan de bewindvoerder gericht. Na een adresverificatie zijn de adresgegevens van klager automatisch teruggezet op zijn woonadres. Hierdoor ontving de bewindvoerder geen correspondentie meer. De kamer acht de klacht op dit punt gegrond. De klacht gericht tegen het gelegde beslag wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 6,4

Beschikking van 24 mei 2011 zoals bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 584.2010 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 16 augustus 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna ook: de gerechtsdeurwaarder.

Op 14 oktober 2010 is het aangehechte verweerschrift van de gerechtsdeurwaarder ontvangen. De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 22 november 2010 nader gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 april 2011, alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 24 mei 2011.

1. De feiten

-                     Klager is onder bewind gesteld. Zijn gemachtigde is bewindvoerder. Op klagers uitkering is door meerdere gerechtsdeurwaarders in opdracht van verschillende schuldeisers beslag gelegd.

-                     De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een tegen klager gewezen vonnis. Hij heeft het vonnis op 16 oktober 2008 aan klager betekend. Op 24 maart en op 28 mei 2009 heeft hij aan klager opgave van het verschuldigde gedaan.

-                     Op 28 juli 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager executoriaal derdenbeslag gelegd op een bankrekening van klager. Als gevolg hiervan is een bedrag van € 257.76 onder het beslag gebracht. Na aftrek van € 130,00 aan kosten heeft de bank het restant aan de gerechtsdeurwaarder afgedragen.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder beslag heeft gelegd op zijn bankrekening terwijl er al sinds 2006 beslag ligt op zijn uitkering. Als gevolg hiervan komt hij ernstig in de financiële problemen, omdat hij zijn huur en zorgverzekering niet meer kan betalen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

3.1 De gerechtsdeurwaarder acht de klacht ongegrond.

3.2 In het aanvullend verweerschrift heeft de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat hij al in februari 2009 op de hoogte was van de onderbewindstelling. Op verzoek van de gemachtigde is alle correspondentie aan hem gericht, ook al omdat klager gedetineerd was. De gerechtsdeurwaarder heeft in zijn administratie het adres van klager gewijzigd in dat van de gemachtigde. In 2010 is de gerechtsdeurwaarder bericht dat klager op 18 maart 2009 ontslagen was uit zijn detentie. De gerechtsdeurwaarder heeft het adres van klager bij het GBA geverifieerd waarna de adresgegevens van klager automatisch zijn teruggezet op zijn woonadres. De gerechtsdeurwaarder betreurt het dat hierdoor aan zijn aandacht is ontsnapt dat de correspondentie aan de gemachtigde moest worden verzonden. Wel zijn aan klager op 19 maart 2010 een zevental opgaven van het verschuldigde verzonden en rust op klager ook de verplichting om de gemachtigde daarvan op de hoogte te stellen. De gerechtsdeurwaarder erkent echter dat voor een snellere afhandeling en reactie hij deze opgaven aan de gemachtigde had moeten sturen. De gerechtsdeurwaarder was niet op de hoogte van de beslagen op de uitkering van klager en was met die uitkering ook niet bekend. Hij heeft op 5 maart 2010 wel via een UWV-polis geïnformeerd naar een mogelijke werkgever, maar daar kwam geen werkgever uit naar voren en evenmin een andere inkomstenbron. Om die reden heeft de gerechtsdeurwaarder naar andere verhaalsmogelijkheden gezocht.

3.3 Ter zitting heeft de gerechtdeurwaarder gesteld dat het systeem inmiddels is aangepast. Als iemand een bewindvoerder heeft, dan is dat voortaan iedere keer dat het dossier digitaal wordt geopend zichtbaar en wordt de bewindvoerder standaard aangeschreven.

4. De beoordeling van de klacht

4.1. Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Klager kan het de gerechtsdeurwaarder niet verwijten dat deze beslag op zijn bankrekening heeft gelegd, ook al omdat de gerechtsdeurwaarder van de andere beslagen niet op de hoogte was.  Het is niet aan de tuchtrechter om te beoordelen of een beslag als onrechtmatig gelegd kan worden aangemerkt of dat er misbruik van recht is gemaakt. Daarvoor dient klager zich te wenden tot de executierechter. Wel kan het zijn dat een beslag zo evident onrechtmatig is dat de gerechtsdeurwaarder die desondanks het beslag heeft gelegd daarmee de normen van het tuchtrecht heeft overschreden. Dat laatste is niet gebleken. Ook is niet gebleken dat meer dan een relatief klein bedrag onder het beslag gebracht.

4.3 Het valt de gerechtsdeurwaarder wel te verwijten dat haar automatisering niet optimaal was en dat daardoor als correspondentieadres niet dat van de bewindvoerder is aangehouden na de beëindiging van de detentie van klager. Indien er sprake is van een onderbewindstelling, dan dient een gerechtsdeurwaarder met de bewindvoerder te blijven corresponderen. Uit de bijlagen bij het verweerschrift blijkt dat ook in 2009 opgaven aan klager in plaats van aan zijn gemachtigde zijn verstuurd. De Kamer acht de klacht daarom gegrond.

 4.4 De Kamer ziet geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel.

 

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        ziet van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. H.C. Hoogeveen en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 mei 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.