ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0620 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet909.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0620
Datum uitspraak: 10-05-2011
Datum publicatie: 11-07-2011
Zaaknummer(s): GDWverzet909.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De kamer vernietigt de beslissing van de voorzitter.Tten onrechte beslag gelegd. De titel onvoldoende gecontroleerd op fouten. Klacht gegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 10 mei 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 909.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ] en [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 9 november 2010 (zaaknummer 583.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen beklaagden ingediende klacht. Bij brief van 8 december 2010 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 18 december 2010 heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 29 maart 2011. Beide partijen hebben voor de zitting nog stukken ingediend. Klaagster heeft laten weten niet te zullen verschijnen. Namens de gerechtsdeurwaarders is de gemachtigde verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 10 mei 2011.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klaagster samengevat aangevoerd dat zij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. De gerechtsdeurwaarders hebben zeer onzorgvuldig en daarmee wel degelijk tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld. Het vonnis met de verkeerde tenaamstelling is tot driemaal toe betekend. Niet het gehele ingehouden bedrag is teruggestort, namelijk € 238,75 in plaats van € 260,46.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Tegen klaagster is een verstekvonnis gewezen, waarin de naam van de eisende partij onjuist is vermeld. De gerechtsdeurwaarders zijn belast met de executie van dit vonnis en zij hebben ten laste van klaagster executoriale derdenbeslagen gelegd. Nadat de gerechtsdeurwaarders door klaagster op de fout zijn gewezen, zijn de beslagen opgeheven. Volgens klaagster dienen de kosten van de beslagen voor rekening van de gerechtsdeurwaarders te komen.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarders niet in strijd hebben gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De gerechtsdeurwaarders hebben aangevoerd dat het vonnis slechts eenmaal is betekend, en niet driemaal zoals klaagster heeft gesteld. Het ontvangen bedrag van € 206,50 is aan de werkgever van klaagster teruggestort.

6.2 Ter zitting hebben de gerechtsdeurwaarders toegegeven dat een bedrag van € 21,71 nog niet aan klaagster is terugbetaald. De gerechtsdeurwaarders hebben toegezegd dit nog op de dag van de zitting te zullen doen. De gerechtsdeurwaarders hebben ter zitting toegegeven dat strikt genomen de betekenende gerechtsdeurwaarder de kennelijke verschrijving in het vonnis had moeten opmerken.

6.3 Door een vergissing van de gerechtsdeurwaarders en wellicht ook door de vermelding van een verkeerd kenmerk door de werkgever van klaagster hebben de gerechtsdeurwaarders niet eerder bemerkt dat nog niet alles aan klaagster was terugbetaald. Zij hebben toegezegd dat dit inmiddels is gebeurd. De Kamer acht het verzet hierom gegrond, omdat dit in tegenstelling tot hun mededeling nog niet was gebeurd.

6.4 De Kamer komt vervolgens toe aan de behandeling van de klacht. De Kamer merkt op dat redelijk zou zijn indien de gerechtsdeurwaarders ook de bankkosten voor hun rekening zouden nemen. Het is echter niet aan de Kamer om daarover te beslissen maar aan de gewone rechter. De Kamer acht de klacht gegrond. Er is evident onjuist beslag gelegd. De gerechtsdeurwaarders hadden de fout uit zichzelf moeten opmerken. Er is kennelijk niet goed gecontroleerd of de titel geen fouten bevatte. De Kamer acht dat onzorgvuldig. De Kamer ziet echter geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel.

6.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet gegrond;

-        vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-        verklaart de klacht alsnog gegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.M. Patijn en J.C.M. van der Weijden (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 mei 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.