ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0614 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet664.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0614
Datum uitspraak: 10-05-2011
Datum publicatie: 11-07-2011
Zaaknummer(s): GDWverzet664.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt niet-ontvankelijlk verklaard omdat het buiten de termijn is gedaan

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 10 mei 2011 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 6 april 2010 met nummer 69.2010 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 664.2010 ingesteld door:

[     ] en [     ],

wonende te [     ],

klagers,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

De voorzitter heeft bij voormelde beslissing van 6 april 2010, op de op 28 januari 2010 ontvangen klacht beslist.

Deze beslissing is bij brief van 7 april 2010 aan het door klagers opgegeven adres gezonden. Voormelde brief is retour gezonden aan de Kamer omdat klagers niet meer op dat adres woonden. Desgevraagd is op 26 juli 2010 de beslissing naar het door klagers opgegeven adres gezonden. Op 3 augustus 2010 is het verzetschrift tegen voormelde beslissing ontvangen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 22 februari 2011. Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2.         De ontvankelijkheid van het verzet .

2.1       Op grond van het bepaalde in artikel 39, tweede lid van de Gerechtsdeurwaarderswet kan de klager binnen veertien dagen na verzending van de kennisgeving schriftelijk verzet doen.

2.2       Deze termijn ving aan op 8 april 2010. Het verzetschrift diende daarom op

21 april 2010 bij de Kamer te zijn ontvangen. Dit is echter pas op 3 augustus 2010 door de Kamer ontvangen, zodat het verzetschrift niet tijdig is ingediend.

2.3       Klagers hebben aangevoerd dat zij te laat verzet hebben ingesteld omdat TNT de post niet heeft doorgezonden naar hun, daar bekende, tijdelijke adres.

2.4       Vast staat dat klagers in het klachtschrift van 27 januari 2010 het adres hebben vermeld dat op 5 januari 2010 ten laste van klagers is ontruimd. Bij vonnis van 15 januari 2010 heeft de president in kort geding, het verzoek van klagers om hen weer toe te laten tot dat adres afgewezen.

2.5       Gelet op de hiervoor vermelde feiten en omstandigheden, is de Kamer van oordeel dat er geen sprake is van een verschoonbare reden voor de overschrijding van de verzettermijn. Het dient immers voor rekening en risico van klagers te komen dat zij ten tijde van het indienen van de klacht toch het adres gebruikten waarvan zij wisten dat zij er niet konden terugkeren. Dit geldt temeer nu klagers nimmer een adreswijziging aan de Kamer hebben gezonden.

2.6       Gelet op vorenstaande zal het verzet niet-ontvankelijk worden verklaard en komt wat klagers in verzet hebben aangevoerd niet voor bespreking in aanmerking.

3.         Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mrs. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter,

C.W. Inden en A.C.J.J.M. Seuren, (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 mei 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

-

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.