ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0593 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW257.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0593
Datum uitspraak: 18-01-2011
Datum publicatie: 13-05-2011
Zaaknummer(s): GDW257.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Niet adequaat informeren en niet reageren op brieven. De Kamer acht de klachten ten aanzien van gerechtsdeurwaarder sub 2 -die de klachten heeft erkend- gegrond. Er wordt geen maatregel opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 18 januari 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 257.2010 van:

[     ] en [     ],

wonende te [     ],

klagers,

tegen:

1. [     ],

2. [     ],

respectievelijke toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ] en gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagden,

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 7 april 2010 hebben klagers een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders. Bij aangehechte brieven met bijlagen ingekomen op 12 en 23 april 2010 hebben de gerechtsdeurwaarders op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 7 december 2010 alwaar gerechtsdeurwaarder [     ] is verschenen. Gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft laten weten niet te zullen verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 18 januari 2011.

1. De feiten

In opdracht van gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft gerechtsdeurwaarder sub 1 aan klager [     ] op 1 april 2010 een dagvaarding met producties betekend. Daarbij zaten producties die geen betrekking hadden op zijn zaak maar op een zaak van een andere debiteur.

2. De klacht

Klagers verwijten de gerechtsdeurwaarders - kort samengevat - en in hoofdzaak dat deze hun niet adequaat hebben geïnformeerd. Op informatieverzoeken van 4 en 26 maart 2010 werd niet gereageerd. Voorts zaten bij de dagvaarding stukken die geen betrekking hadden op de zaak van [     ] maar op die van een andere persoon.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

Gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft de klacht erkend. Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft zich erop beroepen dat hij alleen een losse opdracht had. Omdat hij slechts zijn ambtelijke taak diende uit te voeren heeft hij de inhoud van de dagvaarding en de bijbehorende producties niet volledig gecontroleerd.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft ter zitting aangevoerd dat een medewerkster bij het scannen een fout heeft gemaakt. Per abuis zaten er stukken bij de bijlagen bij de dagvaarding die daarin niet thuishoorden. De dagvaarding is niet ter controle langs de afdeling juridische zaken gegaan zoals gebruikelijk is. De gerechtsdeurwaarder heeft alleen naar de formaliteiten gekeken of die in acht waren genomen. Hij heeft er mede daarom op aangedrongen bij de opdrachtgever dat de zaak werd ingetrokken. Per abuis en als gevolg van de ontvangst van een groot aantal e-mails zijn de informatieverzoeken van klagers niet direct opgemerkt maar wat later alsnog beantwoord. Dat eerder stukken tot oktober 2009 zijn verstuurd naar het oude adres en daarom niet ontvangen zijn door klagers kan de gerechtsdeurwaarder niet verweten worden. De Kamer acht de klacht jegens gerechtsdeurwaarder sub 2 gegrond, maar ziet ook gelet op het feit dat hij excuses heeft aangeboden en maatregelen ter voorkoming van een dergelijke fout in de toekomst geen aanleiding om een maatregel op te leggen.

4.3 Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft slechts gekeken of de dagvaarding die hij moest betekenen aan de formaliteiten voldeed. Daarmee heeft hij niet gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond jegens gerechtsdeurwaarders sub 2 en ongegrond tegen gerechtsdeurwaarder sub 1;

-        ziet jegens gerechtsdeurwaarder sub 2 van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. J.H. Dubois en J.C.M. van der Weijden (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 januari 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.