ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0591 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW306.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0591
Datum uitspraak: 18-01-2011
Datum publicatie: 13-05-2011
Zaaknummer(s): GDW306.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Perikelen rond de betekening van een beslag roerende zaken die zich bevonden in een chalet op een recreatiepark. Mede gezien de ter zitting gegeven toelichting acht de Kamer de klacht ongegrond.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 18 januari 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 306.2010 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

1. [     ],

2. [     ],

3. [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief ingekomen op 27 april 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders. Bij aangehechte brief met bijlagen ingekomen op 30 juni 2010 hebben de gerechtsdeurwaarders op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 7 december 2010 alwaar gerechtsdeurwaarder sub 1, mede namens de andere gerechtsdeurwaarders, is verschenen. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De gerechtsdeurwaarders hebben een pleitnota overgelegd. Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 18 januari 2011.

1. De feiten

In opdracht van een advocatenkantoor zijn de gerechtsdeurwaarder belast met de executie van een tegen een besloten vennootschap (hierna de B.V.) gewezen vonnis. Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft op 13 oktober 2009 in een aan klager toebehorend, dan wel door hem gebruikt, chalet beslag roerende zaken gelegd. Dit chalet bevindt zich in een recreatiepark. Bij aankomst heeft de gerechtsdeurwaarder sub 1 gevraagd waar hij perceel [     ] kon vinden. Daar heeft hij niemand aangetroffen en beslag gelegd op het houten chalet en enige roerende zaken. Daarna heeft hij zich bij de receptie kenbaar gemaakt als gerechtsdeurwaarder en heeft hij bericht dat hij zojuist beslag had gelegd ten laste van de bewuste B.V. Volgens het proces-verbaal van de beslaglegging heeft de receptioniste toen gezegd dat standplaats [     ] nimmer in huur of bezit is geweest van de B.V. echter wel standplaats [     ], doch deze standplaats met chalet en dergelijke was al maanden geleden door de B.V. verkocht.

2. De klacht

2.1 Verkort samengevat en in hoofdzaak verwijt klager de gerechtsdeurwaarders dat deze onzorgvuldig en onrechtmatig hebben gehandeld. Het proces-verbaal bevindt zich in een dossier van een gerechtelijke procedure waaraan klager part noch deel heeft. Hij heeft het proces-verbaal aangetroffen in processtukken van een hem bekend persoon. Dit beslag is volkomen onterecht uitgevoerd. Daarom heeft klager de gerechtsdeurwaarder gesommeerd tot het opheffen van het beslag op chalet [     ], het laten verwijderen van het proces-verbaal uit het dossier, het voorkomen van uitvoering van beslaglegging met de politie en slotenmaker en hem schriftelijk te informeren over de genomen stappen. Volgens klager is hij door het handelen van de gerechtsdeurwaarders onderdeel geworden van een gerechtelijke procedure en lijdt hij daardoor schade door het voortduren van het beslag op zijn chalet en als gevolg daarvan stagnerende invloed op de verkoop van het chalet. De gerechtsdeurwaarders wijzen echter ten onrechte iedere aansprakelijkheid af.

2.2 Resumerend verwijt klager de gerechtsdeurwaarders dat deze onzorgvuldig en onrechtmatig hebben gehandeld. Zij hebben vooraf geen onderzoek gedaan naar de eigendom van het chalet en hebben zonder toestemming van klager zijn perceel betreden. De gerechtsdeurwaarders weigeren hun verantwoordelijkheid te erkennen voor de aangerichte schade.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

De gerechtsdeurwaarders hebben aangevoerd dat zij ministerieplicht hadden. Klager is geen partij in de zaak die aan hen ter executie was opgedragen en is daarbij ook niet als derde betrokken. Klager heeft dus geen recht op afschriften van de exploten en processen-verbaal in dat dossier. Het beslag op het chalet met de bijbehorende roerende zaken is vervallen dan wel opgeheven omdat het niet binnen drie dagen daarna is overbetekend aan de geëxecuteerde. Er is door het advocatenkantoor ook geen opdracht verstrekt om het beslag te handhaven. De gerechtsdeurwaarders zullen niet vrijwillig meewerken aan het verwijderen van de door klager gewraakte correspondentie uit hun dossier. Klagers naam is daarin niet vermeld en evenmin is daarbij een standpunt ingenomen omtrent de eigendom van de zaak.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Mede gelet op de ter zitting gegeven toelichting, die door klager niet is weersproken, is het de Kamer gebleken dat de gerechtsdeurwaarders de nodige zorgvuldigheid hebben betracht en dat zij niet in strijd hebben gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De Kamer acht de klacht daarom ongegrond.

4.3 Ter zitting is aangevoerd dat gerechtsdeurwaarder sub 1 zich heeft gemeld bij de receptie en heeft gevraagd waar hij het chalet met nummer [     ] kon vinden. Hij heeft zich nadrukkelijk niet als gerechtsdeurwaarder bekend gemaakt. Hij kende de verhoudingen daar niet en het is hem al eens overkomen dat men de schuldenaar in zo’n geval verwittigde en die er dan vandoor ging met bijvoorbeeld een auto. De gerechtsdeurwaarder heeft zich toen in het bezit van een plattegrond naar nummer [     ] begeven alwaar hij niemand aantrof. Daar heeft hij beslag gelegd op het chalet en op roerende zaken.  Na afloop heeft hij zich weer gemeld bij de receptie en kreeg te horen dat standplaats [     ] nimmer was gehuurd door dan wel in bezit was geweest bij de vennootschap, maar wel standplaats [     ], maar deze standplaats was al maanden geleden door de vennootschap verkocht. De gerechtsdeurwaarder heeft de executie niet vervolgd. Het beslag is dan ook niet (over)betekend. Wel heeft hij een proces-verbaal opgemaakt om zich voor zijn handelen te kunnen verantwoorden en hij op een bepaalde plaats was geweest hoewel hij die plek niet was binnengetreden. Het beslag is vervallen dan wel opgeheven. Er is geen beslag gelegd op zaken van klager, want in het proces-verbaal staat vermeld dat ten laste van de vennootschap beslag is gelegd. De gerechtsdeurwaarder kon voor de beslaglegging niet nagaan of het chalet op naam van de schuldenaar stond, aangezien zoiets niet blijkt uit openbare registers. Het proces-verbaal verwijderen uit het dossier is niet mogelijk omdat dit een ambtsmisdrijf tot gevolg zou hebben. De naam van klager is nimmer genoemd of vermeld en klager is geen onderdeel van een juridische procedure. Gelet op dit onweersproken verweer zijn de enkele stellingen van klager onvoldoende om tuchtrechtelijk laakbaar handelen te kunnen vaststellen. De Kamer acht de klacht daarom ongegrond.

4.4 De onderhavige procedure leent zich niet voor toekenning van schadevergoeding, zo daartoe al aanleiding zou bestaan.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. J.H. Dubois en J.C.M. van der Weijden (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 januari 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.