ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0590 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet458.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0590
Datum uitspraak: 18-01-2011
Datum publicatie: 13-05-2011
Zaaknummer(s): GDWverzet458.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 18 januari 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 458.2010 ingesteld door:

[     ]en [     ],

wonende te [     ],

klagers,

tegen:

1. [     ],

2. [     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ] en waarnemend gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagden,

gemachtigde: [     ] (namens gerechtsdeurwaarder sub 2).

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 18 mei 2010 (zaaknummer 126.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klagers tegen beklaagden ingediende klacht. Bij brief van 7 juni 2010 is partijen een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Bij brief, ontvangen op 16 juni 2010 hebben klagers tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 7 december 2010. Klagers en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder sub 2 zijn verschenen. Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft laten weten niet ter zitting te verschijnen. Klagers hebben stukken overgelegd. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 18 januari 2011.

2. De gronden van het verzet

In verzet hebben klagers samengevat aangevoerd dat zij het niet eens zijn met de beslissing van de voorzitter. Door de gerechtsdeurwaarders is gelet op de omvang van de schulden wel degelijk te veel geïncasseerd.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klagers hebben het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in hun verzet kunnen worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klagers verwijten de gerechtsdeurwaarders, kort samengevat dat deze nodeloos beslag hebben gelegd, ook voor schulden die al betaald zijn.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarders niet in strijd hebben gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer verder niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Het verzet is dan ook ongegrond.

6.2 De toetsing van de juistheid van de door klagers nog in het geding gebrachte specificaties staat niet ter beoordeling van de Kamer. Namens gerechtsdeurwaarder sub 2 is ter zitting toegezegd dat nog een specificatie ten behoeve van klagers zal worden opgesteld van alle bedragen die klagers hebben betaald zover teruggaand in de tijd als mogelijk is. Indien klagers daar geen genoegen mee kunnen nemen, kunnen zij zich wenden tot de gewone rechter, zoals de voorzitter in zijn beschikking al heeft overwogen.

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. C.W. Inden en J.C.M. van der Weijden (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 januari 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.