ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0571 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW520.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0571
Datum uitspraak: 22-03-2011
Datum publicatie: 13-05-2011
Zaaknummer(s): GDW520.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Kosten in rekening gebracht die niet terug te voeren zijn op het BTAG.De klacht wordt gegrond verklaard en de gerechstdeurwaarder wordt de maatregel van berisping opgelegd. 

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 22 maart 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 520.2010 van:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 26 juli 2010 heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief met bijlagen ingekomen (na rappel) op 22 oktober 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 februari 2011, alwaar klaagster en haar gemachtigde zijn verschenen. De gerechtsdeurwaarder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

De oproep is verstuurd naar het kantoor van de gerechtsdeurwaarder te [     ], hoewel de gerechtsdeurwaarder heeft verzocht alle stukken naar het hoofdkantoor te [     ]te sturen. Het verzoek om op de klacht te reageren werd eerder gestuurd naar het kantoor te [     ] en heeft de gerechtsdeurwaarder getuige diens ingekomen verweerschrift bereikt. Er kan daarom van worden uitgegaan dat ook de oproep de gerechtsdeurwaarder heeft bereikt, hoewel ook deze is verstuurd naar diens kantoor te [     ].

Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 22 maart 2011.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

Sinds medio juli 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder zich ten opzichte van klaagster bemoeid met de incasso van een vordering  van [     ] te [   ] ter zake van een betalingsachterstand op grond van een tweetal hypotheekvorderingen. Klaagster en haar mede-schuldenares zijn aangemaand en uiteindelijk is tot betekening van de akte overgegaan en is er ten laste van klaagster loonbeslag gelegd.

 

2. De klacht

Kort samengevat komt de klacht neer op het volgende:

·        door met grote intervallen klaagster aan te spreken op de hiervoor bedoelde vordering van [     ] is bij klaagster onduidelijkheid geschapen en heeft de gerechtsdeurwaarder gehandeld in strijd met artikel 8 van de Verordening beroeps- en gedragsregels Gerechtsdeurwaarders;

·        mede als gevolg daarvan zijn op overigens ondoorzichtige wijze in de loop van de tijd kosten aan klaagster in rekening gebracht.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden. In een uitvoerig exposé schetst hij de oorzaak van de lange duur van de behandeling van de betreffende incasso. Uit de door klaagster bij haar klaagschrift overgelegde bijlagen blijkt voldoende dat klaagster steeds op de hoogte is geweest van het bestaan van de onderhavige vordering. Dat niet eerder de zaak gesloten kon worden, dient dan ook geheel en al aan klaagster zelf te worden verweten. De gerechtsdeurwaarder erkent wel dat na onderzoek door hem van de onderhavige zaak – en dat naar aanleiding van de ingediende klacht – hem is gebleken dat een bedrag van € 41,27 teveel is geïncasseerd, welk bedrag hij aanbiedt terug te betalen aan klaagster na opgave aan hem van het bankrekeningnummer van de laatste. Daarnaast verstrekt de gerechtsdeurwaarder een gespecificeerde opgave van de onderhavige vordering op klaagster.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Het Gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. De aan het kantoor verbonden gerechtsdeurwaarder [     ] te [     ] heeft zich opgeworpen als beklaagde en wordt als zodanig aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen zijdens de gerechtsdeurwaarder in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.3 De gerechtsdeurwaarder heeft uitvoerig de reden toegelicht van de lange duur van de incasso in de onderhavige zaak. Ter terechtzitting is klaagster daar nauwelijks op ingegaan. Wel heeft zij betwist dat zij verhuisd was (zoals de gerechtsdeurwaarder heeft gesteld), doch dat doet in feite niet ter zake. Blijkbaar is de gerechtsdeurwaarder in het incassotraject op een situatie gestuit, waardoor het hem lastig werd gemaakt om tot een voor zijn opdrachtgever gunstig resultaat te komen. Dat kan de gerechtsdeurwaarder bezwaarlijk worden verweten. De conclusie moet dan ook zijn dat van het uitoefenen van ongeoorloofde druk geen sprake is en dat evenmin sprake is van het aankondigen van maatregelen welke de gerechtsdeurwaarder niet uit hoofde van zijn opdracht, de wet en de hem verstrekte titel daadwerkelijk kan nemen.

4.4 De door de gerechtsdeurwaarder in zijn verweerschrift gegeven specificatie van de door klaagster betaalde vordering komt de Kamer op zich en ook op het punt van de opgevoerde kosten aanvaardbaar voor. De door klaagster bij haar klaagschrift overgelegde bijlagen wijzen echter in een geheel andere richting.

Daaruit blijkt het volgende:

·        bij exploot van betekening en bevel wordt aanspraak gemaakt op ‘executiekosten’ van € 11,92, terwijl niet blijkt van enige executiehandeling op dat moment;

·        in het exploot van 15 december 2006 is sprake van een post executiekosten ad € 113,10 welke niet te herleiden zijn. Bovendien wordt in strijd met het BTAG voor dat exploot een bedrag van € 44,19 in rekening gebracht aan klaagster;

·        in de brief van beklaagde aan klaagster van 11 maart 2009 is sprake van een niet herleidbare post wegens informatiekosten ad € 287,01;

·        de brief van beklaagde aan klaagster van 26 april 2010 leidt tot een verhoging ten opzichte van de brief van 11 maart 2009 van € 57,57;

·        tenslotte wordt in het proces-verbaal van derden beslag een post informatiekosten opgenomen van € 1,75 zonder dat deze kosten worden onderbouwd.

3.5 Nu de gerechtsdeurwaarder niet ter zitting is verschenen, kon door hem ook geen verklaring worden gegeven omtrent de opvallende verschillen die enerzijds blijken uit de door klaagster overgelegde en van de gerechtsdeurwaarder afkomstige stukken en anderzijds de specificatie die bij het verweerschrift door de gerechtsdeurwaarder is gegeven. Het niet-verschijnen ter terechtzitting van de gerechtsdeurwaarder blijft uiteraard voor zijn rekening.

De Kamer kan dan ook niet anders dan vaststellen dat de gerechtsdeurwaarder in de onderhavige zaak gedurende de loop van de executiewerkzaamheden in strijd met het BTAG kosten heeft berekend. Daaraan doet niet af dat bij verweerschrift uiteindelijk een acceptabele specificatie wordt verstrekt.

3.6 De Kamer is daarom van oordeel dat de klacht gegrond is en dat er aanleiding is na te noemen maatregel op te leggen.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. G.H.I.J. Hage, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.M. Patijn en M.J.-M.L. Baudoin (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 maart 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.