ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0567 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet813.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0567
Datum uitspraak: 22-03-2011
Datum publicatie: 13-05-2011
Zaaknummer(s): GDWverzet813.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet tijdig is ingediend.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 22 maart 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 813.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 19 oktober 2010 (zaaknummer 552.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 25 oktober 2010 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 9 november 2010 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 februari 2011 waarbij de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager is hoewel behoorlijk opgeroepen niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 22 maart 2011.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.  

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter niet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet niet kan worden ontvangen.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart klager in zijn verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. G.H.I.J. Hage, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.M. Patijn  en M.J.-M.L. Baudoin (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 maart 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.