ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0563 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW537.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0563
Datum uitspraak: 29-03-2011
Datum publicatie: 13-05-2011
Zaaknummer(s): GDW537.2010
Onderwerp: Financieel toezicht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Niet tijdig indien jaarstukken. First offender daarom geen maatregel.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 29 maart 2011 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 537.2010 ingesteld door:

[     ],

(hierna ook: het [     ])

gevestigd te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief ingekomen op 23 juli 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 15 februari 2011 alwaar de gemachtigde van het [     ] en gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van deze behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 7 december 2010.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

Het [     ] heeft geconstateerd dat de gerechtsdeurwaarder, de jaarstukken niet (volledig) tijdig heeft ingediend, ondanks een brief van het [     ] van 8 juli 2009 waarin hij daarop is gewezen. Het betreft de privé-vermogensopstelling (V-staat) over het boekjaar 2009 die niet tijdig is ingediend.

2. De klacht

Het [     ] verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door de jaarstukken niet (volledig) tijdig in te dienen. Die tekortkoming belemmert een adequaat en goed georganiseerd toezicht op het financiele beheer van de gerechtsdeurwaarderspraktijk. Tot op het moment van het indienen van de klacht had de gerechtsdeurwaarder de ontbrekende stukken nog niet ingeleverd.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht erkend. Hij heeft aangevoerd dat privé-omstandigheden ten grondslag liggen aan zijn verzuim. Het was geen onwil maar hij kon niet over bepaalde stukken beschikken. De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting erkend dat hij dit eerder met het [     ] had moeten opnemen. De gerechtsdeurwaarder heeft de ontbrekende stukken inmiddels ontvangen en zal deze tesamen met de stukken voor dit jaar bij het [     ] indienen.

4. De beoordeling van de klacht

4.1. Uitgangspunt bij de beoordeling van de klacht is dat een gerechtsdeurwaarder overeenkomstig het bepaalde in artikel 17, eerste lid, juncto artikel 31, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet, verplicht is tot het indienen van jaarstukken bij het [     ] binnen zes maanden na afloop van het boekjaar. De gerechtsdeurwaarder moet immers op grond van voormelde wettelijke bepalingen jaarlijks, zowel ten aanzien van zijn kantoorvermogen als ten aanzien van zijn privé-vermogen een balans opmaken en, voor wat betreft de kantoorwerkzaamheden, een staat van baten en lasten. Deze stukken dienen te worden vergezeld van een verslag van het onderzoek daarover van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

4.2. Niet in geschil is dat de gerechtsdeurwaarder de volledige jaarstukken niet tijdig heeft ingediend. Hieruit volgt dat, nu de gerechtsdeurwaarder niet heeft voldaan aan zijn wettelijke verplichting, hij tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De klacht zal gegrond worden verklaard.

4.6. Omdat het de eerste keer is dat de gerechtsdeurwaarder de jaarstukken te laat heeft ingediend, zal de Kamer het opleggen van een maatregel achterwege laten.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        laat het opleggen van een maatregel achterwege.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangendvoorzitter, mr. E.R.S.M. Marres en J.C.M. van der Weijden, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 maart 2011, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.