ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0562 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW549.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0562
Datum uitspraak: 29-03-2011
Datum publicatie: 13-05-2011
Zaaknummer(s): GDW549.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Niet beantwoorden brieven. Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde zaak binnen een redelijke termijn beantwoordt. Het door de gerechtsdeurwaarder ingenomen standpunt dat dit niet tot de taak behoort van de gerechtsdeurwaarder die een vonnis ten uitvoer legt, wordt door de Kamer in zijn algemeenheid en ook voor dit specifieke geval niet gedeeld/Klacht gegrond, geen maatregel omdat informatie uiteindelijk is verstrekt.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 29 maart 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 549.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te Amsterdam,

klager,

gemachtigden: [      ] en [     ],

tegen:

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 29 juli 2010, ingekomen op 30 juli 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 26 oktober 2010, ingekomen op 4 november 2010, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter zitting van 15 februari 2011 waar de gemachtigde van klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 29 maart 2011.

1. De feiten

a)      Klager is door de kantonrechter te [     ], locatie [     ] bij verstekvonnis van 12 mei 2004 veroordeeld tot betaling van een geldsom.

b)     Gerechtsdeurwaarder [     ] te [     ] is eerder doende geweest met de tenuitvoerlegging van het vonnis, maar heeft die actie om haar moverende redenen gestaakt.

c)      Bij brief van 22 februari 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder klager tot betaling van de vordering aangemaand.

d)     Bij aangetekende brief van 1 maart 2010 heeft klager de gerechtsdeurwaarder uitleg verzocht over de vordering. Bij brief van 12 juli 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder klager nogmaals tot betaling aangemaand.

e)      Bij brief van 16 juli 2010 heeft klager de gerechtsdeurwaarder nogmaals om informatie verzocht over de vordering.

f)      Bij exploot van 28 juli 2010 heeft een collega-gerechtsdeurwaarder het vonnis aan klager betekend met bevel tot voldoening aan de inhoud daarvan.

g)     Bij brief van 31 augustus 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder klager summiere informatie verschaft over de vordering.

h)     Klager heeft het verschuldigde door betaling van een bedrag ter finale kwijting voldaan.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder - kort samengevat - dat hij geen (voldoende) antwoord krijgt op zijn brieven, waarin hij verzoekt om uitleg over de tegen hem ingestelde vordering.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. Gronden van de beslissing

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen.

Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] te [     ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. Kandidaat-gerechtsdeurwaarder [     ] te [     ] heeft zich blijkens het verweerschrift opgeworpen als beklaagde en wordt als zodanig aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van de beslissing al rekening gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.3 Naar het oordeel van de Kamer mag van de gerechtsdeurwaarder worden verwacht dat hij brieven met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde zaak binnen een redelijke termijn beantwoordt. Het ter zitting door de gerechtsdeurwaarder ingenomen standpunt dat dit niet tot de taak behoort van de gerechtsdeurwaarder die een vonnis ten uitvoer legt, wordt door de Kamer in zijn algemeenheid en ook voor dit specifieke geval niet gedeeld. Er werd immers informatie gevraagd over een verstekvonnis uit 2004, waarbij noch de opdrachtgever noch de eerder ingeschakelde gerechtsdeurwaarder kon beschikken over eerder betekende exploten. Uit het vonnis kan niet worden opgemaakt welke vordering door de eisende partij is ingesteld terwijl de gerechtsdeurwaarder uit het dossier niets anders kan reproduceren dan een kopie van het verstekvonnis zonder de dagvaarding. In een dergelijk geval had het op de weg gelegen van de gerechtsdeurwaarder klager beter te informeren dan hij heeft gedaan.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De gerechtsdeurwaarder heeft uiteindelijk summiere informatie verstrekt en er lag nu eenmaal een tegen klager gewezen titel. De Kamer ziet daarom geen aanleiding om de gerechtsdeurwaarder een maatregel op te leggen.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        laat het opleggen van een maatregel achterwege.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. E.R.S.M. Marres en J.C.M. van der Weijden leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 maart 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.