ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0538 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW561.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0538
Datum uitspraak: 05-04-2011
Datum publicatie: 13-05-2011
Zaaknummer(s): GDW561.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klaagster betwist dat het dwangbevel aan haar in persoon is betekend. De gerechtsdeurwaarder kon geen geldig legitimatiebewijs tonen en er zijn nodeloze kosten gemaakt. De klacht wordt gegrond verklaard voor wat betreft het legitimatiebewijs. Er wordt geen maatregel opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 5 april 2011 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 561.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 4 augustus 2010 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarders.

Op 3 september 2010 is het verweerschrift met bijlagen, van de gerechtsdeurwaarder ontvangen.

Van de behandeling ter zitting van 22 februari 2011 is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

1. De feiten

De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een tegen klaagster uitgevaardigd dwangbevel. Volgens het exploot van betekening heeft hij het dwangbevel op 6 juni 2009 in persoon aan klaagster betekend. Op 4 november 2009 heeft hij ten laste van klaagster beslag roerende zaken gelegd.

2. De klacht

Verkort samengevat en in hoofdzaak verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarder dat deze het dwangbevel niet aan haar heeft betekend, bovendien viel 6 juni 2009 op een zaterdag en is het zeer onwaarschijnlijk dat er op die dag is betekend. De beslaglegging kwam dan ook voor haar totaal onverwacht. Daarbij komt dat de gerechtsdeurwaarder geen geldig legitimatiebewijs kon tonen, omdat van het pasje dat hij liet zien de data waren verlopen. Klaagster vindt dat zij onjuist is behandeld en dat aan haar nodeloos kosten zijn berekend.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1       Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2       Het exploot van betekening is een authentieke akte. Dat betekent dat de inhoud daarvan vast staat behoudens tegenbewijs. De enkele mededeling van klaagster dat 6 juni 2009 op een zaterdag viel, is onvoldoende om te twijfelen aan de inhoud van het exploot en om aan te nemen dat het dwangbevel niet aan klaagster in persoon is betekend.

4.3       De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat het juist is dat hij op 4 november 2009 ter plekke met klaagster heeft vastgesteld dat de geldigheid van zijn legitimatiebewijs was verlopen. Hij heeft zich echter wel gelegitimeerd en zijn legitimatiebewijs getoond. Hij heeft inmiddels een nieuw legitimatiebewijs aangevraagd.

4.4       De gerechtsdeurwaarder heeft, omdat klaagster op 4 november 2009 niet voldeed aan het herhaalde bevel tot betaling en hem de toegang tot de woning ontzegde, beslag gelegd op alle voor beslag vatbare roerende zaken, nog nader te omschrijven. Hij heeft klaagster de mogelijkheid geboden om het verschuldigde direct te betalen, hetgeen zij weigerde. Zij heeft diezelfde dag op kantoor het verschuldigde bedrag, waarbij de helft van het tarief voor een beslag in rekening was gebracht, betaald. Het dossier is hierna afgewikkeld. Gelet hierop is niet gebleken dat er nodeloos kosten zijn gemaakt ten aanzien van de betekening van het dwangbevel of het proces-verbaal roerende zaken, zoals klaagster stelt. Dat klaagster het verschuldigde bedrag diezelfde dag op kantoor van de gerechtsdeurwaarder heeft voldaan leidt niet tot een ander oordeel.

4.5       Vorenstaande in samenhang bezien leidt de Kamer tot het oordeel dat de klacht gegrond dient te worden verklaard omdat de gerechtsdeurwaarder ervoor zorg dient te dragen dat hij over een geldig legitimatiebewijs beschikt. Voor het opleggen van een maatregel ziet de Kamer geen aanleiding.

5. Beslist wordt als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     ziet af van het opleggen van een maatregel.

Aldus gegeven door mr. G.H.I.J. Hage, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. C.W. Inden en M. Colijn , (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 april 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan klaagster binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.