ECLI:NL:TVVTPVV:2010:YE0019 Tuchtgerecht Productschap Vee en Vlees Zoetermeer TPVV1610

ECLI: ECLI:NL:TVVTPVV:2010:YE0019
Datum uitspraak: 05-10-2010
Datum publicatie: 05-10-2010
Zaaknummer(s): TPVV1610
Onderwerp: Diergezondheid
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Het aantal bedrijfslocaties, UBN’s, waaraan geleverd wordt, is bepalend voor het aantal contacten. Als varkens aan vier UBN’s worden geleverd, dan worden in het kader van de verordening vier leveringen geteld. De overtredingen zijn het gevolg van een inregelprobleem, waarbij bleek dat één afnemer meerdere UBN’s had.

Zaaknummer :

TPVV 16/2010

Betrokkene:

[bedrijfsnaam]

[naam betrokkene]

[adres]

Datum:

8 oktober 2010

Gang van zaken:

De zaak berust op een berechtingsrapport dat het Centrum voor Bedrijfsdiensten BV (CBD) heeft opgemaakt onder nummer VVL1015, naar aanleiding van een op 27 juli 2010 door een controleur van genoemde BV gehouden telefonische inspectie met betrekking tot het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is onder UBN [nummer].

Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 21 september 2010 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Ter terechtzitting zijn verschenen de heer [naam betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], thans wonende aan de [adres] en mevrouw [echtegenote van betrokkene], alsmede de heer [naam varkenshandelaar] (varkenshandelaar) en mevrouw [echtgenote varkenshandelaar].

Voorts zijn ter zitting verschenen mr. R.B.R. Henke, namens het Productschap Vee en Vlees (PVV), en de heer H.G.M. Grolleman, namens het CBD.

Het Tuchtgerecht heeft op 5 oktober 2010 uitspraak gedaan.

Verweten gedraging:

Betrokkene wordt verweten vier keer in strijd met de Verordening varkensleveringen (PVV) 2007 varkens te hebben af gevoerd.

Verklaring van betrokkene:

Ter terechtzitting heeft betrokkene onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:

Betrokkene levert varkens aan een afmester die meerdere bedrijfslocaties (UBN’s) heeft. Dat betekent dat met een contact meerdere afleveradressen worden bevoorraad.

Voorts is in één geval sprake van afvoer van één enkel varken aan een hobbyhouder.

De varkens gaan nu naar één afnemer met één UBN. De aan- en afvoer van varkens gaat nu geheel volgens de voorschriften. Het is een inregelprobleem geweest in een overgangsperiode naar één afnemer. Nu gaat het goed.

Bewijs en verwijtbaarheid:

Betrokkene heeft een varkenshouderijbedrijf met een B -status. De aan- en afvoermogelijkheden voor betrokkene worden in artikel 13 van de verordening geregeld. Uit het berechtingsrapport blijkt dat op 29 maart 2010, 7, 13 en 21 april 2010 niet geoorloofde afvoer van varkens aan een D-bedrijf heeft plaatsgevonden.

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is onder UBN [nummer], de volgende gedragingen hebben plaatsgevonden:

Het vier keer in strijd met de Verordening varkensleveringen (PVV) 2007 af voeren van varkens.

Dit levert op:

Vier overtredingen van artikel 9 van de Verordening varkensleveringen (PVV) 2007.

Motivering van tuchtrechtelijke maatregel(en):

Om een gezonde Nederlandse varkensstapel te houden, is regulatie van de contactstructuur in de Nederlandse varkenshouderij noodzakelijk. Door specifieke regels met betrekking tot de aan- en afvoer van varkens wordt het risico van verspreiding van besmettelijke dierziekten zoveel mogelijk beperkt. Deze voorschriften zijn door het PVV in de Verordening varkensleveringen (PVV) 2007 neergelegd. De toegestane contacten zijn afhankelijk gesteld van de veterinaire waarborgen waaraan de varkenshouderijbedrijven zijn onderworpen. De verordening onderscheidt daarbij zes regimes die geduid worden met een A-, B-, C-, D-, E- of F-status. Afhankelijk van de status is het varkenshouderijbedrijf, in afwijking van het algemene aan- en afvoerverbod van varkens, een beperkt aantal aan- en afvoermogelijkheden toegestaan. Naarmate de veterinaire en hygiënische omstandigheden op een bedrijf dat rechtvaardigen, is het aantal contactmogelijkheden groter.

Door varkens aan- of af te voeren in strijd met de voorschriften van de verordening is risico van verspreiding van besmettelijke dierziekten vergroot. Daarmee is een gevaar voor de hele varkenssector in Nederland ontstaan.

Ten aanzien van de verklaring van betrokkene overweegt het Tuchtgerecht als volgt.

In de verordening is het aantal bedrijfslocaties, UBN’s, waaraan geleverd wordt, bepalend voor het aantal contacten. Als varkens aan vier UBN’s worden geleverd, dan worden in het kader van de verordening vier leveringen geteld. De overtredingen zijn het gevolg van een inregelprobleem, waarbij bleek dat één afnemer meerdere UBN’s had. Dat blijkt ook uit de korte periode waarin alle overtredingen zijn begaan, en het feit dat daarna geen overtredingen meer zijn geconstateerd.

De vier overtredingen lijken dan ook het gevolg te zijn van één wilsbesluit. Daarom legt het Tuchtgerecht voor de vier overtredingen tezamen één geldboete op.

Omdat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd, legt het Tuchtgerecht de geldboete deels voorwaardelijk op.

Beslissing:

Gelet op het bovenstaande legt het Tuchtgerecht dat betrokkene - gelet op artikel 22, van de Verordening varkensleveringen (PVV) 2007 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel op:

Een geldboete van € 500 (zegge: vijfhonderd euro), waarvan € 250 (zegge: tweehonderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening varkensleveringen (PVV) 2007 mag worden overtreden.

Toepasselijke artikelen:

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Vee en Vlees.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mr. drs. J.Y.B. Jansen, voorzitter, B.G.J. Gussinklo en B.J. Warmelink, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.