ECLI:NL:TPETPVE:2010:YD0090 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE4610

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2010:YD0090
Datum uitspraak: 09-11-2010
Datum publicatie: 09-11-2010
Zaaknummer(s): TPPE4610
Onderwerp: Hygiënevoorschriften
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Naleving van de voorschriften, en kennis daarvan, is de verantwoordelijkheid van de ondernemer zelf. Als hij ter zake afspraken met zijn dierenarts heeft gemaakt, en de dierenarts verzuimt, dan komt dat voor rekening van de ondernemer. Geldboete.    

Zaaknummer :

TPPE 46/2010

Betrokkene:

[bedrijfsnaam]

[naam betrokkene]

[adres]

Datum:

9 november 2010

Gang van zaken:

De zaak berust op een berechtingsrapport dat de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE) heeft opgemaakt onder nummer V10042, naar aanleiding van een op 27 april 2010 door een controleur van genoemde stichting gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) onder nummer [KIP-nummer].

Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 26 oktober 2010 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Betrokkene is behoorlijk en tijdig bij aangetekende brief opgeroepen, doch is niet op de terechtzitting verschenen; tegen betrokkene is verstek verleend.

Voorts zijn ter zitting verschenen mr. R.B.R. Henke en R. te Loo (BSc), namens het PPE.

Het Tuchtgerecht heeft op 9 november 2010 uitspraak gedaan.

Verweten gedraging:

Niet kon worden aangetoond dat in 2009 twee maal onderzoek is verricht bij de gehouden vleeskuikens naar de aanwezigheid van Campylobacter.

Verklaring van betrokkene:

In het berechtingsrapport is de volgende verklaring van betrokkene opgenomen:

“Wij houden op dit bedrijf circa 29.000 vleeskuikens. Ik heb in 2009 vier rondes vleeskuikens gedaan. In het voorjaar van 2009 heb ik geen Campylobacteronderzoek laten uitvoeren. Ik heb in december 2008 een Campylobacteronderzoek laten uitvoeren.

Wanneer een Campylobacteronderzoek uitgevoerd moet worden, wordt bepaald door mijn dierenarts [naam dierenarts]. Ik ben zelf niet van de regels op de hoogte. Ik heb in 2009 maar vier rondes vleeskuikens gedaan omdat het financieel niet verantwoord was om meer rondes te mesten. De vleeskuikenhouderij is mijn enige bron van inkomsten.

Bewijs en verwijtbaarheid:

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren onder nummer [KIP-nummer], de volgende gedragingen hebben plaatsgevonden:

Twee keer nalaten van Campylobacteronderzoek.

Dit levert op:

Twee overtredingen van artikel 4, derde lid, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (2007), juncto bijlage III van het Hygiënebesluit vleeskuikenbedrijven (PPE) 2007.

Motivering van tuchtrechtelijke maatregel(en):

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht goede nota van de verklaring van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer V10042.

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende. Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Een samenstel van maatregelen is thans van kracht op grond van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007. Teneinde het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen.

Blijkens het berechtingsrapport is tussen 18 december 2008 en 6 maart 2010 geen Campylobacteronderzoek uitgevoerd. Ingevolge bijlage III bij het Hygiënebesluit vleeskuikenbedrijven (PPE) 2007 had dit in het eerste en derde kwartaal van 2009 moeten worden uitgevoerd. Het verplichte onderzoek is dus twee keer nagelaten. Daarmee is sprake van twee overtredingen.

Naleving van de voorschriften, en kennis daarvan, is de verantwoordelijkheid van de ondernemer zelf. Als hij ter zake afspraken met zijn dierenarts heeft gemaakt, en de dierenarts verzuimt, dan komt dat voor rekening van de ondernemer zelf.

Het Tuchtgerecht stelt vast dat betrokkene in 1999 door het Tuchtgerecht is veroordeeld, maar weegt dit feit niet mee bij de beoordeling van deze zaak.

Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete is tevens rekening gehouden met het feit dat betrokkene een bedrijf heeft van gemiddelde omvang.

Beslissing:

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 13, eerste lid, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Twee keer:

Een geldboete van € 500 (zegge: vijfhonderd euro), waarvan € 250 (zegge: tweehonderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007 dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

Toepasselijke artikelen:

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mw. mr. W.N. Everts, plaatsvervangend voorzitter, ing. J. Bazuin en A.C. van Schie, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.