ECLI:NL:TPETPVE:2010:YD0079 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1710

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2010:YD0079
Datum uitspraak: 20-04-2010
Datum publicatie: 20-04-2010
Zaaknummer(s): TPPE1710
Onderwerp: Dierengezondheid
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Betrokkene heeft nagelaten vijf koppels voor de tweede keer tegen NCD te laten vaccineren, en in totaal is 16 keer nagelaten de vaccinatieverklaring NCD aan de Gezondheidsdienst voor Dieren te sturen. Betrokkene vertrouwde teveel op de dierenarts. Verklaring dierenarts opgenomen in berechtingsrapport. Overtredingen zijn gevolg van één bewust gekozen handelwijze die op zichzelf niet onzorgvuldig is. De aflevering van een koppel vleeskuikens ter slacht begin 2008 is niet aan het PPE gemeld. Feit is zo lang geleden, dat het tuchtgerecht voor die overtreding geen maatregel oplegt.

Zaaknummer:

TPPE 17/2010

Betrokkene:

[bedrijfsnaam]

[naam betrokkene]

[adres]

Datum:

20 april 2010

Gang van zaken:

De zaak berust op een berechtingsrapport dat het Controlebureau voor de Dierlijke Sector (CBD) heeft opgemaakt onder nummer NCD09020, naar aanleiding van een op 16 april 2010 door een controleur van genoemd controlebureau gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) onder UBN [nummer].

Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 20 april 2010 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Ter terechtzitting zijn verschenen [naam betrokkene], geboren op [datum] te [plaats], en [naam betrokkene], destijds beiden maat van de maatschap.

Voorts is ter zitting verschenen mr. R.B.R. Henke, namens het PPE en de heer H.G.M. Grolleman, namens het CBD.

 

 

Het Tuchtgerecht heeft op dezelfde dag in het openbaar uitspraak gedaan.

Verweten gedragingen:

1.       Niet kon worden aangetoond dat de vijf koppels die op 13 februari 2008, 8 april 2008, 27 mei 2008, 21 oktober 2008 en 27 januari 2009 zijn opgezet op het bedrijf van betrokkenen, voor de tweede maal zijn gevaccineerd tegen Newcastle Disease. De desbetreffende verklaringen van de tweede vaccinatie van deze koppels bevonden zich niet in de bedrijfsadministratie.

2.       Inzake de in totaal acht koppels die in de periode van 13 februari 2008 tot en met 27 januari 2009 op het bedrijf van betrokkenen zijn opgezet geen, dan wel onvoldoende vaccinatieverklaringen zijn ontvangen bij de Gezondheidsdienst voor Dieren B.V. te Deventer (hierna: de GD). Het betreft hier zowel de vaccinatieverklaringen inzake de eerste vaccinatie als die van de tweede vaccinatie, die gelet op de beschikbare vaccinatieverklaringen slechts bij drie van deze koppels is verricht.

3.       Het op 13 februari 2008 opgezette koppel vleeskuikens dat circa zes weken later ter slacht moet zijn afgeleverd niet is gemeld aan het PPE. Door de leverancier van betrokkenen is wel aan het PPE bekend gemaakt dat er rond 23 oktober 2007 en 11 december 2007 koppels vleeskuikens zijn afgeleverd op het bedrijf van betrokkenen. Echter, het op 13 februari 2008 opgezette koppel dat op 28 februari 2008 is gevaccineerd en circa vier weken later ter slacht is afgeleverd, is tot op heden niet gemeld aan het PPE.

Verklaring van betrokkene:

Ter zitting heeft betrokkene aangevoerd dat een aantal overtredingen het gevolg is van gebrekkige communicatie met de GD. Veel brieven van de GD zijn niet bij betrokkene aangekomen, omdat ze geadresseerd waren aan huisnummer 7 en niet 7B. Daardoor is betrokkene niet geattendeerd op een aantal bloedonderzoeken. De wel ontvangen post van de GD wordt wel geopend, maar daarna meteen doorgestuurd naar de dierenarts die de bloedmonsters moet nemen.

Op 1 januari 2010 is het bedrijf overgenomen door de zoon van betrokkenen. Dat is administratief nog niet helemaal rond, maar alsdan zal de maatschap worden opgeheven.

Bewijs en verwijtbaarheid:

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren onder nummer de volgende gedragingen hebben plaatsgevonden:

1.       Vijf keer nalaten van de tweede vaccinatie na vaststelling van te lage weerstandswaarde na de eerste vaccinatie en nalaten vaccinatieverklaring op te maken en in administratie te bewaren.

2.       Zestien keer nalaten vaccinatieverklaringen aan de GD toe te sturen.

3.       Het nalaten van een melden van aflevering van vleeskuikens bij het PPE.

Dit levert op:

1.       Vijf overtredingen van artikel 6, eerste lid, onder b. en c., tweede lid, en derde lid, juncto artikel 8, eerste en tweede lid, van de Verordening vaccinatie Newcastle disease (PPE) 2006.

2.       Zestien overtredingen van artikel 6, vierde lid, van de Verordening vaccinatie Newcastle disease (PPE) 2006.

3.       Een overtreding van artikel 5, eerste lid, van de Verordening identificatie en registratie van pluimveebedrijven, broedeieren en levend pluimvee (PPE) 2005.

Motivering van tuchtrechtelijke maatregelen:

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht goede nota van de verklaring van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer NCD09020. Het Tuchtgerecht overweegt als volgt.

De overtreding wordt aangemerkt als een ernstige overtreding. Newcastle Disease (NCD), ook wel pseudo-vogelpest genoemd, is een voor pluimvee zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een paramyxovirus. De laatste uitbraak in Nederland dateert van 1992. In het buitenland wordt NCD nog regelmatig vastgesteld. In de moderne pluimveehouderij in Nederland wordt NCD bij pluimvee preventief bestreden door toepassing van daartoe ontwikkelde vaccins. Het preventief vaccineren voorkomt dat de exportpositie van de Nederlandse pluimveesector gevaar loopt vanwege uitbraak van deze ziekte. De ondernemer is voorts verplicht om via bloedonderzoek aan de hand van de Hemagglutinatieremmingstest (HAR) te laten controleren of de uitgevoerde vaccinaties hebben geleid tot een voldoende hoge weerstand tegen NCD. Deze monitoring is een essentieel onderdeel van het beheersbeleid NCD van het Productschap Pluimvee en Eieren.

De overtredingen zijn naar zeggen van betrokkene het gevolg van het feit dat niet alle brieven van de GD betrokkene hebben bereikt. Voorts stelt betrokkene erop te hebben vertrouwd dat de dierenarts alles afhandelde na de vaccinaties. Door deze omstandigheden is uiteindelijk vijf keer nagelaten om een tweede vaccinatie uit te voeren na een te lage weerstandswaarde tegen NCD. Voorts is in totaal zestien keer nagelaten om de vaccinatieverklaringen aan de GD te sturen. [Naam dierenarts], dierenarts van Pluimveepraktijk [naam praktijk] te [vestigingsplaats praktijk], heeft verklaard dat betrokkene een keurig bedrijf heeft en zich echt aan de regels wil houden. Het Tuchtgerecht legt voor de vijf nagelaten tweede vaccinaties één geldboete op, maar merkt daarbij op dat de overtreding vijf keer is begaan. Gezien hetgeen de dierenarts verklaard heeft ten aanzien van de zorgvuldige bedrijfsvoering van betrokkene alsmede het feit dat betrokkenen inmiddels gestopt zijn met het bedrijf, is naar het oordeel van het Tuchtgerecht geen belang gediend bij het opleggen van meerdere geldboetes. Met betrekking tot het niet aan de GD doorsturen van de vaccinatieverklaringen volgt het Tuchtgerecht dezelfde redenering, met dien verstande dat in totaal zestien keer is nagelaten de vaccinatieverklaring aan de GD toe te sturen.

Ten aanzien van het niet melden van de op 13 februari 2008 geleverde vleeskuikens stelt het Tuchtgerecht vast dat betrokkene artikel 5, eerste lid, van de Verordening identificatie en registratie van pluimveebedrijven, broedeieren en levend pluimvee (PPE) 2005 heeft overtreden. Maar gelet op het feit dat het bedrijf inmiddels is overgenomen, en de termijn die reeds verstreken is sinds het begaan van de overtreding, legt het Tuchtgerecht voor deze overtreding geen maatregel op.

Betrokkene heeft niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel opgelegd gekregen. Dat is in de regel een reden om een deel van de geldboete voorwaardelijk op te leggen. Omdat betrokkenen inmiddels met het bedrijf zijn gestopt matigt het Tuchtgerecht de geldboetes en legt alleen een onvoorwaardelijk deel op.

Het Tuchtgerecht is bij de bepaling van de hoogte van de geldboetes uitgegaan van een gemiddelde bedrijfsomvang.

Toepasselijke artikelen:

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Maatregelen

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 11, eerste lid, van de Verordening vaccinatie Newcastle disease (PPE) 2006 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

1.       Een geldboete van € 375 (driehonderd vijfenzeventig euro);

2.       Een geldboete van € 250 (tweehonderd vijftig euro).

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mr. L.F.A. Husson , voorzitter, en mr. drs. H. Lommers, P. Vingerling, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.