ECLI:NL:TPETPVE:2010:YD0067 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE3010

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2010:YD0067
Datum uitspraak: 28-06-2010
Datum publicatie: 28-06-2010
Zaaknummer(s): TPPE3010
Onderwerp: Hygiënevoorschriften
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Campylobacteronderzoek nagelaten. In verband met omstandigheden van het geval, een zeer ernstig ongeval waarbij betrokkene een meervoudige beenbreuk opliep en een tijd niet heeft kunnen werken, wordt de geldboete geheel voorwaardelijk opgelegd.

Zaaknummer :

TPPE 30/2010

Betrokkene:

[bedrijfsnaam]

[naam betrokkene]

[adres]

Datum:

28 juni 2010

Gang van zaken:

De zaak berust op een berechtingsrapport dat de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE) heeft opgemaakt onder nummer V09129, naar aanleiding van een op 16 december 2009 door een controleur van genoemde stichting gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) onder nummer [KIP-nummer].

Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 8 juni 2010 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Ter terechtzitting is verschenen de heer [naam], geboren op [datum] te [plaats], wonende aan de [adres] (hierna: betrokkene).

Voorts zijn ter zitting verschenen mr. R.B.R. Henke, namens het PPE, en de heer H.J.G. Altena, namens het CPE.

Het Tuchtgerecht heeft op 28 juni 2010 uitspraak gedaan.

Verweten gedraging:

Niet kon worden aangetoond dat gedurende de periode augustus 2008 tot en met 16 december 2009 (datum bezoek toezichthouder) steeds twee maal per jaar onderzoek is verricht bij de gehouden vleeskuikens naar de aanwezigheid van Campylobacter. In deze periode is slechts in het najaar van 2009, op 29 september 2009, bedoeld onderzoek verricht.

Verklaring van betrokkene:

Ter terechtzitting heeft betrokkene het volgende ter verweer aangevoerd:

·         De verklaring in het berechtingsrapport geeft de toedracht niet goed weer. De omstandigheid die de aanleiding was voor de verweten gedraging is niet genoemd.

·         Betrokkene heeft een ernstig bedrijfsongeval gehad waarbij hij zijn been gebroken heeft. Daarna traden complicaties op, namelijk een zenuwbeknelling en een hernia. Betrokkene vreesde in een rolstoel terecht te zullen komen. Tijdens de revalidatie heeft betrokkene één keer een Campylobacteronderzoek over het hoofd gezien.

·         Op 26 maart 2010 heeft betrokkene weer een Campylobacteronderzoek laten uitvoeren.

·         Betrokkene onderschrijft het belang van het Plan van Aanpak.

·         De overige onderzoeken en verplichtingen zijn wel nagekomen.

Bewijs en verwijtbaarheid:

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren onder nummer [KIP-nummer], de volgende gedraging heeft plaatsgevonden:

Het nalaten van Campylobacteronderzoek in de periode voorjaar 2009.

Dit levert op:

Een overtreding van artikel 4, derde lid, onder e., van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007.

Motivering van tuchtrechtelijke maatregel(en):

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht goede nota van de verklaring van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer V09129.

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende: Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Een samenstel van maatregelen is thans van kracht op grond van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007. Teneinde het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen.

Ter zitting heeft betrokkene de omstandigheden geschetst die aanleiding zijn geweest voor het nalaten van een Campylobacteronderzoek. Betrokkene heeft tussen 7 juli 2008 en 29 september 2009 (voorjaar 2009) nagelaten Campylobacteronderzoek uit te voeren.

Gezien de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, legt het Tuchtgerecht de geldboete geheel voorwaardelijk op.

Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete is tevens rekening gehouden met het feit dat betrokkene een bedrijf heeft van relatief kleine omvang.

Beslissing:

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 13, eerste lid, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Een voorwaardelijke geldboete van € 300 (zegge: driehonderd euro).

De tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007 dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

Toepasselijke artikelen:

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mevrouw mr. W.N. Everts, voorzitter, mr. drs. J.Y.B. Jansen en A. van Schie, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.