ECLI:NL:TNOKSGR:2010:YC0429 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 09-36

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2010:YC0429
Datum uitspraak: 14-04-2010
Datum publicatie: 16-04-2010
Zaaknummer(s): 09-36
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: De notaris heeft in een regionaal blad geadverteerd in strijd met artikel 17 Wna, artikel 26 Vbg in samenhang met de Beleidsregel Adverteren via verwijzers. Dat zulks buiten medeweten van de notaris geschied is, maakt het niet anders. Notarissen blijven verantwoordelijk voor hun handelen en nalaten ten aanzien van deze regelgeving en dienen aantoonbaar en met de nodige maatregelen ter afstemming met hun verwijzers ervoor te zorgen dat zij deze regels niet overtreden. Gebleken is, dat de notaris de regie over de plaatsing van haar advertenties kennelijk en ten onrechte heeft overgelaten aan de uitgever met het gevolg als voormeld. Klacht gegrond, echter onvoldoende aanleiding om een maatregel op te leggen. De Kamer neemt bovendien in aanmerking dat dit de eerste keer is en dat de notaris ter zitting haar spijt heeft betuigd en heeft toegezegd herhaling te zullen voorkomen.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen

’s-Gravenhage  

Beslissing d.d. 14 april 2010 inzake de klacht onder nummer 09-36 van:

de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB),

hierna te noemen: klaagster,

tegen

[...],

notaris te [...],

hierna te noemen: de notaris,

advocaat mr. O.R. baron van Hardenbroek van Ammerstol.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, ingekomen op 19 november 2009, met bijlagen;

·         het antwoord van de notaris, met bijlage;

·         de repliek van klaagster;

·         de dupliek van de notaris.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 maart 2010.

Daarbij waren aanwezig:

·         mr. W.J. Geselschap, namens klaagster,

·         de notaris met haar advocaat.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt, met daaraan in kopie gehecht de door klaagsters vertegenwoordiger overgelegde pleitaantekeningen.

De feiten

In het [naam magazine], najaar 2009, was een advertentie opgenomen, waarin het kantoor van de notaris werd aangeprezen. [naam magazine] is een uitgave van [naam makelaar], werkzaam op het gebied van bedrijfsmatig onroerend goed in de regio Den Haag.

De klacht en het verweer van de notaris

Klaagster verwijt de notaris - zakelijk weergegeven - dat zij met deze advertentie heeft gehandeld in strijd met artikel 17 van de Wet op het notarisambt (Wna), artikel 26 van de Verordening Beroeps- en gedragsregels (Vbg) en de Beleidsregel Adverteren via verwijzers.

De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna - voor zover nodig - zal worden besproken.

De beoordeling van de klacht

Artikel 17 Wna verplicht de notaris zijn ambt in onafhankelijkheid en onpartijdigheid uit te oefenen, zowel in wezen als in schijn.

Artikel 26 Vbg verplicht de notaris erop toe te zien, dat publiciteit die door of voor hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen.

Volgens de Beleidsregel Adverteren via verwijzers, vastgesteld door het bestuur van de KNB op 20 oktober 2005, is het in strijd met voormelde artikelen wanneer de notaris via gegevensdragers (zoals een krant) van, dan wel samen met een specifieke verwijzer (zoals een makelaar of een hypotheekbemiddelaar) of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit bedrijft of doet bedrijven. Er is volgens de Beleidsregel geen enkele bezwaar tegen wervende publiciteit door de notaris zelf, mits dat autonoom gebeurt, dus buiten de relatie die de notaris met zijn verwijzers heeft. Een uitzondering op het verbod van publiceren via of met verwijzers is een beroepsinhoudelijke bijdrage van de notaris, waarbij de notaris informatie geeft over (een deel van) zijn werkterrein, mits hij niet voor deze informatie betaalt. Op die manier is het wel toegestaan de naam van de schrijver/notaris en de naam van zijn kantoor te vermelden.

De KNB heeft sindsdien in verschillende publicaties van het Notariaat Magazine - het maandelijkse opinieblad van de KNB bestemd voor het notariaat - aandacht geschonken aan de Beleidsregel, bij het notariaat erop aangedrongen zich aan de betreffende regels te houden en aangekondigd vanaf 1 september 2007 bij schending van voormelde artikelen in verband met overtreding van de Beleidsregel een klacht bij de Kamer van Toezicht te zullen indienen.

De Kamer van Toezicht stelt dan ook vast dat het voorgaande wordt verondersteld bekend te zijn bij de notaris.

De notaris betwist de klacht niet en verklaart bekend te zijn met de Beleidsregel. Ter verontschuldiging voert zij aan dat zij niet de bedoeling heeft gehad te adverteren in het [naam magazine]. De notaris heeft enkele malen in het blad [...] geadverteerd. De uitgever van dat blad, die ook het [naam magazine] uitgeeft, heeft haar advertentie buiten haar medeweten doorgeplaatst in laatstgenoemd magazine. De uitgever heeft dit bevestigd bij door de notaris overgelegde mail van 11 december 2009.

De notaris heeft ter zitting toegezegd genoemde uitgever naar de bedoeling van voormelde regelgeving te zullen instrueren om herhaling te voorkomen.

De Kamer is van oordeel dat meergenoemde advertentie in strijd is met artikel 17 Wna, artikel 26 Vbg in samenhang met de Beleidsregel Adverteren via verwijzers. Dat zulks buiten medeweten van de notaris geschied is, maakt het niet anders. Notarissen blijven verantwoordelijk voor hun handelen en nalaten ten aanzien van deze regelgeving en dienen aantoonbaar en met de nodige maatregelen ter afstemming met hun verwijzers ervoor te zorgen dat zij deze regels niet overtreden. Gebleken is, dat de notaris de regie over de plaatsing van haar advertenties kennelijk en ten onrechte heeft overgelaten aan de uitgever met het gevolg als voormeld.

Het vorenoverwogene leidt tot de conclusie dat de klacht gegrond is.

De Kamer ziet in het hiervoor vermelde echter onvoldoende aanleiding om een maatregel op te leggen. De Kamer neemt bovendien in aanmerking dat dit de eerste keer is en dat de notaris ter zitting haar spijt heeft betuigd en heeft toegezegd herhaling te zullen voorkomen.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.J. Paris, voorzitter, R. van der Galiën, K.R. van der Graaf, J.Z. Moree en J. Smal, bijgestaan door de secretaris, mr. A. Saab, en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2010.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.