ECLI:NL:TNOKROT:2010:YC0568 Kamer van toezicht Rotterdam 11/10

ECLI: ECLI:NL:TNOKROT:2010:YC0568
Datum uitspraak: 14-10-2010
Datum publicatie: 07-01-2011
Zaaknummer(s): 11/10
Onderwerp: Registergoed
Beslissingen: Verzet ongegrond
Inhoudsindicatie: In verzet is aangevoerd dat klager zich geenszins bewust was van het feit dat hij te laat was met het indienen van de klacht bij de Kamer. Voor het passeren van de leveringsakte heeft klager de notaris geïnformeerd dat de verkoper als eigenaar van het heersende erf niet binnen de door de wet daaraan gestelde termijn, de vereiste voorzieningen heeft getroffen. Klager verwijt de notaris dat hij niet is gehoord alvorens er tot levering over is gegaan. Beslissing: verzet ongegrond  

Kamer v­an Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notaris­sen te Rotterdam

Reg.nr. 11/10

Beslissing op de verzetprocedure als bedoeld in artikel 99 van de Wet op het notarisambt van:

[naam],

wonende te [plaatsnaam],

klager,

- tegen -

[naam],

notaris te [plaatsnaam],

hierna te noemen de notaris.

1.  Het verloop van de procedure

1.1

Bij klaagschrift d.d. 4 mei 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen de notaris bij de Kamer van Toezicht te [plaatsnaam].

1.2

Aangezien de notaris lid is van de Kamer van Toezicht te [plaatsnaam] is deze klacht door het Gerechtshof te Amsterdam bij beslissing d.d. 2 juni 2010 doorverwezen naar de Kamer van Toezicht te Rotterdam.

1.3

Op 23 juni 2010 heeft de notaris schriftelijk verweer gevoerd.

1.4

Op 6 juli 2010 is een reactie van klager op het verweerschrift bij de Kamer binnengekomen.

1.5

Bij beslissing van 14 juli 2010 heeft de voorzitter van de Kamer van Toezicht de klacht, op grond van artikel 99 lid 12 Wet op het Notarisambt, niet-ontvankelijk verklaard.

1.6

Bij brief d.d. 16 juli 2010, ingekomen op 20 juli 2010, heeft klager hiertegen verzet ingesteld.

1.7

Klager heeft daarna nog aanvullende brieven gestuurd d.d. 23 juli 2010 en 26 juli 2010, alsmede een brief met bijlagen binnengekomen bij de Kamer op 25 augustus 2010.

1.8

Op 9 september 2010 heeft de mondelinge behandeling van het verzet alsmede de inhoudelijke behandeling plaatsgevonden. Daarbij zijn zowel klager, als de notaris, bijgestaan door oud-medewerker de heer [X], verschenen. Partijen hebben hun standpunten tijdens de mondelinge behandeling nader toegelicht.

2.  Het verzet en de klacht

2.1

In verzet is aangevoerd dat klager zich geenszins bewust was van het feit dat hij te laat was met het indienen van de klacht bij de Kamer.

2.2

Voor het passeren van de leveringsakte heeft klager de notaris geïnformeerd dat de verkoper als eigenaar van het heersende erf niet binnen de door de wet daaraan gestelde termijn, de vereiste voorzieningen heeft getroffen.

Klager verwijt de notaris dat hij niet is gehoord alvorens er tot levering over is gegaan. Dan zou klager veel psychisch en financieel leed bespaard zijn gebleven.

3.  Inhoudelijk verweer

3.1

De notaris doet een beroep op artikel 99 lid 12 Wna. Klager heeft in mei 2010 een klacht ingediend bij de Kamer te [plaatsnaam], terwijl hij in april 2004 al op de hoogte was van het handelen van de notaris. Volgens de notaris moet de klacht dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.

3.2

De notaris is vanaf 2004 door klager bestookt met vijftig brieven en dreigementen. De notaris is hier zeer verbolgen over. In het begin heeft de notaris netjes de brieven beantwoord, maar hij is daar op een gegeven moment mee opgehouden.

3.3

Volgens de notaris was klager geen partij bij de akte. De notaris heeft koper en verkoper gevraagd of ze een gesprek wilden met klager. Zij hebben aangegeven daar geen prijs op te stellen. Volgens de notaris werd klager niet in zijn belangen geschaad en daarom is de notaris overgegaan tot passeren van de leveringsakte.

4.  De beoordeling

4.1

Artikel 99 lid 12 van de Wet op het Notarisambt bepaalt dat een klacht kan worden ingediend gedurende drie jaar na de dag waarop de tot de klacht gerechtigde kennis heeft genomen van het handelen of het nalaten van een notaris of kandidaat-notaris dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven.

4.2

De Kamer is van oordeel dat klager in ieder geval in april 2004 kennis heeft genomen van het handelen of nalaten van de notaris. Onderhavige klacht is bij de Kamer van Toezicht te [plaatsnaam] binnengekomen op 6 mei 2010. De klacht is dan ook na het verstrijken van de vervaltermijn van drie jaren ingediend. Het verzet zal met toepassing van artikel 99 lid 9 van de Wet op het Notarisambt ongegrond worden verklaard.

5.   De beslissing

De Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-nota­ris­sen te Rotterdam,

verklaart het verzet ongegrond;

Deze beslissing is gegeven door mrs. S.M. van Lieshout, A.J.J. van Rijen, F. Hoppel, J.P. van Loon en K.A. den Hartog in tegenwoor­digheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit.

Uitgesproken ter openbare vergadering op 14 oktober 2010.

De secretaris,                                                      De voorzitter,

F.S. Pietersma-Smit                                            S.M. van Lieshout

Deze beslissing is verzonden op:

Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.