ECLI:NL:TNOKROT:2010:YC0551 Kamer van toezicht Rotterdam 10/10

ECLI: ECLI:NL:TNOKROT:2010:YC0551
Datum uitspraak: 14-10-2010
Datum publicatie: 02-12-2010
Zaaknummer(s): 10/10
Onderwerp: Overig
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Klager verwijt de notaris dat hij, ondanks een aan hem toegezonden herinnering, niet (geheel) heeft voldaan aan zijn wettelijke verplichting tot het tijdig indienen van de jaarstukken over 2009. De notaris heeft hiermee het adequaat en goed georganiseerd toezicht op het financiële beheer van de notariële praktijk belemmerd. Aan klager is niet gebleken van omstandigheden die overmacht aan de zijde van de notaris mogen doen aannemen of van redenen die hem anderszins zouden disculperen. Beslissing: klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel

Kamer v­an Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notaris­sen te Rotterdam

Reg.nr. 10/10

Beslissing op een klacht als bedoeld in artikel 99 van de Wet op het notarisambt van:

Bureau Financieel Toezicht,

klager,

gevestigd te [plaats],

- tegen -

mr. [naam],

notaris te [plaats],

hierna te noemen de notaris.

1.  Het verloop van de procedure

1.1

De Kamer heeft kennis genomen van de volgende stukken:

-        klaagschrift d.d. 4 juni 2010;

-        verweerschrift d.d. 18 juni 2010.

1.2

De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden tijdens de vergadering van de Kamer op 9 september 2010. Daarbij zijn zowel klager, vertegenwoordigd door de heer A.C.M. Hesselberth RA, als de notaris, verschenen. Partijen hebben hun standpunten tijdens de mondelinge behandeling nader toegelicht.

2.    De feiten

Bij brief d.d. 21 mei 2010 heeft klager de notaris herinnerd aan zijn verplichting ingevolge artikel 24 lid 4 jo artikel 112 lid 1 van de Wet op het Notarisambt, om binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, dat wil zeggen vóór 1 mei 2010, de jaarstukken over boekjaar 2009 bij klager in te dienen. Blijkens het klaagschrift moest de notaris op 19 mei 2010 nog indienen over 2009:

  -    de verslagstaten kantoor; en

  -    de beoordeling- c.q. de accountantsverklaring; en

  -    de mededeling inzake de administratieverordening; en

  -    de privé-vermogensopstelling (V-staat); en

  -    de inkomensopstelling (I-staat).

3.  De klacht

Klager verwijt de notaris dat hij, ondanks een aan hem toegezonden herinnering, niet (geheel) heeft voldaan aan zijn wettelijke verplichting tot het tijdig indienen van de jaarstukken over 2009. De notaris heeft hiermee het adequaat en goed georganiseerd toezicht op het financiële beheer van de notariële praktijk belemmerd.

Aan klager is niet gebleken van omstandigheden die overmacht aan de zijde van de notaris mogen doen aannemen of van redenen die hem anderszins zouden disculperen.

4.  Standpunt van de notaris

De notaris erkent dat hij de jaarstukken niet binnen de hiervoor gestelde termijn aan klager heeft gezonden. Hij heeft verzuimd een verzoek tot uitstel in te dienen bij klager.

In januari 2007 heeft de notaris het kantoor van notaris [X] overgenomen. Hierdoor heeft de notaris zware tijden gekend. Klager is hiervan op de hoogte. Om de concurrentie met andere notarissen aan te gaan hanteert de notaris lage tarieven. Omdat het moeilijk is extra werknemers aan te nemen, is de notaris gedwongen zelf veel werkzaamheden te verrichten. Deze combinatie van factoren heeft ervoor gezorgd dat het de notaris niet gelukt is om tijdig bij klager de stukken in te leveren.

5.  De beoordeling

5.1

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 98 van de Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

5.2

Op grond van artikel 24 lid 4 Wna moet een notaris zijn jaarstukken binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, dus in dit geval vóór 1 mei 2010 op schrift gereed hebben. Op grond van artikel 112 lid 1 Wna is de notaris verplicht de hierboven vermelde stukken over het jaar 2009 bij klager in te dienen. De notaris heeft niet aan genoemde verplichting voldaan. Gebleken is voorts dat klager bij brief d.d. 21 mei 2010 tevergeefs heeft gerappelleerd. Daarmee heeft de notaris in strijd met zijn wettelijke verplichting gehandeld. Hetgeen de notaris als reden heeft aangevoerd levert in de ogen van de Kamer geen verontschuldiging op. Het had op de weg van de notaris gelegen om tijdig een verzoek tot uitstel in te dienen.

5.3

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de Kamer van oordeel dat de klacht gegrond is. De Kamer overweegt dat het opleggen van een maatregel niet passend is, aangezien de notaris in de voorgaande jaren altijd op tijd aan zijn verplichtingen heeft voldaan en er ter zitting blijk van heeft gegeven het belang van tijdige verslaglegging in te zien.

6.   De beslissing

De Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-nota­ris­sen te Rotterdam,

verklaart de klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel;

Deze beslissing is gegeven door mrs. S.M. van Lieshout, A.J.J. van Rijen, F. Hoppel, J.P. van Loon en K.A. den Hartog in tegenwoor­digheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit.

Uitgesproken ter openbare vergadering op 14 oktober 2010.

De secretaris,                                                      De voorzitter,

F.S. Pietersma-Smit                                            S.M. van Lieshout

Deze beslissing is verzonden op:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.